Vaak wordt er gesproken óver vrouwen van kleur, maar zelden mét hen, zeggen de makers van De goede mama. In dat boek vertellen dertien moeders met een migratieachtergrond over het opvoeden van kinderen van kleur in een maatschappij waar ze zowel thuishoren als toch ook altijd 'de ander' zijn. "De verloskundige merkte terloops op dat ze had verwacht dat de pijngrens 'van die vrouwen' hoger lag."
Een van de vrouwen die hun verhaal doen in het boek, is spreker, programmamaker en chef video bij Libelle Rowan Blijd (32). Zij vertelt over de stilgeboorte van haar eerste zoon Amari, waarover ze eerder ook de documentaire Stil Leven maakte. Bij 38 weken zwangerschap overleed Amari in haar buik, waarna ze moest bevallen van een baby die ze nooit zou leren kennen. Na die vreselijke gebeurtenis worstelde ze met haar identiteit.
Uit De goede mama:
Ik ben bevallen van een kind, maar ben ik ook moeder? Ik had geen fysiek bewijs van mijn lidmaatschap. […] Ik wist niet hoe ik mij moest identificeren. Datgene dat mij moeder maakte, was niet meer.
Rowan: "Wanneer je zwanger bent, ben je je aan het voorbereiden op het moederschap. Ook praktisch. We hadden alle spullen in huis; een box, een kinderwagen, luiers. We waren ouders geworden, maar behalve die spullen wees niets daarop. Daar had ik heel veel moeite mee. Was ik nou moeder of niet?"
Dat Amari haar wel degelijk moeder had gemaakt, besefte ze na de geboorte van haar tweede zoon. "Ik merkte dat ik eigenlijk al die tijd al moeder was geweest, ik had alleen geen plek gehad om al mijn liefde heen te sturen."

Het heftige verhaal van Rowan had net zo goed het verhaal kunnen zijn van een witte vrouw. Toch is het voor haar belangrijk om zich júíst als vrouw van Surinaamse komaf uit te spreken over dit onderwerp. "Stilgeboorte is iets waar we het überhaupt niet graag over hebben met z’n allen, laat staan in de Surinaamse cultuur. Maar als je er nooit over praat, weet je ook niet goed hoe je ermee moet omgaan als het jezelf of iemand anders overkomt."
Op zoek naar echte verhalen
Rowan wilde daarnaast meewerken aan het boek omdat ze zelf behoefte heeft aan echte verhalen van moeders. "Ik merk dat de verhalen die je veelal tot je krijgt ietwat verbloemd zijn. Ook de mommy influencers op sociale media laten niet het hele plaatje zien. De echte verhalen krijg je misschien één op één te horen van je vriendinnen, maar het zou mooi zijn als er in het algemeen veel meer verschillende perspectieven op het moederschap te zien zouden zijn. Want het moederschap kent veel verschillende vormen, dat heb ik wel geleerd."

En ja, specifiek het perspectief van zwarte vrouwen en vrouwen van kleur mag ook wel wat vaker worden gehoord, vindt ze. "We groeien nu eenmaal op in een samenleving met veel ongelijkheid, op verschillende gebieden. Huidskleur speelt daarbij een rol. Ik ben me ervan bewust dat ik een zwarte man aan het grootbrengen ben, die ik bepaalde tools zal moeten meegeven om daarmee om te kunnen gaan. Ik wil hem niet inprenten dat hij anders is, maar hem wel leren wat hij moet doen als hij te maken krijgt met racisme. Als je onderdeel bent van de grotere groep, heb je het privilege dat je je daar niet mee bezig hoeft te houden."
Geen herkenning
Voormalig journalist Naima El Maslouhi (43), zelf moeder van drie kinderen, is de samensteller van het boek. Het kwam tot stand in samenwerking met Dipsaus Podcast (door en voor vrouwen van kleur), waarvan Naima’s zus Mariam een van de oprichters is. Naima miste in de bestaande boeken verhalen waarmee ze zich kon identificeren, vertelt ze. "Ik weet nog dat ik een mamaboek las dat fantastische recensies kreeg. Ik vond het vreselijk. Die moeder was een ontzettende zeur en ik herkende me totaal niet in haar ervaringen en wereldbeeld."

In de dertien verhalen van de vrouwen in De goede mama vond ze die herkenning wel, hoe divers hun achtergrond ook is. "In elk verhaal was er wel íéts wat ik herkende. Zoals bij Chee-Han Kartosen-Wong, die schrijft dat gesprekken met haar ouders steevast begonnen met de vraag 'heb je al gegeten?' Dat dat hun manier was om te vragen hoe het met haar ging. Zo gaat dat bij ons ook. Als er onenigheid is zouden mijn ouders bijvoorbeeld nooit 'sorry' zeggen, maar vragen: 'Kom je eten?' en dan is het goed."
Ongegeneerde bemoeienis
Ook de kraamtijd van een moeder van kleur ziet er vaak anders uit dan die van de gemiddelde Nederlandse vrouw. "Als je als witte vrouw geen zin hebt in bezoek, kun je dat gewoon zeggen. Bij mij was dat echt geen optie. Mijn familie stond gewoon op de stoep, of ik daar nu zin in had of niet. Mijn beide ouders bemoeien zich sowieso flink met hoe ik mijn moederschap invul. Die ongegeneerde bemoeienis van ouders is wel een cultureel dingetje denk ik, al wordt het in de generatie na mij al iets minder."

Naast de mooie kanten van de culturele rijkdom komen ook de minder leuke aan bod. Want hoe je het ook wendt of keert, als moeder van kinderen van kleur maakt racisme onvermijdelijk deel uit van dat moederschap. "Soms zit het in kleine dingen", zegt Naima. "Na de geboorte van mijn eerste zoon was er een verloskundige die een tijdje in Afrika was geweest. Ze merkte terloops op dat ze had verwacht dat de pijngrens 'van die vrouwen' hoger lag. Ik wist niet wat ik hoorde. Pijn is toch pijn?"
'Jullie zijn allemaal hetzelfde'
Of neem de vrouw in de schoenenwinkel, die zich ergerde aan Naima’s zoon en zich liet ontvallen dat ze 'hun soort' wel kende, 'jullie zijn allemaal hetzelfde'. "Hij was 4 jaar en gewoon een beetje aan het dollen, zoals zoveel kinderen op die leeftijd doen. Hij zat een hele tijd rustig te wachten en heeft welgeteld één rondje door de winkel gerend. Ik heb die vrouw buiten ter verantwoording geroepen, want zoiets kun je niet maken. Met zo’n opmerking kun je een kind voor het leven tekenen."
Van jongens van kleur, zoals haar zoon, wordt volgens Naima minder gepikt dan van leeftijdsgenootjes met een andere achtergrond. "Als kinderen zoals die van mij zich niet gedragen, worden ze gelijk als probleemkinderen gezien. Of de moeder is het probleem en heeft door haar achtergrond zogenaamd geen verstand van opvoeden."

Naima, die in Vlaanderen woont, maakt zich best zorgen over hoe het haar islamitische kinderen zal vergaan in een – in haar woorden – islamofobe maatschappij. "Ik heb twee jongens en een meisje. Met name over de jongens kan ik wel inzitten. Marokkaans uitziende jongens hebben het gewoon pittiger dan witte jongens. Als jongetje met een migratieachtergrond begin je met een achterstand die je moet inlopen om op 0 te komen."
Minder kansen
Ze besefte dat het misschien wel bepaalde gevolgen zou hebben als ze haar zoon Mohamed zou noemen. "Ik heb het wel gedaan, maar ik was blij dat hij in Brasschaat geboren is en niet in Antwerpen. Als Mohamed uit Antwerpen heb je toch echt minder kansen in het leven."

Voor kinderen van kleur is identiteit bovendien iets wat ze al vroeg onderzoeken, zegt ze. "Ze merken dat ze er anders uitzien dan de massa en gaan vragen stellen. Zo merkte mijn oudste zoon bij het douchen na het zwemmen dat zijn piemeltje er anders uitziet dan dat van de andere jongetjes, omdat hij besneden is. En onze jongste wilde 'plat' haar in plaats van krullen, net als zijn klasgenootjes – tot hij in Antwerpen jongens zoals hij zag. Daar moet je ze in begeleiden."
De verhalen van de dertien moeders die met vergelijkbare dingen worstelden als zij, maakten stuk voor stuk indruk op Naima. "Het zijn verhalen van vrouwen die ieder op hun manier iets zochten of iets verloren. Elk verhaal heeft wel íéts met me gedaan."
De goede mama is sinds deze week te koop