Om Nederlandse huizen gasloos te krijgen, denken beleidsmakers eraan om een forse belastingverhoging op gas door te voeren. Wat kost dat, en wat zijn je alternatieven? We leggen het uit in vijf vragen.
1. Hoeveel gaan we meer betalen voor gas?
De zogenoemde 'klimaattafel' is bezig maatregelen te bedenken om de CO2-uitstoot terug te dringen. Belasting is een middel om van het gas af te komen, bevestigt een woordvoerder van het Klimaatakkoord na berichtgeving van de Volkskrant.
Hoeveel je gaat betalen als je gas wilt blijven gebruiken en vanaf wanneer is nog niet in beton gegoten. Volgens de krant stijgt de belasting met 75 procent in 12 jaar tijd. Dat duurt dus nog even. Voor een gemiddeld huishouden (gasverbruik van zo'n 1.600 tot 1.700 kuub per jaar) komt dat uiteindelijk neer op zo'n 380 euro per jaar, of iets meer dan drie tientjes per maand extra.
Volgens de woordvoerder valt het uiteindelijke bedrag dat je onderaan de streep moet betalen wel mee. "De gasrekening wordt duurder, maar de stroomrekening gaat omlaag, dus daar gaat een compenserend effect van uit. Netto moet het ongeveer hetzelfde uitpakken."
2. Wat kost het om helemaal van het gas af te komen?
Deze belasting moet een gedragsverandering voor elkaar krijgen: mensen moeten minder gas gaan gebruiken en meer 'schone energie' in de vorm van elektriciteit. Daar hangt wel een prijskaartje aan. Begin dit jaar berekende onderzoeksbureau Ecorys hoeveel een standaard rijtjeshuis in totaal zal moeten investeren: gemiddeld 18.000 euro voor een elektrische warmtepomp en isolatie van de woning. Een groter huis is waarschijnlijk meer kwijt. Voor oudere huizen geldt dat ze eerst goed geïsoleerd moeten worden.
Volgens de onderzoekers bestaat 'het risico dat grote groepen in de samenleving financieel in de knel komen' door deze stap. De klimaattafel zint op manieren om mensen met een kleine beurs te ontzien.
In deze video legt Sanne Boswinkel uit waarom je je geld beter naar de bouwmarkt kunt brengen, dan naar de bank:
3. Wat kost zo'n elektrische warmtepomp?
Dat hangt af van het type pomp dat je kiest en het type woning dat je hebt, plus de eventuele aanpassingen die erbij nodig zijn aan je huis. Kosten varieren van 4.000 euro tot 12.000 euro. De montagekosten lopen uiteen van 2.000 euro tot 8.000 euro, volgens verwarmingsbedrijf Vaillant.
De goedkoopste versie is een zogenoemde hybride warmtepomp, die elektrisch is en op gas werkt. De duurste is een warmtepomp met bodembron. Om die te installeren moet er diep geboord worden, met speciale apparatuur. Dat maakt het prijziger - denk aan zo'n 20.000 euro voor de hele onderneming - maar je bespaart dan wel meer.
Je kunt ook nog kiezen voor een elektrische ketel of een zonneboiler, maar dan blijf je - net als bij een hybride pomp - wel gas gebruiken.
LEES OOK: Weg met de cv-ketel: dit zijn je alternatieven
4. Wat levert dat op?
Als je in een goed geïsoleerde eengezinswoning woont ben je jaarlijks zo'n 680 euro kwijt aan gaskosten. Met een warmtepomp kun je zo'n 180 euro tot 320 euro per jaar besparen, volgens Milieu Centraal.
Je bespaart, want stroom is goedkoper. Zeker als de belasting op stroom ook nog eens omlaag gaat, zoals de plannen melden. Bovendien heeft een elektrische warmtepomp minder energie nodig om hetzelfde effect te hebben als een HR-ketel op gas.
In combinatie met subsidie is het dus goed mogelijk dat je de investering binnen tien jaar terugverdient, volgens de Vereniging Eigen Huis. Dat is wel afhankelijk van je specifieke situatie.
Volgens verwarmingsbedrijf Vaillant ligt de terugverdientijd tussen de 9 en 14 jaar.
5. Hoe moet ik dat betalen?
Er bestaan subsidies voor energiebesparende maatregelen. Bij de warmtepompen varieren die van 1100 euro voor een hybride pomp, tot 2500 euro voor een bodembronpomp.
Ook kun je een energielening afsluiten. Daarmee kun je tegen 1,9 tot 2,7 procent rente maximaal 25.000 euro lenen voor verduurzaming van je huis.
In principe mag je niet meer lenen dan de waarde van je nieuwe huis, maar verduurzamende verbouwingskosten kun je wel meefinancieren in je hypotheek, tot maximaal 106 procent van de woningwaarde.