Tijdens de zoveelste Zoom-meeting dwalen je gedachten ineens naar de zomervakantie en lig je op een zonovergoten strand. Heerlijk toch? Maar wat als je dagdromen je zo meenemen dat je de grip op de realiteit verliest? Dat laatste overkwam Demian Janssen (30). "In mijn hoofd was ik tijdens het dromen een soort superheld."
Je kan niet zeggen dat Demian Janssen (30) bij de pakken is gaan neerzitten. Van het vele dagdromen - dat zijn leven op dat moment negatief beïnvloedde - maakte hij vijf jaar geleden zijn afstudeerproject voor de Willem de Koning Academie. "Ik was verslaafd aan dagdromen en wilde weten of ik de enige was die met dit probleem kampte", zegt Demian.
Als sinds jongs af aan dagdroomt Demian veel. Zo veel zelfs, dat hij er last van kreeg. "Ik werd er ongelukkig van en had het niet meer in de hand. Omdat ik er meer over wilde weten, ging ik op onderzoek uit en kwam ik erachter dat dagdromen – en dan vooral deze zogenoemde 'maladaptieve variant' – een heel complex iets is. Het is lastig te zeggen waar in de psychologie het precies thuishoort en ook ontdekte ik duidelijke links met mentale kwesties zoals onder andere trauma’s."

Demian: "Het was voor mij een gewoonte om voor het slapengaan muziek te luisteren en dan weg te dwalen in mijn eigen fantasiewereld. Soms verstreek er wel een uur voor ik stopte met dromen. Ik was dan niet 'echt' aan het slapen – en fantaseerde terwijl ik wakker was over dingen die beter waren dan mijn eigen leven. Ik kon die dromen controleren en onthield ook alles."
Voor zijn onderzoek struinde Demian vele bronnen af. Zo vond hij betrouwbare informatie in literatuur, maar ook op Reddit, waar hij verschillende andere dagdromers trof. "Sommigen hiervan zagen dagdromen als prettig, anderen ervaarden het precies als ik. In veel dingen die ik las kon ik me vinden. Zo ben ik introvert en leerde ik dat introverte mensen van kinds af aan in een eigen wereld leven."
Veel saaier leven in het echt
"In mijn hoofd was ik tijdens het dromen een soort superheld. Je ziet jezelf dan als ridder of oppermachtige. Of ineens kan je een instrument heel goed bespelen. Dat was leuk, want in het echte leven kon ik dat dus echt niet. Dagdromen is niet per se erg, maar als het de verwachtingen in het echte leven overstijgt, kom je in de problemen. Dan blijkt je leven ineens veel saaier vergeleken met wat je in je hoofd hebt, en dat kan heel teleurstellend zijn."
Als kind werd Demian gediagnosticeerd met autisme, wat later onterecht bleek. "Het zette een jarenlange shitstorm in gang en maakte dat ik soms wilde wegvluchten uit de werkelijkheid. Maladaptief dagdromen was een soort ontkoppelmechanisme voor mij. Net als andere mensen gokken, of naar Netflix of porno kijken om zich te distantiëren van de realiteit. Deze destructieve gewoontes geven je een kort gevoel van voldoening en dat maakt dat je ze blijft uitvoeren. Ook als je weet dat het uiteindelijk weinig oplevert."

Vandaag de dag is Demian nog steeds een dromer, al is het dwangmatige er nu af. "Ik merk dat de hoeveelheid die ik dagdroom in verband staat met hoe gelukkig ik ben. Eén van de uitkomsten uit mijn onderzoek – en daarbij eigenlijk ook meteen de conclusie – was, dat toen ik mijn 'probleem' erkende, het dwangmatige dagdromen stopte."
Voor mensen die introvert of neurotisch aangelegd zijn, kan dagdromen snel overgaan in piekeren of ontvluchten naar een fantasiewereld. "Ben je je daar bewust van, dan verandert het dwangmatige dromen naar de keuze om te dromen: dan doe je het vooral omdat je het leuk en prettig vindt, net als vele anderen doen. In een overwegend extraverte wereld vind ik het nu heerlijk om even lekker af te dwalen met mijn gedachten."
In het echte leven ongelukkiger
Ernst Koster, als psycholoog en onderzoeker verbonden aan de universiteit van Gent, erkent dat sommige mensen zich zodanig laten meeslepen door dagdromen dat je de grip op de realiteit verliest. "Dit dromen, of eigenlijk fantaseren, kan ertoe leiden dat je in het echte leven ongelukkiger wordt, omdat je leven in de dagdroom beter lijkt. Dit 'maladaptief dagdromen' is volgens sommige onderzoekers een apart syndroom, maar de wetenschappelijke status van deze term is nog niet helemaal duidelijk."
Koster doet nu samen met zijn doctoraatstudenten onderzoek naar de relatie tussen dagdromen en mentale gezondheid. "We kijken of er een relatie bestaat tussen de hoeveelheid die iemand dagdroomt en het aanwezig zijn van depressieve gedachtes - en zo ja: wat deze relatie dan precies is."
'Zie dagdromen als een soort mentaal agendabeheer, waarbij alle relevante doelen in je leven voorbijkomen.'
Maar wat is dagdromen precies? "Beeld je eens in dat je een boek leest en ineens niet meer gefocust bent op de pagina’s. Je gedachten nemen een loopje met je en verplaatsen zich naar bepaalde thema’s, waar je zelf niet bewust voor kiest, maar die op dat moment wel belangrijk voor jou zijn", zegt Koster.
Koster legt uit dat dagdromen voor iedere persoon een andere functie heeft. "Redelijk veel onderzoek geeft aan dat we een substantieel deel van de dag dagdromen: zo’n 30 tot 50 procent van de dag zelfs. Dat we dit zo veel doen – ook tijdens het uitvoeren van belangrijke taken – moet haast wel betekenen dat dagdromen een belangrijke functie heeft."
Dromen over een Oscar
Volgens de onderzoeker zie je vaak dat mensen op dezelfde thema’s landen tijdens het dagdromen. "Denk aan interesses, carrière, sociale omgeving en relaties. In veel gevallen hebben de thema’s van je dagdromen een betekenis: de inhoud van je dagdromen zegt iets over je doelen in het leven. Droom je bijvoorbeeld meerdere keren per dag over het winnen van een Oscar? Dan is de kans groot dat dat voor jou een belangrijk doel is. Zie dagdromen als een soort mentaal agendabeheer, waarbij alle relevante doelen in je leven voorbijkomen."
Naast de onderwerpen die actueel zijn op dat moment, kan het ook zijn dat je ineens over dingen dagdroomt die al een tijdje niet meer top of mind waren. "Zoals verrassende, onverwachte thema’s, die kunnen wijzen op iets dat je een lange tijd geleden al wilde doen. Of dat je op een relevant to do-ding stuit, of bepaalde zaken ineens op een andere manier ziet."

Het is goed om te weten hoevéél je dagdroomt. "Doe je dit excessief veel, dan lijkt dat gelinkt aan de kans op negatieve gezondheidseffecten. Dagdromen over het winnen van die Oscar is goed, maar neemt je dagdroom de overhand op de realiteit, dan kan het je in de problemen brengen."
Volgens Koster hebben de hoeveelheid dagdromen te maken met de mate van concentratie die een persoon heeft. "Het kan voor iemand met een sterke neiging tot dagdromen bijvoorbeeld tricky zijn om in het verkeer te werken, omdat dit tot problemen kan leiden. Denk aan iemand die als piloot of treinmachinist werkt. Die kan niet even afdwalen met zijn gedachtes."
Dagdromen trainen
Je kunt dagdromen trainen, of beter gezegd: enigszins controleren. "Haast iedereen dagdroomt. Heb je last van veel dagdromen of negatieve gedachtes? Dan kan mindfulness je stimuleren om minder te dagdromen, maar helemaal tot nul brengen is vrijwel onmogelijk. Anderzijds kun je meer dagdromen ook forceren door bezig te zijn met weinig aandacht vragende activiteiten."
"Denk aan dingen doen die jou bekend zijn of die je saai vindt. Hiermee ontlok je dagdromen, omdat je je aandacht niet hoeft te gebruiken bij hetgeen wat je aan het doen bent. Je gedachten dwalen dan gemakkelijker af, omdat je je hoofd de ruimte geeft om weg te dromen in de richting van andere thema’s."