Het aantal mensen dat wisselt van beroep is afgelopen jaar weer toegenomen. In 2017 waren er 937.000 mensen tussen de 15 en 75 jaar die een ander beroep hadden dan het jaar daarvoor. Het gaat vooral om jongeren en hogeropgeleiden.
Na piekjaar 2008, toen ruim een miljoen mensen van beroep veranderden, daalde het aantal beroepswisselaars tot 777.000 in 2014. Sindsdien neemt dit aantal jaarlijks weer toe, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Een deel van die beroepswisselaars bleef wel in dezelfde beroepsklasse werken. Het gaat om 279.000 mensen in 2017. Als voorbeeld geeft het CBS een verpleegkundige die verdergaat als gespecialiseerd verpleegkundige.
Bijna een derde van de beroepswisselaars is jonger dan 25 jaar. Het gaat daarbij deels om jongeren met een bijbaan die op school zitten. Denk aan kassamedewerkers, horecapersoneel, vakkenvullers en dagbladbezorgers.
Een scholier die als vakkenvuller werkt en de overstap maakt naar afwasser in een restaurant verandert dus van beroepsklasse, aldus het CBS.
Hoger opgeleiden
In andere leeftijdscategorieën zijn er minder beroepswisselaars: bij 25- tot 45-jarigen stapte er 13 procent over van beroep, en bij de 45-plussers slechts 6 procent. Kijkend naar het opleidingsniveau had 6,2 procent van de lageropgeleiden in 2017 een ander beroep dan in 2016. Onder hogeropgeleiden was dit 10,6 procent.
Van de 633 duizend beroepswisselaars van 25 tot 75 jaar ging twee derde aan de slag in een andere beroepsklasse, vooral mensen met commerciële beroepen (ruim 12,5 procent), in bedrijfseconomische en administratieve beroepen (11 procent) en managers (10 procent). Mensen die in de zorg werken en van beroep wisselen, blijven vaker wel dan niet in de zorg werken.