Het wemelt van de ongeschreven regels in het leven. Wetmatigheden die niemand je vertelt, maar waar iedereen een mening over lijkt te hebben. In deze rubriek nemen we iedere week een situatie of gelegenheid onder de loep: hoe hoort het daar eigenlijk? Deze week: de vijf spelregels van de moestuin.
De situatie
Krokussen koppen op en de eerste narcissen stralen je alweer tegemoet lang de weg. Het is voorjaar! Hét seizoen om weer gezellig aan te modderen in de moestuin. Of nou ja, aanmodderen… Je moest toch het best als je weet wat de mores zijn.
De spelregels
1. Tuinier met TLC
En dan bedoelen we niet de tv-zender. En ook niet de rappende meiden uit de jaren ‘90. Neen, TLC staat in dit geval voor Tender, Love & Care. Elke plant heeft zijn eigen wensen: denk aan zon- en schaduwbehoefte, 'personal space' (jazeker, ook planten hebben graag wat gezonde afstand tot andere planten) en het tijdsbestek waarbinnen je hem moet zaaien en oogsten, weet moestuinier Dominique Verheul. Ze deelt dagelijks leuks en leermomenten in de Facebook-groep Moestuin. Met een beetje liefde en aandacht bloeit er vanzelf wat moois op.
2. Klein beginnen
Weet je nog niet zeker of wekelijks wieden het voor je is, begin dan klein. Goedkoop beginnen kan makkelijk met paprika’s of tomaten van de supermarkt, weet Verheul. "Begin gewoon met alle groentes die je lekker vindt. Er zijn geen makkelijkere of moeilijkere planten, dus kies welke jij zelf het liefste eet. Je kan de zaden van de meeste groentes prima vers zaaien of ze drogen voor later gebruik. Bewaar ze dan op een droge, koele en donkere plek in bijvoorbeeld een koffiefilter of zip-zakje." Zelfs voor de balkonbikkels onder ons is een beetje moestuinen dus prima te doen.
3. Ga gelijk voor goed
Zeg je dan 'Ja! Moestuinieren is iets voor mij!' ga dan meteen voor goed, vindt Jelle van makkelijkemoestuin.nl. Goedkope houten bakken vindt hij maar niks. 'Wat je als beginner nodig hebt, is een goed systeem om te leren moestuinieren. In een tuin die je in één keer meteen goed opzet, met duurzame materialen. Alleen dan heb je er lang plezier en voldoening van. Ga je vanaf het begin af aan goed te werk, en geef je daar nét iets meer aan uit, dan bespaar je op de lange duur honderden euro's. Bovendien ben je dan in één keer klaar en hoef je - met uitzondering van wat zaadjes, aanvullende voeding en af en toe een zak nieuwe mix - nooit meer wat aan te schaffen. Je zal er de rest van je leven profijt van hebben."
4. Vergeet de bloemen niet!
Een moestuin zonder bloemen is geen echte moestuin. Ze lokken bijen en vlinders naar je tuin die planten bestuiven, zodat ze vruchten kunnen dragen. Over dieren gesproken: denk ook aan de vogels, egels, kikkers en slakken die rupsen eten of aan lieveheersbeestjes en kevers die de bladluizen van je planten snoepen. Een vijvertje of bijvoorbeeld een insectenhotel met wat bloemen erbij is dus geen overbodige luxe.
5. Gaat voort en verenigt u
Een moestuin op eigen land is een prachtluxe. Niets zo lekker als aardappels en aardbeien uit eigen tuin. Maar veel stedelingen zullen toch een stuk grond in het buitengebied moeten pachten. Vaak krijg je daar een hele moestuinvereniging met gelijkgestemden bij cadeau. Prima manier om je kennis te vergroten (Hoe krijg jij jouw sla zo mooi? Waarom zijn mijn radijzen krom?) en vrienden met groene vingers te maken. Maar verdiep je dan wel goed in de huisregels van het cluppie, want een ruzie om een rondslingerende rabarber is voor niemand leuk.
