Ga naar de inhoud
Gezin

Je kind veilig aan een tuigje: 'Niets om je voor te schamen'

Een kind aan een tuigje. Archieffoto. Beeld © iStock

Een drukke stad door met een nieuwsgierige en eigenwijze peuter. Een echte uitdaging als je het ouders vraagt. De laatste jaren zie je daarom steeds meer kinderen met een tuigje. Niets om je voor te schamen, zegt pedagoog Bas Levering. Hij hoopt zelfs dat meer ouders dat durven.

'Wat zielig, dat doe je toch niet? Kan je kind niet gewoon naar je luisteren?' Freya van der Made-Berveling heeft twee van haar vier kinderen aan een tuigje gehad toen ze een jaar of 2 waren. Haar vaste antwoord: "Als hij onder een auto loopt, dat is pas erg!"

'Veiligheid ging voor alles'

Haar zoons zijn inmiddels 20 en 8. "In die tijd waren er ook nog niet van die vrolijke tuigjes die je nu ziet, in de vorm van een aapje of een schildpad."

Dus moesten ze het doen met een saai riempje zoals op de foto hierboven, met een hengsel van ongeveer anderhalve meter. "Veiligheid ging bij mij voor alles, tegelijkertijd wilde ik wel dat mijn kinderen veel buiten speelden. Bij mijn jongste zoon gebruikte ik het tuigje vooral bij boodschappen doen. Hij wou niet in de buggy, maar onderweg naar het winkelcentrum moesten we wel een drukke weg oversteken."

Maar een paar maanden

De peuterfase is een en al strijd, zegt Freya, die nu ouders van jonge kinderen ondersteunt in de opvoeding. "En kinderen zijn altijd sneller dan je beseft. Ze kunnen sneller en slimmer zijn dan je als ouder kunt bedenken."

Dus zag ze het tuigje als iets noodzakelijks. Het was maar een paar maanden nodig, herinnert ze zich. "Het was een korte periode om mijn kinderen te leren om dichtbij me te blijven en te luisteren."

'Vergelijk het met de box'

"Als het bedoeld is om kinderen ruimte te geven en het veiligheid geeft, heb ik geen bezwaar", zegt pedagoog Bas Levering. "Het tuigje is een heel oud middel dat vaak gebruikt werd. Op een gegeven moment kwam er kritiek, omdat het de bewegingsvrijheid van kinderen zou inperken. Maar voor de veiligheid is het natuurlijk helemaal niet zo gek."

Levering vergelijkt het met de box. Daarover kreeg hij in NRC een vraag voorgelegd: is de box nog van deze tijd? "Grootouders beklaagden zich erover dat hun kinderen geen box wilden terwijl het thuis heel gevaarlijk was. Mijn antwoord was: de box is een heel aangenaam instrument. Een kind zit daar rustig en het is veilig. Het is voor een kind ook fijn om ongestoord op zichzelf te kunnen zijn, het kan er vaak heerlijk spelen."

'Vroeger vonden we het niet erg'

Zo zou je ook naar dat tuigje kunnen kijken, zegt de pedagoog. "Als kinderen gaan lopen, is dat een ramp in huis. Allerlei dingen in huis zijn niet veilig. Het is ook lastig: kinderen van die leeftijd begrijpen nog niet wat een verbod is. Dus je zult ze op de een of andere manier in de hand moeten houden."

Zielig is het niet, kinderen raken er gewoon aan gewend. "Het gaat om kinderen die net kunnen lopen. Zodra ze iets nieuws kunnen, willen ze dat zo veel mogelijk doen."

Dus ouders, het is niets om je voor te schamen, zegt Levering, die zelfs hoopt dat meer ouders weer voor het tuigje kiezen en dat de krampachtigheid er vanaf gaat. "Vroeger vonden ouders het geen gek gezicht, maar nu willen we onze kinderen geen enkele belemmering opleggen. Er is een soort ideologie dat kinderen alle ruimte moeten krijgen, zelf als ze zichzelf in gevaar kunnen brengen."