Ga naar de inhoud
Geld en Werk

Vloek of zegen? De opmars van het fenomeen outletcenter

Vooral bij het winkelcentrum Designer Outlet vindt veel zakkenrollerij en winkeldiefstal plaats. Beeld © Stable

Het aantal outletcenters in Nederland verdubbelt de komende jaren. Niet gek, de Disney-achtige winkeldorpen zijn stevig in trek bij de consument. Dit tot groot ongenoegen van middenstanders in de binnenstad.

Het winkelaanbod in veel Nederlandse steden verschraalt, maar de Factory Outlet Centers floreren. Op steeds meer plekken in ons land zijn plannen voor zo'n gelikt winkeldorp, die begin deze eeuw zijn komen overwaaien uit de Verenigde Staten. Al gaat dat zeker niet zonder slag of stoot.

Merkkleding en horeca

Een outletcenter staat bij uitstek aan de rand van een middelgrote stad. Het is een cluster van fabriekswinkels die overwegend merkkleding verkopen, aangevuld met horeca en entertainment. Zie het als een volmaakt kapitalistisch kuuroord: de straten zijn er brandschoon en er is altijd voldoende parkeergelegenheid.      

In Nederland zijn er inmiddels drie: Batavia Stad in Lelystad, Rosada in Roosendaal en Designer Outlet Roermond. En alle drie breiden ze in rap tempo uit. Zo groeit Batavia Stad komend jaar met nog eens 45 winkels naar een totaal van 150 winkels (verdeeld over 31.000 m2). Rosada kreeg er dit jaar maar liefst 8.000 vierkante meter bij (nu 23.000 m2) en koploper is Roermond, dat in 2017 groeit met 50 nieuwe winkels naar meer dan 200 winkels (46.700 m2).

Thumbnail

Ook Halfweg (2018), Zoetermeer (2018) en Zevenaar (2020) krijgen een outlet. Die van Assen lijkt na lang politiek gesteggel van de baan. (beeld: RTL Z)

Daarmee is het einde nog niet in zicht, zegt directeur Gerben Boomsma van Stable, ontwikkelaar van Batavia Stad, Rosada en de outlet die in 2018 in Zevenaar (nabij Arnhem) moet verrijzen. "De bezoekersaantallen groeien met dubbele cijfers, ook in de afgelopen jaren. Dat heeft mede te maken met hoe de outlet centra worden gemanaged en de propositie is anders dan een normaal winkelcentrum. Het is een dag uit."

Meer bestedingen

De bestedingen in outletcenters namen de afgelopen vijf jaar een vlucht. In 2015 gaven Nederlandse consumenten 54 procent meer uit aan kleding en schoenen in outletcenters dan in 2010. Dit terwijl de totale markt voor kleding en schoenen in dezelfde periode met 15 procent daalde, blijkt uit een analyse van onderzoeksbureau ​GfK.

 
Thumbnail

Designer Outlet Roermond trok vorig jaar 5,6 miljoen bezoekers. (foto: ANP)

Toch zit daar nog behoorlijk wat rek in. Het zijn vooralsnog met name 40-plussers uit de grotere dorpen en kleine steden die bovengemiddeld vaak kleding en schoenen kopen in een outletcenter. Vooral de zondag is een populaire dag.

Maar onder inwoners van de grote steden is het kopen in de winkeldorpen aanzienlijk minder populair. Het marktaandeel op de totale kleding en schoenenmarkt steeg het afgelopen jaar (29 procent) maar is met een geschatte 1,6 procent nog klein.   

Vrees voor negatieve effecten

En er is veel weerstand. Middenstanders vrezen voor de gevolgen voor binnenstad, die al kampt met forse leegstand. In 2016 is de leegstand opgelopen tot 10,2 procent van het totale vloeroppervlak, blijkt uit cijfers van onderzoeksbureau Locatus en het Planbureau voor de Leefomgeving.

Ondernemer Berend Ziengs van De Schoenenfabriek in het centrum van Assen somt op waarom een outletcenter daar niet wenselijk is. "Winkelleegstand in de provincie Drenthe is het hoogste van heel Nederland. Leegstand in de Assense binnenstad is meer dan 20,5 procent. Los dit eerst op voordat er buitenstedelijke avonturen worden gerealiseerd."

Thumbnail

Batavia Stad opende in 2001 en is het oudste outletcenter in Nederland. (foto: ANP)

Bovendien is online-concurrentie moordend voor Nederlandse ondernemers. Ziengs: "Dat zorgt voor een kritische klant die online al het wereldwijde aanbod kan vergelijken. Ook doen veel nieuwe internationale spelers hun intrede in de Nederlandse markt, zoals Zara, Primark en Zalando."

Uitstel van investeringen

De crisis dwingt retailondernemers te zoeken naar nieuwe verdienmodellen. "Om simpelweg 20.000 vierkante meter toe te voegen aan de bestaande malaise - of zoektocht - is de slechtste toevoeging die de Assense binnenstad nu aan zijn problemen kan toevoegen", zegt de ondernemer, die investeringen in zijn winkel uitstelt tot hij zeker weet dat de outlet in Assen er niet komt. "Ik weet dat veel retailers Assen links laten vanwege de mogelijke komst van het fashion outlet center."

Volgens retailexpert Rupert Parker Brady komen mensen niet alleen om te shoppen naar de stad. "Een outletcenter is een winkelattractiepark. Het draait om beleving en trekt ook veel Belgen, Duitsers en Chinezen. Al gaat het vooral om oude kledingcollecties, mensen vinden de voordeeltjes interessant en denken: als ik er ga shoppen, dan slaag ik altijd."

Thumbnail

Impressie van het outletcenter in Zoetermeer. (beeld: Provast)

De vraag is hoeveel ruimte er nog is voor meer winkeldorpen. Als we naar de landkaart kijken, lijkt vooral het noorden nog onbezet. Boomsma: "Nederland is straks wel vol. Maar als we potentie zien zullen we daar op inspringen. Het allerbelangrijkste is een blinde vlek vinden, met een bepaald verzorgingsgebied en umfeld, waar je weinig tot geen concurrentie hebt, waar een kapitaalkrachtige consument woont en waar je bij voorkeur ook profijt hebt van toerisme."

Meer dan winkelen

Volgens Parker Brady kunnen de twee naast elkaar leven. "Een outlet is niet overal een goed idee. Je blijft goede winkelsteden houden met méér dan standaardwinkels, mooie horeca en musea. De binnenstad loopt niet overal leeg."

Hij wijst op het belang van een goede mix. "Bij veel steden ontbreekt het aan de middelen, kennis en bezoekers met koopkracht. Maar om aantrekkelijk te blijven moet je meer bieden dan alleen winkelen."