Wie met de boot naar Newcastle gaat, hoeft na aankomst niet ver te rijden om op de meest prachtige plekken te komen. Zowel ten noorden als ten zuiden van de havenstad vind je leuke vissersdorpen en mooie kastelen. Je kunt er uren wandelen langs hoge kliffen en daarna weer aansterken met fish & chips in de pub.
De vakantie naar de Engelse kust begint op de boot van IJmuiden naar Newcastle. Geen gedoe met rijen op een luchthaven en ook minder nadenken bij het inpakken. Kofferbak lekker vol gegooid met regenjassen en reserveschoenen - want het blijft Engeland, dus je moet op alles voorbereid zijn - en dan met de auto de ferry op.
Kasteel aan het strand
Na een nachtje varen, komen we 's ochtends aan. Zodra het autoluik van de boot omhoog gaat, is het even scherp zijn, want vanaf nu is het links rijden. Nadat we de eerste drie rotondes goed doorstaan hebben, zakt de stress en kan de pret beginnen.
We rijden een dik uur in noordelijke richting naar Bamburgh, waar direct aan het strand een geweldig kasteel staat. Een plek die liefhebbers van de serie The Last Kingdom ook kennen als Bebbanburg. In Bamburgh Castle zijn kostuums uit de serie te bewonderen, naast een permanente tentoonstelling die de drieduizendjarige geschiedenis uit de doeken doet.
Vanaf het strand heb je uitzicht op het kasteel en dat heeft iets magisch. Het goede nieuws: het strand is zo breed dat het er zelfs in de zomer nooit knetterdruk is.
Niet ver boven Bamburgh ligt Holy Island, waar je heen kan rijden als het laag water is, want alleen dan is dit getijdeneiland te bereiken. Hier werd in 635 een klooster gesticht dat de eeuw erna op brute wijze door Vikingen werd geplunderd.
Van Vikingen naar Harry Potter
Na deze bloederige verhalen zakken we weer wat terug naar het zuiden, naar het gezellige stadje Alnwick. Hier zijn genoeg leuke pubs om te eten of bij de open haard een pint te drinken.
In Harry's bar staan stamgasten aan de bar te kletsen, maar ze maken ook graag een praatje met toeristen, zeker als deze zich wagen aan een 'pickled egg', een Britse borrelsnack. Laten we het zo zeggen: dit zure hard gekookte ei zal onze bitterbal niet snel gaan vervangen.
Ook in Alnwick is het gelijknamige kasteel de grootste attractie en opnieuw is het een bekende filmlocatie. Downton Abbey is hier deels opgenomen, net als de eerste twee Harry Potter-films, waarbij het kasteel dienst deed als Zweinstein.
Vliegen op een bezemsteel
Kinderen, maar ook hun ouders, kunnen hier leren bezemsteelvliegen. Er zijn gratis rondleidingen, waarvan de filmlocatietour een aanrader is. Maar het meest bijzonder is rondlopen door het kasteel zelf, dat nog altijd in particulier bezit is.
In de wintermaanden is het kasteel gesloten voor bezoek en wonen de eigenaren er. De bibliotheek met 14 duizend antieke boeken doet dan dienst als huiskamer. Er staat een televisie, een comfortabele bank, een poef voor hond Hector en fotolijstjes van de familie voor wie wonen in een enorm kasteel doodnormaal is.
Een uur ten zuiden van Alnwick ligt universiteitsstad Durham. Midden in het stadje vind je een grote kathedraal en een kasteel, die beide op de Werelderfgoedlijst van Unesco staan. De kathedraal kun je zo binnenlopen, maar het kasteel kan alleen bezocht worden tijdens een rondleiding.
Studentenkamers in een kasteel
Die worden gegeven door een van de 300 studenten die er op kamers wonen, want het Durham Castle dat in de elfde eeuw werd gebouwd in opdracht van Willem de Veroveraar, is nu het belangrijkste gebouw van de prestigieuze Durham University.
Het leuke van een universiteitsstad is dat het er altijd levendig is. Zo ook in Durham. Er zijn veel jonge mensen op straat en op de terrasjes langs rivier Wear, waar je ook langs de oever kunt wandelen of met een roeibootje op kunt ronddobberen.
De volgende ochtend gaan we het North York Moors National Park verkennen. Het park is 1430 km² groot en bestaat uit uitgestrekte heide, een kust bezaaid met kliffen en allerlei mooie dorpjes. Een goede plek om een eerste indruk te krijgen is bij het Sutton Bank National Park Centre.
Daar kom je door een behoorlijk steile helling op te rijden tot je op 300 meter hoogte bent. Bij het bezoekerscentrum hebben ze informatie over verschillende wandelroutes, die allemaal één ding gemeen hebben: je wordt getrakteerd op een fantastisch uitzicht over het gebied.
Piepklein, authentiek dorpje
Als we de berg weer af zijn, rijden we op het gemakje door naar het piepkleine, authentieke dorpje Hawnby. De eveneens piepkleine dorpswinkel doet ook dienst als Tea Room. Toeristen zien ze hier niet in grote getale. Wat fietsers en wandelaars, maar dat was het. Een goed bewaard geheim bedenken wij, terwijl we tevreden onze huisgemaakte lemon drizzle cake eten.
Overnachten doen we in Helmsley, bij wandelaars bekend omdat hier de Cleveland Way wandelroute begint. De weg naar het dorp loopt dwars door het nationaal park, waar we omringd zijn door heide. Als die in augustus in bloei staat, moet het hier helemaal indrukwekkend zijn.
Naast de prachtige omgeving, valt nog iets op: je mag op deze slingerende wegen behoorlijk hard rijden - 60 mph = 96 km/u - maar ik heb nog nooit in mijn leven zoveel dode fazanten en ander aangereden wild langs de weg gezien.
Helmsley is een knus dorp met een eigen bierbrouwerij, een zeer goede delicatessenzaak waar je de beste lokale producten kunt kopen en elke vrijdag is er een gezellige markt. Goed uit eten kan hier ook; restaurant Bantam staat niet voor niks in de Michelin Gids.
De Cleveland Way is met zijn lengte van 175 kilometer een beetje veel van het goede voor onze trip, maar je kunt er gelukkig eenvoudig een deel van wandelen. Door vanuit kustplaats Whitby de bus te nemen naar vissersdorp Robin Hood's Bay en van daaruit langs de kust terug te lopen.
Eerst een koffie in het pittoreske dorp én even naar de wc, want onderweg kom je geen horeca tegen. En dan starten we met de 11 kilometer lange route, die ons leidt langs kliffen, weilanden met nieuwsgierige lammetjes en felgekleurde bloemen.
De geur van frituur en azijn
Het is een van de mooiste wandelingen die ik ooit heb gedaan. Als we drie uur later in Whitby arriveren is het tijd voor fish & chips, want dat is in dit populaire plaatsje bijna niet te vermijden. Sterker nog, op deze drukke zaterdagmiddag, ruikt het hele dorp naar frituur en azijn. Op elke straathoek kun je het halen, al zeggen alle locals dat je voor de beste fish & chips bij Trenchers moet zijn.
Die vette hap kun je wegspoelen met een biertje van de Whitby Brewery. Daarvoor laten we de gezellige, maar ook erg toeristische straatjes achter ons en nemen de eeuwenoude 199 trappen naar boven. Op de heuvel staat een kerk en de fotogenieke ruïne van Whitby Abbey, waar je vanaf het terras van de brouwerij uitzicht op hebt.
Gezellige Geordies
Van natuur en kastelen gaan we naar onze laatste stop: Newcastle, de stad wiens inwoners de Geordies worden genoemd. Geordies staan bekend om een aantal dingen: ze zijn vriendelijk en gastvrij, zijn met hart en ziel fan van Newcastle United en ze houden wel van een feestje.
Wij komen op een zaterdagavond aan en dat plezier maken hier volksport nummer één is, is luid en duidelijk. De dames lopen arm in arm zingend over straat in outfits die doen vermoeden dat het hier tropisch is, terwijl het echt best fris is buiten.
Dat Newcastle United zijn tegenstander ruimschoots heeft verslagen is ook goed te horen in elke pub die we passeren. Het is hier feest. Maar naast nieuwe vrienden maken aan de bar heeft de stad nog veel meer te bieden.
Kunst in oude meelfabriek
We steken de rivier over via de Millennium Bridge en gaan naar Baltic Centre for Contemporary Art, een gratis te bezoeken museum in een oude meelfabiek. Er zijn toffe, wisselende tentoonstellingen en vanaf de vijfde verdieping heb je een mooi uitzicht over de zeven bruggen van de stad.
Langs de rivier is op zondag de Quayside Sunday Market, een drukbezochte markt waar van alles te koop is. Van cheddar tot handgemaakte sieraden. Er is ook een gedeelte met foodtrucks, waar zowel Geordies als toeristen hun anti-katerlunch naar binnen werken.
Vanuit de stad rijden we dan weer richting de ferry. Alle plekken die we hebben bezocht, waren op minder dan twee uur rijden van Newcastle. Verder rijden was niet nodig, want deze mooie en gevarieerde regio heeft alle ingrediënten voor een heerlijke roadtrip.
Meer tips:
- Kun je geen genoeg krijgen van kastelen? Bezoek dan ook Raby Castle, waar je al wandelend door het omliggende park een groep herten tegenkomt.
- Niet ver van Raby Castle vind je High Force Waterfall, dat midden in een mooi natuurgebied ligt.
- Struin door de straatjes van Staithes en eet kabeljauw en kreeft bij The Cod & Lobster, een pub met uitzicht op zee.
- Neem een surfles in Saltburn-by-the-Sea, een kustplaatsje met een lang en breed strand.
- Slaap boven een pub in een van de hotels van The Inn Collection. Gezellig ingerichte kamers en een al even gezellige pub. Onder meer in Bamburgh, Durham en Helmsley.
- Wil je meer rust? Dan is Grinkle Park Hotel - een prachtig Victoriaans landhuis dichtbij leuke plaatsen als Staithes en Whitby - de ideale plek.
Meer inspiratie en een overzicht van leuke dorpjes vind je hier.