Dat hoogbegaafdheid gepaard gaat met een hoog IQ, weten de meeste mensen wel. Maar het is veel meer dan dat, en het is niet alleen maar leuk. Mineke Betting, wier zonen allebei hoogbegaafd zijn, is klaar met alle vooroordelen. "Mensen denken dat bij ons alles vanzelf gaat, maar het tegendeel is waar."
Dat haar oudste zoon Collin (nu 11) al liep toen hij 10 maanden oud was, vond Mineke Betting (42) aanvankelijk niet zo opzienbarend. Tot ze met hem bij het consultatiebureau kwam en 'de lopende baby' een bezienswaardigheid bleek. En niet alleen op motorisch gebied bleek hij voorlijk. "Bepaalde dingen die hij op dat moment ongeveer moest kunnen, kon hij maanden daarvoor al. Ik had geen idee dat dat bijzonder was; bij je oudste heb je nog geen referentiekader."
Een medewerker op het consultatiebureau adviseerde Mineke eens een boek te lezen van ene Tessa Kieboom – meer zei ze niet. "Ik heb de hele avond zitten googlen, maar kwam alleen maar boeken tegen die over hoogbegaafdheid gingen. Dat kon ze toch niet hebben bedoeld?" Na toch maar zo’n boek te hebben besteld en gelezen, viel het kwartje: "Dat boek ging over mijn zoon."

In eerste instantie deed ze er niets mee. "Om hoogbegaafdheid hangt toch een beetje zo’n zweem van: we voelen ons beter. Het leek me verstandiger het voorlopig voor onszelf te houden en gewoon te kijken hoe het zou gaan. We hebben uiteindelijk wel een basisschool uitgezocht waarbij op de website werd aangegeven dat er een hoogbegaafdheidsspecialist werkte, maar we hebben niet bij de intake gezegd dat we die vermoedens hadden."
Gefrustreerd en bozig
Het kleuteren ging prima, al was Collin teleurgesteld dat hij nog niet echt iets leerde. Maar in groep 3 liep Collin helemaal vast. "Binnen een paar weken had hij door hoe je moet lezen, terwijl daar een heel schooljaar voor was uitgetrokken. Dat ging wringen. Het ging hem allemaal veel te langzaam. Hij zat niet lekker in zijn vel, raakte gefrustreerd en werd bozig. Dat was het moment waarop we hem toch maar eens zijn gaan testen."
De eerste keer scoorde Collin net onder de hoogbegaafdheidsgrens, maar die test vond plaats op school, een plek waar het voor hem moeilijk was om het beste van zichzelf te laten zien, zegt Mineke. Bij een latere test bij een specialist bleek Collin een IQ van boven de 130 te hebben (het gemiddelde is 100) en dus 'officieel' hoogbegaafd te zijn.

Inmiddels weet het gezin van Mineke dat dat niet per se iets benijdenswaardigs is. Ook jongste zoon Aaron, nu 6, vertoont alle kenmerken van hoogbegaafdheid. Hij liep bijvoorbeeld al toen hij 9 maanden was. "Mijn beide kinderen hebben nooit gekropen, ze gingen gewoon staan en ze liepen. Ze hadden geobserveerd hoe het moest en ze deden het. Vallen en opstaan hebben ze letterlijk nooit geleerd."
"Daar lopen ze nu tegenaan in het schoolsysteem. Als iets tegenzit of ze krijgen een onvoldoende, dan weten zij niet hoe ze daarmee moeten omgaan. Je kunt wel een snel brein hebben, maar je hebt ook bepaalde vaardigheden nodig, zoals plannen, organiseren, begrijpen hoe iemand anders iets bedoelt, om hulp vragen. En ze moeten léren leren."
Benodigde kennis ontbreekt nog
De oudste is al meerdere keren van school gewisseld. "Dat is best vervelend. We merken dat het goed gaat als er mensen zijn die kennis hebben van hoogbegaafdheid en er feeling en affiniteit mee hebben, maar dat in grote lijnen de benodigde kennis nog ontbreekt. Het is echt een zoektocht naar waar Collin en Aaron passen."
"We zijn nu uitgekomen bij een school buiten het dorp. Een reguliere school, geen speciaal onderwijs, wat erop neerkomt dat we zelf elke dag op onze eigen kosten op en neer moeten rijden. Voor kinderen die er aan de 'onderkant' buiten vallen is van alles geregeld, maar aan de 'bovenkant' niet."
Hoogbegaafdheid is voor een groot deel erfelijk. Mineke is zelf nooit getest, maar vermoedt sterk dat zij ook hoogbegaafd is. "Ik herkende veel in dat boek van Tessa Kieboom. Met havo/vwo-advies van de basisschool komen om vervolgens zonder mbo-diploma van school te gaan omdat je met dat hele schoolse gebeuren niets kan. Dat is mij ook overkomen."
Ze weet inmiddels dat hoogbegaafdheid in haar kant van de familie veel voorkomt. "Enkele kinderen van mijn neven en nichten zijn het ook. Het zou me niets verbazen als het ook bij de oudere generaties in mijn familie voorkomt. In hun tijd was het nog helemaal geen onderwerp."
Juist keihard werken
Waarom laat ze zich niet testen om het zeker te weten? "Ergens ben ik bang dat eruit komt dat ik heel dom ben. Ik vind het spannend, wil ik het weten, wil ik het aangaan? Daarnaast is het een kostbare aangelegenheid, als we ook gelijk Aaron willen laten testen. Terwijl we al heel veel extra kosten hebben, onder meer voor specialistische begeleiding van de jongens. Financieel heeft de zorg voor hen onze prioriteit."
Er bestaan veel vooroordelen over hoogbegaafdheid, merkt Mineke tot haar frustratie. 'Dat we denken dat we beter zijn dan anderen, bijvoorbeeld. Of dat we als ouders onze kinderen heel erg pushen. Niets van waar. En laatst hoorde ik iemand zeggen: 'Ik ben niet hoogbegaafd, ik heb er wél hard voor moeten werken'. Mensen denken dat alles vanzelf gaat, maar mijn kinderen moeten júíst keihard werken om iets te bereiken in deze maatschappij, die niet op hen is ingericht."
"'Omdat mama het zegt' gaat er bij de jongens niet in. Collin en Aaron willen zelf iets in te brengen hebben."
Hoogbegaafdheid is meer dan dat hoge IQ dat bij de meeste mensen wel bekend is, wil Mineke benadrukken. "Hoogbegaafden zijn bijvoorbeeld vaak heel gevoelig en erg perfectionistisch, tegen het faalangstige aan. Ze hebben een groot rechtvaardigheidsgevoel en een al even grote behoefte aan autonomie."
Thuis vergt dat behoorlijk wat aanpassingsvermogen van Mineke en haar man Julliën (46). "'Omdat mama het zegt' gaat er hier niet in. Collin en Aaron willen zelf iets in te brengen hebben. Dat vraagt een andere manier van opvoeden. We doen veel op basis van fingerspitzengefühl. Voelen hoe de vlag erbij hangt en proberen alles op iedereen af te stemmen. Het ene kind is gevoelig voor licht, terwijl het andere zich er juist goed bij voelt. Het ene kind houdt heel erg van praten, terwijl het andere gevoelig is voor auditieve prikkels. Zie dan maar eens iedereen tevreden te stellen."

Mineke vindt houvast bij de opvoedmethode 'positive discipline' om alles thuis in goede banen te leiden. "Die laat heel veel ruimte voor autonomie. Vriendelijk en vastberaden zijn belangrijke termen. Veel regels hebben wij vervangen door afspraken – die maken we samen. Ik merk dat dat veel beter werkt, anders hebben we overal discussies over."
Diepe emoties
Het snelle denken van de jongens gaat ook hand in hand met het ervaren van snelle en diepe emoties, zegt Mineke. "Dat is best pittig. En als het buitenshuis niet goed gaat, krijgen we dat thuis terug. Collin liet op school niet zien dat hij niet lekker in zijn vel zat, maar thuis explodeerde hij."
Collin en Aaron kunnen verder geen labeltjes in hun kleding verdragen en zijn heel gevoelig voor sfeer. "Ze voelen feilloos aan of iemand aardig doet of aardig ís. Als een zwemleraar aardig doet, is de zwemles een drama, en als hij aardig ís, gaat het veel soepeler. Hetzelfde geldt voor leerkrachten, voetbaltrainers, noem maar op. Het is elke keer maar weer afwachten met wie we te maken krijgen."

Heeft hoogbegaafd zijn eigenlijk ook voordelen? "Het is natuurlijk een prachtig talent. Hun creatieve en kritische denkvermogen kan ze enorm ver brengen. Hoogbegaafde kinderen zijn de uitvinders en leiders van de toekomst. Wat ik zelf een van de mooiste dingen vind, is dat ze al van jongs af aan heel duidelijk onder woorden kunnen brengen wat ze nodig hebben. Ik kan fantastische diepgaande gesprekken met ze voeren over hun innerlijke wereld of de buitenwereld."
"Als je me zou vragen of ik het als een vloek of een zegen beschouw, dan zou ik toch zegen zeggen. Omdat het prachtige kinderen zijn met een fantastisch talent, en ik hoop dat de wereld het ook snel op die manier gaat zien."