Ga naar de inhoud
Geld en Werk

EU-Parlement stemt over afschaffen zomertijd, hoe zinvol is dat?

Beeld © Thinkstock

Vanmiddag wordt er in het Europees Parlement gestemd over het verzetten van de klok. Als het aan de initiatiefnemers ligt, moet daar een einde aan komen. Maar zelfs als het parlement voor afschaffing stemt, hoeft dat helemaal niet te betekenen dat dit ook gebeurt. Bovendien lijkt hard bewijs voor de noodzaak van het afschaffen te ontbreken.

Het Europees Parlement stemt over twee moties: de ene roept de Europese Commissie op om met een voorstel te komen om de zomertijd af te schaffen, de ander roept op tot een onderzoek naar de gevolgen van de afschaffing van de zomertijd.

Update: Europees Parlement wil onderzoek naar effecten zomertijd

Een van de grote voorstanders van het afschaffen van het verzetten van de klok is CDA-Europarlementariër Annie Schreier-Pierik. Zij strijdt er al jaren voor omdat het volgens haar de 'biologische klokken zou ontregelen' van mensen en dieren. Dat zou voor gezinnen en veehouderijen een probleem zijn.

Aanslag op bioritme

Naaste medewerker van Schreier-Pierik, Kees Bos, vertolkt het standpunt nog wat steviger: "Het is een aanslag op je bioritme voor het gezinsleven en de economie." Volgens hem blijkt uit onderzoek dat twintig procent van de bevolking fysiek last heeft van het verzetten van de klok. In welk onderzoek dat staat, werd ook na herhaalde verzoeken niet duidelijk.

De CDA'ers lijken net zoals andere voorstanders van afschaffing creatief om te springen met onderzoeksresultaten. De groep van parlementariërs die afschaffing steunt haalt vaak een onderzoek van het parlement aan waaruit onder andere zou blijken dat door het verzetten van de klok meer verkeersdoden vallen en er nadelige effecten zijn voor de landbouw en de gezondheid. 

Voor het onderzoek van het parlement werden de conclusies van vele onderzoeken naar de effecten van het verzetten van de klok naast elkaar gelegd.

Geen duidelijke conclusies

Opmerkelijk is dat het onderzoek van het Europees Parlement veel minder stellig is dan de parlementariërs doen voorkomen. Voor alle economische sectoren blijkt dat er eigenlijk geen conclusies zijn te trekken over de voor- of nadelen. Ook wordt de conclusie dat er meer verkeersslachtoffers zouden vallen bijvoorbeeld nadrukkelijk niet getrokken.

Wel lijken de effecten op het bioritme van de mens langduriger te zijn dan eerst werd gedacht. Een gezaghebbend onderzoek in opdracht van het Duitse parlement raadt aan om meer onderzoek te doen naar de mogelijke nadelige effecten op het menselijk lichaam, om duidelijkheid te verschaffen. Ook naar de mogelijke effecten op het aantal verkeersoden moet meer onderzoek worden gedaan om heldere conclusies te kunnen trekken. 

Melkveehouders

Wat het bedrijfsleven betreft wordt er vaak gedacht dat vooral boeren last hebben van de omschakeling. Ook daar vinden de onderzoekers van het parlement geen hard bewijs voor. Volgens de onderzoekers klaagden boeren vooral vroeger over de impact op melkkoeien van het verzetten van de tijd.

Maar door moderne melktechnieken 'lijken deze zorgen niet relevant meer', is de conclusie. Slechts een derde van boeren zou het verzetten van de klok nog als een belangrijk thema beschouwen.

Nuchter

Daar is melkveehouder Kees van der Eijk het wel mee eens. Het kan zijn dat na een kortere nacht de koeien iets minder melk geven. "Maar ja, daar staat tegenover dat je een half jaar later een uur meer melk hebt", zegt de boer.

Voor de koeien maakt het allemaal niet veel uit. De eerste keer 'moet je ze een beetje overeind jagen', maar daar blijft het wel bij. Van Van der Eijk hoeft er dan ook niets te veranderen: "Wij willen 's avonds nog weleens wat sporten", dat doet de boer liever in het licht.

'Helemaal uit je ritme'

Collegamelkveehouder Ben Spelt is minder te spreken over het verzetten van de klok. "Het is niet prettig, je bent helemaal uit je ritme. Van mij mogen ze het afschaffen." Maar ook Spelt ziet dat het voor zijn koeien allemaal geen verschil maakt. "De beesten hebben er niet veel last van, ze passen zich erop aan", aldus de Noord-Hollander.

Ook voor deze boer is het dan ook geen halszaak: "Het is niet zo'n gigantisch probleem, maar van mij had het niet gehoeven."

Meerderheid?

Donderdag stemt het Europese Parlement over twee moties. Bos verwacht dat er een meerderheid stemt voor de motie die de Europese Commissie oproept om de Europese richtlijn zo te wijzigen dat het verplicht verzetten van de klok wordt gestopt.

Of die hoop gegrond is, moet donderdag blijken. De kwestie is namelijk door bijna alle partijen tot 'vrije kwestie' voor de parlementariërs bestempeld, waardoor de fracties niet gezamenlijk stemmen, maar iedere volksvertegenwoordiger zelf mag beslissen.

Noord en zuid

Bos verwacht dat er niet zozeer een verschil te zien zal zijn tussen de verschillende Europese politieke families, maar vooral tussen noord en zuid. In de zuidelijke lidstaten, waar de lengte van de dagen minder wisselt door het jaar heen, zou het verzetten van de klok veel minder een issue zijn.

Als de motie tot afschaffing wordt aangenomen dan heeft dat nog niet direct en mogelijk zelfs geen gevolgen. Het aannemen van de motie betekent dat het parlement de Europese Commissie oproept de zomertijd af te schaffen. 

Maar vrijwel geen enkele lidstaat is volgens het onderzoek van het Europees Parlement geïnteresseerd te zijn om de regeling aan te passen, waarmee het draagvlak lijkt te ontbreken om iets te veranderen.

Bovendien zou het wijzigen of schrappen van de Europese regel er niet toe leiden dat de zomertijd in de lidstaten wordt afgeschaft, alleen de Europese verplichting zou dan komen te vervallen. Lidstaten kunnen dan weer zelf hun beleid maken. Uit het onderzoek blijkt wel dat het hanteren van verschillende tijden in aangrenzende landen nadelig is voor de economie.

Geen issue voor regering

De Nederlandse regering lijkt niet echt bezig te zijn met het onderwerp. Een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken laat weten dat Nederland gewoon de Europese regels in wet heeft omgezet. Voor de Nederlandse positie in Europa verwijst Binnenlandse Zaken door naar Buitenlandse Zaken.

Een woordvoerder van Buitenlandse Zaken laat weten dat Nederland pas zijn positie bepaalt als er eventueel een voorstel komt van de Europese Commissie om de huidige richtlijn te wijzigen. De verwachting is dat de volgende Commissie zich op zijn vroegst over het onderwerp zal buigen.