Snuffel jij als een Sherlock Holmes in de whatsapp-gesprekken van je partner? Ligt zijn telefoon open en bloot op tafel? Of interesseer je je niet in zijn berichtjes of zoekgeschiedenis? “Ik stuitte via Google Maps op adressen waar hij was geweest: bij prostituees.”
Het was midden in de nacht toen Naomi (32) wachtte tot haar vriend, met wie ze net samenwoonde, in een diepe slaap was. Zodra ze zijn gesnurk hoorde, sloop ze zo geruisloos mogelijk het bed uit. Hart in de keel, trillende handen. Ze was op weg naar zijn nachtkastje, waar zijn telefoon lag. “Ik had al een tijdje het vermoeden dat hij vreemdging, maar hij bleef ontkennen: er was echt niets, zei hij.”
Een tijdje dacht Naomi dat haar argwaan misschien werd veroorzaakt door het verleden: zes jaar geleden had ze een partner die haar een keer vroeg of ze iets op zijn laptop wilde opzoeken. “Ik stuitte via zijn Google Maps op adressen waar hij was geweest. Het bleken adressen van prostituees. Die jongen heb ik meteen mijn huis uit gezet.”
Toch bekroop Naomi steeds vaker het gevoel dat deze man óók iets te verbergen had. Haar vriendinnen drongen er al een paar keer op aan: kijk in zijn telefoon. “Maar ik deed het nooit, ik denk omdat ik bang was voor wat ik tegen zou komen.” Maar toen Naomi nadacht over kinderen, besefte ze: ik wil de waarheid. “Ik wist dat hij zijn telefoon altijd bij zich had, zelfs als hij ging douchen of naar de wc ging.” Dus toen Naomi de code had achterhaald (gewoon een kwestie van mee-loeren), besefte ze: het moet ’s nachts gebeuren. “Ik vond het heel spannend”, vertelt ze.
De foto’s en berichtjes in de telefoon bevestigden haar bange vermoedens: haar vriend had via Tinder dates met andere vrouwen. “Mijn voorgevoel klopte.” Naomi zette haar vriend de deur uit en deed – vanwege zijn overspel – een soatest. Ze bleek HPV te hebben. “Ik was er ziek van, en heel boos. Maar ook verdrietig; hij was voor mijn gevoel, vanwege mijn leeftijd, mijn laatste hoop op kinderen.”
Wantrouwen
De sterke behoefte om elkaar te controleren, ontstaat eigenlijk vooral bij stellen waar al wantrouwen is, zegt Karin Wagenaar, relatietherapeute en klinisch psycholoog. “Als je geen reden hebt om te denken dat er iets buiten jou om gebeurt, dan hoef je niet in zijn spullen te snuffelen of in die telefoon te kijken – dat is dan helemaal geen interessant ding.”
Zoals Murielle, die nooit in de telefoon van haar man Richard kijkt. “Hier gebruiken we elkaars telefoon niet”, zegt ze op de Facebookpagina van RTL Nieuws na een oproepje. “Nooit gedaan ook, ook niet als de man zijn telefoon thuis vergeet. Het is een kwestie van vertrouwen.” Bernard reageert stelliger: “Als je vriend of vriendin je telefoon bekijkt en alles uitzoekt waar jij mee bezig bent, dan is diegene gewoon ziekelijk jaloers.”
'Je hebt geen idee wat je partner allemaal uitspookt op die telefoon. Daardoor kan je je buitengesloten voelen'
Maar wie al een keer is bedrogen, heeft een relationeel trauma opgelopen, weet Wagenaar. “Je hebt het gevoel dat je diegene kan vertrouwen, en nu ineens is er een deel van je partner dat je niet kent. Je gaat aan alles twijfelen: is hij of zij een ander mens dan ik dacht, is de relatie niet goed, was ik te naïef? Zoiets heeft verstrekkende consequenties.”
Bovendien is die telefoon een multifunctioneel, allesomvattend apparaat, en daardoor ‘heel diffuus’, benadrukt Wagenaar. “Doordat je er heel veel mee kunt, hebben partners van elkaar vaak geen idéé wat de ander uitvoert op die telefoon. Dat is heel onoverzichtelijk en daar kun je onzeker van worden, daar kan het gevoel door ontstaan dat je je buitengesloten voelt.” En zodra er gevaar dreigt, gaan onze innerlijke alarmbellen rinkelen. “Als mensen denken dat er iets niet klopt in de relatie, dat ze iets niet kunnen plaatsen, dan gaan ze op zoek naar een verklaring of antwoorden. Dat is heel normaal.”
Daarnaast wordt de mate van wantrouwen – en de neiging om je partners spullen te besnuffelen – bepaald door je persoonlijke hechtingsstijl. “Als je op een veilige manier gehecht bent, dan vertrouw je de mensen om je heen”, weet Wagenaar. “Wie onveilig gehecht is geraakt, zal eerder anderen wantrouwen.” Dat kan komen door een moeilijke jeugd, door een ex die je heel erg heeft gekwetst door bijvoorbeeld vreemd te gaan, of doordat je vertrouwen al eens eerder is geknakt door je huidige partner. “Je ziet dat mensen die hun partner één keer hebben betrapt, iedere keer opnieuw gaan kijken. Het is moeilijk om het los te laten. Die telefoon is een soort besmet gebied.”
'Als ik die telefoon zag, werd ik kotsmisselijk, ook al was het jaren geleden gebeurd'
Dat ondervond Berber (30) ook. Eén keer betrapte ze haar vriend erop dat hij met andere meisjes had geappt, in het begin van hun relatie. “We waren inmiddels al drie jaar verder, en toen kwam ik per toeval die seksueel getinte berichtjes tegen. Het feit dat-ie ze niet had gewist, en dat ik zomaar in zijn telefoon kon komen terwijl hij even hardlopen was, betekent eigenlijk al dat het voor hem niets betekende.” Maar toch: nadat Berber die ontdekking had gedaan, werd ze iedere keer ‘kots- en kotsmisselijk’ als ze zijn telefoon zag. “Ik wilde niet kijken, omdat ik bang was om nog meer tegen te komen, maar ik wilde ook niet níét kijken, uit angst dat ik besodemieterd zou worden door iemand met wie ik een toekomst wilde opbouwen.”
Vertel je het wel of niet?
En dan is er nog die afweging: als je iets tegenkomt wat niet helemaal in de haak is – een keer een flirterig appje naar een collega, of een bikinifoto van een ex – moet je het dan zeggen of niet? Berber besloot open kaart te spelen, en daar heeft ze achteraf spijt van. “Ik kreeg te horen dat mijn vriend toen toch wel wat gevoelens heeft gehad voor dat meisje, terwijl dat nu allang over was en hij heel duidelijk voor mij koos. We hebben het er heel moeilijk mee gehad, veel ruzies en zware gesprekken, en soms dacht ik: had ik maar niet gekeken. Ik snap nu wat de uitspraak ‘wat niet weet, wat niet deert’, betekent."
Naomi daarentegen was juist blij dat ze had gekeken. Hoe gek ze het ook vindt klinken als ze het zichzelf hoort zeggen: de bevestiging dat haar vriend vreemdging, voelde als een opluchting. “Ik bedacht me dat ik hem liever kwijt kan zijn dan rijk. Want de geschiedenis herhaalt zich, en die stress is het niet waard.”
Wagenaar benadrukt: de neiging heeft om je partner te checken, is een symptoom. “Het is geen verslaving, geen opzichzelfstaand probleem.” Stelletjes bij wie dit probleem speelt, raadt Wagenaar altijd aan om erover te praten. “Wat ligt er áchter die neiging om iemand te controleren?” Bijna altijd is het angst. De angst om iemand kwijt te raken, de angst dat er iets gebeurt wat je niet wilt. “Dat moeten mensen naar elkaar uitspreken.”
'Ik weet niet of ik ooit kan stoppen met checken, ook al heb ik beloofd het niet meer te doen'
Die angst, dat herkent Marjolein (29) wel. Toen ze 1,5 jaar een relatie had, zat ze op vakantie een keer op de wc met de telefoon van haar vriend in haar handtasje. “Ik heb toen even gekeken omdat ik het gevoel had dat er iets was. Geen idee waar het vandaan kwam.” Ze zag berichtjes met een collega. “Niet overdreven intiem, maar je wilt niet dat je vriend veel berichtjes naar een andere vrouw stuurt.” Vanaf dat moment kon Marjolein moeilijk stoppen met checken. “Ik deed het een tijd echt stiekem. Het kwam later pas uit, omdat ik hem confronteerde met iets wat ik had gevonden in zijn telefoon – seksueel getinte berichtjes. Daar hebben we best wat ruzie en gedoe om gehad.” Ook vond Marjolein het vervelend dat zijn moeder wat nare dingen over haar had geappt. “Daar had hij mij niets over verteld, daar werd ik echt kwaad om.”
Marjolein en haar man spraken af dat als ze ernaar vroeg, ze mocht kijken. Af en toe kijkt ze ook zónder het haar man te vragen. “Dat voelt heel raar en stiekem, maar het vertrouwen is gewoon echt beschadigd. Het moet weer groeien. Ik weet niet of ik er ooit mee kan stoppen, ik hoop het.”
Want niemand is er trots op dat-ie stiekem in de telefoon van de partner snuffelt. Mensen schamen zich vaak als ze zoiets hebben gedaan, het voelt alsof ze een grens zijn over gegaan. Berber: “Ik durfde het niet eens aan mijn beste vriendin te vertellen. Ook al had ik iets gevonden wat niet oké was, ik schaamde me kapot en dacht alleen maar: wat voor relatie heb ik als ik in zijn telefoon snuffel? Ik voelde me een jaloers kreng, terwijl ik eigenlijk helemaal niet zo in elkaar zit.” Wagenaar herkent dat: “Als mensen kijken en niets vinden, schamen ze zich het meest. Dan is de schaamte soms nog groter dan de geruststelling.” Als ze wel iets ontdekken, dan wordt dat gevoel van schaamte overschaduwd door boosheid, ontzetting, angst en teleurstelling.”
Houd moed
Maar wie er ook de grens overgaat, op welke manier dan ook: het kan goedkomen. “Het gif moet eruit”, zegt Wagenaar. “Die telefoon moet niet meer als gevaarlijk voelen.” Hoe je dat doet? Heel simpel: openheid creëren, de behoefte aan privacy iets meer bijstellen. Laat je telefoon zien, geef je partner je wachtwoorden en codes. “Het is een crisissituatie, er zit niets anders op. Vooral als de persoon in kwestie is vreemdgegaan, is dat helaas de consequentie, omdat het vertrouwen beschaamd is. Sommigen vinden dat heel moeilijk, die voelen hun autonomie en privacy in gevaar komen.”
Astrid snapt dat. Op Facebook reageert ze: “Mijn telefoon is van mij en daar hoeft niemand aan te komen. Wat ik met vriendinnen bespreek en andersom heeft niemand anders iets mee te maken. Ik kijk ook niet in andermans telefoon. Ook in een relatie heb je recht op een stukje privé. Ik vind het zielig als vrouwen in de telefoon van hun man gaan snuffelen.” Waarop Martine reageert: “Waarom heet het snuffelen? Daar impliceer je mee dat het stiekem is. Als mijn telefoon leeg is, pak ik gewoon die van mijn man hoor. En ja, dan ga ik spelletjes spelen, voeg ik gekke mensen toe op zijn Facebook. Dat heet humor.”
'Ik vertrouw mijn man volledig, maar ben gewoon nieuwsgierig'
Daisy vraagt zich af ‘waarom iedereen zegt dat er wat mankeert aan je relatie als je in andermans telefoon kijkt’. “Er mankeert niets aan onze relatie, maar ik kijk weleens in de telefoon van zijn man. Niet omdat ik hem niet vertrouw – ik vertrouw hem volledig – maar gewoon omdat ik supernieuwsgierig ben.”
Het is duidelijk: niet iedereen hecht zoveel waarde aan zijn eigen privacy – en die van de partner. Zoals Samantha (28) en haar man, met wie ze twee kinderen heeft. “Bij ons liggen beide telefoons op tafel en als ik op die van mij kijk of ik een berichtje heb, kijk ik ook even op de telefoon van mijn man. En andersom doet hij dat ook. Eigenlijk zijn het twee draagbare huistelefoons. Het maakt niet uit wie opneemt of wie een bericht beantwoordt.”
Samantha speelt weleens een spelletje op de telefoon van haar man, of ze scrolt even door zijn Facebook. “We hebben niets te verbergen, we zijn niet voor niets getrouwd met elkaar.” Lachend voegt ze eraan toe: “Mocht hij vreemdgaan, dan weet hij dat hij alle sporen héél goed moet uitwissen.”
Goede balans
Volgens Wagenaar is privacy belangrijk in een goede relatie, maar openheid ook. “Het is een kwestie van een goede balans vinden die voor beide werkt.” Iemand stiekem checken kan dwangmatig worden, continu alles met elkaar delen en geen eigen privacy meer hebben, ook. “Het belangrijkste is dat je je allebei veilig voelt in een relatie. Ga na: wat heb je daarvoor nodig? Als je daar samen een antwoord op kan vinden zonder grenzen over te gaan, dan ben je al een heel eind.”
Naomi begint dat nu ook te voelen. Nadat ze haar vreemdgaande ex een jaar geleden haar huis uit schopte, is ze nu weer aan het daten. En ja: het is nog heel pril, maar hij is leuk. En, het allerbelangrijkste; ze heeft, ondanks haar verleden, nog geen een keer de neiging gehad in zijn telefoon te kijken. “Het komt niet in me op, want het gevoel zit goed.”
Door Lisanne van Sadelhoff
*De naam van Berber is op haar verzoek gefingeerd