Even een ijsje halen op een mooie zonnige dag? Bij de populairste salons staan de rijen soms tot om de hoek. Hoeveel levert zo’n ijssalon eigenlijk op?
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: het is geen vetpot. De meeste ijssalons worden gerund door liefhebbers die het uit passie voor het vak doen, vertelt Maurice Burger. Als ijsmanager bij BakePlus bedient hij zo’n 600 salons in heel Nederland. Het bedrijf is de grootste leverancier van alle benodigdheden die een salon nodig heeft: van horentje tot grondstoffen.
De schattingen hoeveel een gemiddelde ijssalon omzet verdient lopen nogal uiteen. Horeca-adviesbureau Van Spronsen & Partners vermoeden dat een gemiddelde gespecialiseerde ijssalon zo’n 210.000 euro per jaar binnen ziet komen. "Maar ik zie ook salons die met moeite een ton omzet halen", zegt senior adviseur Guido Verschoor bij het bedrijf.
Lagere omzet
In een structuurrapport van de bakkerijbranche, de HBA hoofd bedrijfschap ambacht, wordt een lagere omzet ingeschat: 134.800 euro per jaar. Dat ziet Burger als een realistischer bedrag, zegt hij. "En dat bedrag valt hoger uit vanwege een aantal goedlopende salons die jarenlang een goed imago opgebouwd hebben. Andere berekeningen gaan uit van een ideaal scenario; dat je al het ijs verkoopt, nooit iets weg hoeft te gooien en niet te maken hebt met de grillen van het Nederlandse weer."
Hij maakt een berekening: een ijssalon verkoopt het meest met mooi weer. "70 procent van de omzet wordt verdiend op vrijdagavond, zaterdag en zondag tussen 15.30 uur en 17.30 uur en 18.30 uur en 20.30 uur." Daarnaast kopen Nederlanders eigenlijk alleen maar ijs in de zomer, dus zijn salons meestal tussen 1 maart en half oktober open.
Als het koud weer is, bevriest de rekening van de ijsmakers ook
"Je haalt de omzet euro voor euro binnen, dus je moet in die tijd een hele hoop ijs verkopen", vat hij samen. En wanneer het koud is, zetten ijssalons soms maar 100 euro om. Op het moment dat heel Nederland lekker binnen zit met een kopje thee, lopen de kosten voor een ijssalon wel gewoon door. Zo moet het personeel en de huur betaald worden en wordt het ijs oud.
Officieel mag het hemelse goedje zo’n twee weken in de vitrine bewaard worden. Maar echt lekker is het dan niet meer. "Na een dag of twee gaat de kwaliteit echt achteruit", vertelt Burger. "Kleine bedrijven hebben een minder hoge doorloop en het daardoor dus moeilijker omdat ze óf meer ijs weg moeten gooien, óf op kwaliteit moeten inboeten."
10 tot 15 procent winst
De kosten zijn hoog, dus als je veel geluk hebt houd je 10 tot 15 procent als winst over, zegt Verschoor. "Dat bedrag kan lager uitvallen als je een hoge huur hebt, veel personeel in dienst hebt of de opbrengst moet delen met mede-eigenaren", vertelt Verschoor.
Toch openen er massaal nieuwe salons: afgelopen tien jaar verdubbelde het aantal naar 600 zaken, blijkt uit een rapport van de Rabobank. Vaak bieden ze een koffiehoekje of taartjes aan. Daarin zit 'em de truc. "Dan heb je het op regenachtige dagen ook druk, bijvoorbeeld als het markt is", zegt Burger. Uit het onderzoek van het adviesbureau blijkt dat een gespecialiseerde ijssalon minimaal 80 procent van de omzet uit ijs en het overige deel uit bijvoorbeeld taarten en gebak haalt.
Waarom doen al die ijssalons het dan?
Echte ijsliefhebbers redden het altijd wel, vertelt Jeroen Bolt. Hij is het hoofd van de buitendienst van verzekeraar Mercurius, die veel ijssalons verzekert. "Als je snel geld wil verdienen, moet je een andere branche kiezen. Maar een echte ijsbereider kan ervan leven. Als je een goede ijsmachine koopt, lekker ijs maakt, een beetje creatief bent en een handelsgeest hebt, dan red je het wel." Het zit hem in de liefde, vertelt hij. Sterker nog: als echte liefhebber rijdt hij soms 7 kilometer voor een ijsje. "Er zit zo’n verschil in."
En die liefde is waar het allemaal om draait, zegt Burger. "IJs is een prachtig product waarmee je klant zich lekker kan verwennen. Pure luxe waarin de klant even alle sores kan vergeten. Een kwartiertje genot voor een hele kleine prijs."