Minister Jeroen Dijsselbloem maakt zich grote zorgen over de mogelijke Amerikaanse miljardenboete voor Deutsche Bank. Hij wil snel internationaal overleg over de hoge Amerikaanse boetes voor Europese banken, want die zouden zo hoog zijn dat de financiële stabiliteit van Europa bedreigd wordt.
Het Internationaal Monetair Fonds zou het op de agenda moeten zetten, stelt Dijsselbloem. Hij vreest dat de boete voor Deutsche Bank een serieus probleem kan vormen. Amerikaanse boetes kunnen zo hoog uitvallen dat het voor banken bijna onmogelijk wordt zichzelf te versterken.
Hoge boetes
Deutsche Bank onderhandelt op dit moment met de Amerikaanse justitie over een mogelijk boete van 14 miljard dollar, wegens de verkoop van rommelhypotheken. Eerder moest het Franse BNP Paribas al 8,9 miljard dollar aftikken, vanwege het schenden van economische sancties tegen landen als Iran, Cuba en Soedan. En voor de Libor-fraude moesten, alweer, Deutsche Bank, UBS en Rabobank ook miljarden betalen.
Het maakt het herstel van de Europese banken na de kredietcrisis heel moeilijk, terwijl dat herstel zo nodig is voor de economie, zegt Dijsselbloem. Hij zegt zich grote zorgen te maken over de boete. Het is deels geld van Europese rekeninghouders en beleggers dat verdwijnt naar de Amerikaanse overheid.
Buitenproportioneel bedrag
Het bedrag van 14 miljard dollar dat Amerikaanse autoriteiten aan Deutsche Bank als schikkingsvoorstel voorlegden zou buitenproportioneel en echt schadelijk zijn. Daar is als bank bijna niet tegen op te boksen, omdat de bank dan tegen hogere kosten nieuw kapitaal moet aantrekken. Het bedreigt de financiële stabiliteit, aldus de minister.
Hij benadrukt dat Deutsche Bank ook zelf orde op zaken moet stellen, 'en daar zijn ze ook mee bezig.'
