Wildkamperen is bijna nergens toegestaan in ons land, behalve op tien plekken die speciaal daarvoor zijn aangewezen door Staatsbosbeheer. Even back to basic, genieten van de stilte, aangewezen op jezelf en de natuur. Redacteur Linda Samplonius probeerde het uit. "Na middernacht wordt er een kampvuur gemaakt. De alcohol vloeit rijkelijk, iedereen wordt luider."
Geen elektriciteit, geen stromend water, geen wc-hokje. Voor ons tentje genieten van de sterrenhemel, de wind die de zachtjes door de bomen waait. Tent in de rugzak, brandertje mee, wat pleepapier op zak. Eén zijn met de natuur. Hopelijk komt er nog een ree voorbijlopen.
Op de site van Staatsbosbeheer lees ik dat alles wat je nodig hebt in een rugzak moet passen. Perfect, want binnenkort ga ik samen met een vriendin naar Zweeds Lapland, om daar in vijf dagen 110 kilometer door het gebied van de Sami te hiken. In Zweden is wildkamperen toegestaan. Dit weekend is de ideale voorbereiding.
Twaalf andere tenten
We stappen met onze rugzakken in de trein naar Soest en lopen achter Paleis Soestdijk de bossen bij Hooge Vuursche in. We hebben een route van 20 kilometer in gedachte en moeten dan uitkomen bij de GPS-coördinaten 52°12'39.6"N 5°13'08.7"E. Het GPS-punt komt na 4,5 uur lopen inderdaad als een knipperend blauw bolletje dichterbij. Mijn rugzak drukt inmiddels zwaar op mijn heupen en schouders. We wanen ons diep in de Hollandse bossen, maar dan horen we auto's. Ineens staan we op het fietspad naast een doorgaande weg.
Nog een kilometer lopen we rechtdoor. Voor ons zien we een grote parkeerplaats van een landgoed dat tegenwoordig gehuurd kan worden voor vergaderingen en bruiloften. We slaan rechtsaf een groot bospad in. Zeshonderd meter verder doemen de eerste tenten op. Twaalf staan er al. Waarvan een paar eenpersoonstentjes, maar ook een complete partytent omringd met drie tenten met volledige campinguitrusting.
Niet bepaald idyllisch
Het is iets minder idyllisch dan ik me had voorgesteld. We zoeken een rustig plekje en halen de lichtgewicht tent uit de zak. Er zitten maar twee tentpalen in, dus binnen tien minuten staat het ding en binnen een half uur zitten we compleet geïnstalleerd rond het gasbrandertje een soepje op te warmen.
Wat is paalkamperen?
'Logeren bij de boswachter' of 'Paalkamperen' is bedacht voor langeafstandwandelaars en -fietsers. In een straal van tien meter van de paal mogen maximaal drie trekkertenten gratis staan. Binnen 72 uur moet je weer zijn vertrokken. Water neem je zelf mee. Er gelden een paar regels: open vuur (kampvuur) is niet toegestaan, eten klaarmaken op een gasbrander mag wel. En je neemt je eigen afval weer mee naar huis. Af en toe komt de boswachter langs om te controleren.
We kijken om ons heen. Voor drie tenten zit een man alleen. Allemaal hebben ze een goedkoop blikje bier in hun hand. Dan staat er nog die partytent met wiet rokende jongeren en paar losse tenten waar we niemand hebben gezien. Er komt één stel aanlopen dat net als wij hun rugtassen leegt en een tentje opzet.
Daklozen en bushcrafters
Dan komt er een man naar ons toe met een kapotte broek, een shirtje dat weleens gewassen mag worden en een gebit waar een tandarts een week werk aan heeft. Hij is net na ons op zijn scooter aangekomen. Zijn naam wil hij niet zeggen, doet er ook niet toe. Hij komt hier vaker, vertelt hij en heet ons van harte welkom. Hij vertelt dat er drie type wildkampeerders zijn: de daklozen, de bushcrafters en de mensen die binnen het land rondtrekken. Na zijn verhaal blijkt dat hij tot de eerste categorie behoort en alle andere paalkampeerplekken in de omgeving ook kent.
Als we zeggen dat we ons als twee vrouwen niet helemaal relaxt voelen hier, antwoordt hij nuchter: "Als man ben je hier ook niet altijd veilig hoor." Vorige maand had iemand blijkbaar de tent van een rondreizende Amerikaan in de fik gestoken. Hij wijst ons nog op een uil in een boom en zegt dan: "Nou, veel plezier he." Weg is hij, naar de volgende tent voor een praatje.
In de natuur slapen
Ik snap hem wel: ik zou ook liever in de natuur slapen dan in een daklozenopvang. We nemen nog een extra slok limoncello en duiken in onze slaapzak. Daar luisteren we naar het geluid dat je normaal op een camping hoort: kletsende mensen. Een half uur later, rond middernacht, wordt er een kampvuur gemaakt. De alcohol vloeit rijkelijk, de stemmen worden steeds luider. Om 03.00 uur ritst mijn vriendin pissig de tent open en vraagt of het alsjeblieft wat zachter mag. Het geluid verstomt wat en ik val in slaap.
De volgende ochtend word ik vroeg wakker. De 'camping' is nog stil. Regendruppels kletsen neer op het tentdoek. Ik rits zachtjes de tent open en kijk naar buiten. Het bos staat vol dauw. Een veldmuis schiet weg bij een boom. Dan steekt een zonnestraal door de bomen en drijft de regen weg. Ik adem de frisse lucht diep in. Zo had ik het me voorgesteld.
Twee terreinen gaan sluiten
Na mijn weekend lees ik dat twee paalkampeerterreinen gaan sluiten. Die aan de Kaapweg, waar ik was, en Austerlitz, ook bij de Utrechtse Heuvelrug. Rein Zwaan is teamleider van Staatsbosbeheer in de omgeving Utrecht. Hij erkent dat er toenemende overlast is op de paalkampeerterreinen: "Dat is een van de redenen waarom we deze twee plekken per 1 januari gaan sluiten. Meer dan tien jaar is het goed gegaan, maar de laatste paar jaar is er helaas steeds meer overlast. Jongeren komen met kratten bier, mensen laten hun spullen achter. Dat is niet de bedoeling."
Volgens Zwaan komt er een nieuw initiatief. "We zijn hard bezig een nieuw concept te bedenken waardoor het wildkamperen minder vrijblijvend wordt. Bijvoorbeeld dat mensen zich op een laagdrempelige manier aanmelden en dat ze via een app kunnen zien hoeveel tenten er al staan. We hopen per 1 januari een alternatief aan te kunnen bieden zodat mensen zonder overlast weer kunnen genieten van de natuur."