Elke zomer is het weer raak. Peuters en kleuters die verdrinken, soms zelfs in ondiep water. "Als een peuter voorover in het water valt, kan het zich niet omdraaien en is verdrinking snel gebeurd", zegt Anja van Raam. Ze geeft overlevingszwemles aan baby's en peuters.
Gisterenavond nog werd een 4-jarig meisje gevonden in een sloot in Waddinxveen. Omstanders haalden het meisje uit het water, maar pogingen om haar te reanimeren bleken vergeefs. Ook het 4-jarige jongetje dat zondagmiddag bewusteloos werd gevonden in de Toolenburgerplas in Hoofddorp, is overleden.
Anja van Raam is docent bij de Nationale Raad Zwemveiligheid voor het onderdeel baby, peuter en overlevingszwemmen. Ze vertelt dat het risico bij kleine kinderen op verdrinking groter is: "Onder de vier jaar zitten ze nog niet op zwemles, maar ze kunnen wel al kruipen of fietsen. Ze rennen achter een bal aan die in het water valt en struikelen. Als een kind niet zelf kan opstaan of zijn hoofdje op kan tillen, kan een verdrinking zelfs al in ondiep water gebeuren."
Nog geen zwemles
"Een peuter die voorover in het water valt of wordt geduwd, kan zich vaak niet omdraaien. Blijft het neusje en de mond onder water, dan kan het binnen een minuut verdrinken. Valt een kind achterover, dan blijft het vaak drijven en is de overlevingskans groter. Toch zie je dat kinderen in paniek gaan trappelen en alsnog met hun mondje onder water komen."
Verhaal gaat verder onder kader
'Er zou toch niets met Ezra zijn?'
De zoon van Jeanine Trinidad (34) verdronk op een gewone zaterdagmiddag in een zwembad. Ze zat bij een vriendin in de tuin koffie te drinken. Het was gezellig, ze kletsten wat, tot ze opeens werden opgeschrikt door gillende sirenes van ambulances. "Er zou toch niets met Ezra zijn?", zei Jeanine nog tegen haar vriendin.
'Ik word woest van hoe mensen oordelen'
Ook Jolanda's dochtertje liep weg en verdronk. Haar dochtertje Madelon was 2 jaar en 4 maanden oud toen ze verdronk in het peuterbadje van een zwembad in de Gelderse gemeente Varsseveld. "Ik word woest van hoe mensen oordelen".
Van Raam geeft al dertig jaar trainingen in overlevingszwemmen bij baby's en peuters. "Een baby kun je laten wennen aan het water. Zo kweek je vertrouwen. Door baby's in het water te wiegen, leren ze van hun buik naar de rug te draaien. Dat is een natuurlijke beweging. Ze leren zich ook ergens aan vast te klampen."
Obstakels in het water
Een kind van twee kan binnen dertien lessen zelfstandig naar de kant komen. "Ze leren naar hun rug draaien, blijven drijven en peddelen dan naar de kant. Zelfstandig uit het water klimmen lukt bijna nooit, daarom leren we kinderen vasthouden aan de kant." Door het drijven, rekt het kind tijd en is de overlevingskans groter."
De situatie in het zwembad wordt zo natuurlijk mogelijk nagebootst. "Kinderen hebben kleren en regenpakjes aan, en er ligt een plastic zak met drijfmiddelen om vast te pakken in het water. Ook wordt een hengel of een driewieler gebruikt om realistisch te oefenen."
Anja geeft les aan een groep peuters.
Tijd rekken
Ze leren kinderen zo zelfstandig mogelijk de kant te bereiken, en dat is voor ouders vaak moeilijker dan voor de kinderen zelf. "Ze zijn zo voorzichtig geworden, zelfs bij de trainingen vinden ouders het moeilijk hun kind niet te helpen."
Maar overlevingszwemmen is volgens Van Raam net als autorijden: "Als je leert op de rem te trappen, heb je meer overlevingskans dan dat je dat niet hebt geleerd. Je kunt niks voorkomen, maar je kunt wel proberen tijd te genereren."
Meer op rtlnieuws.nl
