Kledingmerken hebben nog steeds veel te weinig compensatie betaald aan de slachtoffers van de ingestorte kledingfabriek Rana Plaza in Bangladesh. Van de beloofde 30 miljoen euro, is ruim de helft niet overgemaakt, zegt de Schone Kleren Campagne.
Meerdere kledingmerken weigeren de compensatie te betalen aan het Rana Plaza fonds. Het gaat om bijvoorbeeld Benetton en het Franse Carrefour. C&A is het enige Nederlandse bedrijf dat kleding bij de Rana Plaza fabriek liet produceren. Het heeft tot nu toe 550 duizend euro (660 duizend dollar) in het fonds gestopt, maar dat is volgens de Schone Kleren Campagne niet voldoende. Ook het bekende kledingmerk Mango zou onvoldoende aan het compensatiefonds hebben betaald.
ZIE OOK: Kledingfabrieken Bangladesh
Achttien maanden geleden stortte het acht verdiepingen tellende gebouw Rana Plaza in. Daarbij kwamen 1138 mensen om het leven. Het instorten van de kledingfabriek leidde tot felle kritiek op de arbeidsomstandigheden in de Bengaalse textielbedrijven. Modeketens die in het complex kleding bestelden, beloofden een compensatiefonds voor de slachtoffers te vullen.
Niet alleen met de compensatie voor de slachtoffers is volgens de Schone Kleren Campagne iets mis. Fabriekseigenaren in Bangladesh zouden ook weigeren om ex-arbeiders uit de ingestorte kledingfabriek Rana Plaza werk te geven. Ze zouden 'te beschadigd' zijn, of een 'te groot risico' vormen.