Rabobank schrapt 9000 banen, bijna een kwart van het totale aantal. De arbeidsplaatsen zullen tussen 2016 tot 2018 stapsgewijs verdwijnen. Dat liet de bank weten tijdens een personeelsbijeenkomst in Utrecht.
In totaal werken bij Rabobank ongeveer 39.000 mensen, van wie 22.000 bij de lokale filialen, 10.000 bij de organisatie in Utrecht en 7000 internationaal. De banen verdwijnen vooral in de 'achterkant' van de organisatie, bijvoorbeeld bij ondersteunende diensten als IT en administratie.
De bank wil gedwongen ontslagen voorkomen en hoopt dat de banen door natuurlijk verloop en afname van externe medewerkers zullen verdwijnen. "Alle inzet is erop gericht medewerkers van werk naar werk te helpen", laat de organisatie weten.
Komende periode 12.000 banen weg
Het is de tweede keer dat de bank hard ingrijpt. In mei 2013 liet Rabobank weten dat er 8000 banen zouden verdwijnen bij de lokale kantoren, omdat we steeds vaker overstappen naar internetbankieren. In januari 2014 werden er nog eens 2000 banen op het hoofdkantoor geschrapt, vanwege automatisering.
Deze reorganisatierondes zijn niet helemaal afgerond; komende tijd worden nog 3000 mensen ontslagen. Daar komen van 2016 tot 2018 dus 9000 banen bij.
Pijnpunten
De beslissing is onderdeel van de nieuwe strategie van Rabobank. Van 2017 tot 2020 wil de bank zich richten op drie hoofdpunten: de dienstverlening aan de klant moet beter, de balans moet flexibeler en sterker, en de financiële prestaties moeten omhoog.
Daarnaast moet de bank aan de slag vanwege de strenge kapitaalseisen. Om daaraan te voldoen gaat de bank de balans verkleinen en zich richten op specifieke activiteiten. De Rabobank focust zich op de internationale voedings- en agrisector en het binnenlandse bankbedrijf. Onder meer de vastgoedtak wordt kleiner.
Van 106 banken naar één
Ook is er nu formeel ingestemd met de nieuwe bedrijfsstructuur van de Rabobank, maar die beslissing was al zo goed als rond. De ledenraden van de lokale Rabobanken stemden vorige week al in met de nieuwe structuur: de 106 lokale banken gaan samen en worden één bank. Dat gebeurt onder druk van de Europese toezichthouder, die liever één grote organisatie in de gaten houdt dan vele kleintjes.
