Ga naar de inhoud
Weer naar school

Ouders uit noodzaak hulpje van overbelaste juf

Ouders controleren de leerlingen op hoofdluis. Archieffoto. Beeld © ANP

Wie kan luizen pluizen, helpen met knutselen, het schoolplein opknappen? Met de start van het schooljaar druppelen de klusverzoekjes van school weer binnen. Ouders worden onder druk gezet, ziet onderwijsadviseur Peter de Vries. "Terwijl is aangetoond dat je kind er niets aan heeft dat jij die klusjes doet."

'Uw betrokkenheid bij deze activiteiten is onmisbaar voor de school en is heel motiverend voor uw kind!' Dit soort teksten vindt Peter de Vries op de websites van veel basisscholen. "Ik zie het als ouders een beetje onder druk zetten. Het zou een probleem van de overheid moeten zijn, maar in plaats daarvan zeggen scholen eigenlijk: 'Als u niet meehelpt, moeten wij uw kinderen allerlei leuke activiteiten onthouden'."

Meer respect

Het verzoek om hulp mag wel wat respectvoller, vindt De Vries, die werkt voor CPS Onderwijsontwikkeling en advies. "Scholen moeten zich realiseren dat ze vrijwilligers vragen die in de drukste tijd van hun leven zitten. Kinderen, werk, school, sport, enzovoort."

Zo helpen ouders op de basisschool

  • 40 procent gaat mee op schooluitjes en excursies
  • 30 procent helpt mee bij evenementen en sportdagen 
  • 17 procent doet aan voorlezen of samen lezen op school
  • 14 procent helpt bij de luizencontrole
  • Een klein percentage ouders is lid van ouderraad, van een schoolcommissie of doet bijvoorbeeld werk als klaar-over
  • ​6 procent helpt niet

(Er waren meerdere antwoorden mogelijk.)

Bron: Ouders&Onderwijs 2017

Je kind heeft er niets aan

Je eigen kind schiet er niets mee op als je als luizenmoeder of knutselvader aan de slag gaat. Zo werkt het niet, zegt De Vries. Scholen verwarren ouderparticipatie (zoals 'rijouder' zijn voor het schoolreisje) vaak met ouderbetrokkenheid, constateert hij. "Van participatie, dat je net zo goed vrijwilligerswerk kunt noemen, is nooit aangetoond dat het enig effect op kinderen heeft. Het is niet zo dat hoe meer ouders meehelpen op school, hoe beter de prestaties van hun kind zijn."

Heel anders dan bij ouderbetrokkenheid, oftewel je kind helpen en stimuleren. Dat heeft een ongelooflijk groot effect op het leren en het welbevinden van kinderen, zegt de onderwijsdeskundige. Betrokken zijn is bijvoorbeeld overleggen met school over je kind of thuis doorvragen naar wat op school geleerd is. En daar speels mee oefenen. Het vreemde is dat scholen veel minder aandacht hebben voor betrokkenheid dan voor de klusjes op school, merkt De Vries. 

Waarom zijn ouders betrokken bij de basisschool van hun kind?

  • 58 procent vindt dit normaal, het hoort zo
  • 47 procent vindt het leuk
  • 40 procent wil een actieve bijdrage leveren aan het onderwijs van het kind
  • 43 procent zegt dat het kind het fijn vindt
  • 35 procent wil een actieve bijdrage aan de school en alle kinderen op school 
  • 12 procent is betrokken omdat het wordt verwacht of verlangd van de school
  • 8 procent heeft een andere reden

(Er waren meerdere antwoorden mogelijk.)

Willen ouders meer of minder tijd aan school besteden?

  • 16 procent wil meer
  • 78 procent wil net zo veel als nu
  • 6 procent zou minder willen doen

Bron: Ouders&Onderwijs 2017

Andere oplossing voor de werkdruk

Ouders die het hulpje van de juf worden, dat is niet de oplossing voor de hoge werkdruk die veel juffen en meesters voelen in het basisonderwijs. De leerkrachten moeten een betere, individuele band met ouders opbouwen. Daar is volgens De Vries (tijd)winst te halen.

De onderwijsdeskundige is bezig met een promotieonderzoek aan de Universiteit Utrecht waarin hij wil aantonen dat de werkdruk afneemt door met iedere afzonderlijke ouder zorgvuldig de samenwerking aan te gaan, en niet door meer participatie. Als ouders betrokken zijn bij de voortgang van hun kind, stijgt het niveau van hun zoon of dochter en neemt de werkdruk van de juf af, is zijn verwachting. 

'Ouders zijn geen kleuters'

Hoe moet dat dan? In elk geval niet met een afgeraffeld tienminutengesprekje op te krappe kinderstoeltjes of een massale bijeenkomst voor alle ouders. Wel met een persoonlijk kennismakingsgesprek aan het begin van het schooljaar, het liefst met ouders, juf of meester én kind, zegt De Vries.

"Ouders zijn geen kleuters, maar volwassenen met een carrière. Je moet ze geen 'taakjes' geven, maar samen afspreken wat ze voor de school en hun kind kunnen betekenen." Die investering aan het begin betaalt zich later uit, ziet De Vries op scholen die het al zo aanpakken. 

Meer op rtlnieuws.nl: