Ga naar de inhoud
Geld en Werk

Minder belasting in grote gemeenten, vooral huurders profiteren

Beeld © ANP

De gemeentelijke woonlasten dalen dit jaar in de grote gemeenten. Wie huurt profiteert het meest: de lasten dalen met 1 procent tot gemiddeld 332 euro. Voor woningeigenaren dalen de lasten met 0,2 procent tot 678 euro per meerpersoonshuishouden per jaar.

Dat komt voornamelijk doordat de afvalstoffenheffing daalt. Hier betalen huishoudens gemiddeld 4 euro minder voor (min 1,6 procent). Huurders betalen wel een euro meer voor de rioolheffing, een stijging van 2,2 procent, blijkt uit het rapport Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2017.

Het onderzoek is gedaan door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen.

Moet jij in 2017 meer ozb en woonlasten betalen? Bekijk het hier.

Ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing

In Amsterdam profiteren woningeigenaren het meest van de verlaging van de ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing. De hoofdstad bracht de kosten met 27 euro (3,7 procent) terug. Niet iedereen heeft geluk, in Deventer stegen ze met 35 euro (4,5 procent).

Wie in Den Haag woont en een eigen huis heeft, betaalt het minst: 549 euro. In Delft is het bedrag het hoogst: 845 euro. 

De belasting op de eigen woning mag met niet meer stijgen dan de afgesproken 2 procent. Hoewel gemeenten gemiddeld zich na jaren eindelijk aan de ozb-regels lijken te houden, zijn er nog steeds uitschieters. Van de 38 onderzochte gemeenten overschreden 14 de norm. Eindhoven het meest: 14,8 procent. Ook Oss (plus 10,6 procent) en Apeldoorn (plus 5,4 procent) waren blijkbaar even de regels vergeten.

Voor huurders liggen de tarieven net even wat anders. In Nijmegen zijn zij het goedkoopst uit: bewoners betalen geen afvalstoffenheffing maar alleen per vuilniszak. Daaroor daalden de kosten met 38,4 procent. In Lelystad stegen ze het meest met 6,5 procent. In Zaanstad zijn de vaste lasten voor huurders het hoogst: 562 euro. 

'Stiekeme' belasting

Gemeenten hebben afgelopen maanden een slim trucje gevonden om de inkomsten iets te verhogen: precariobelasting op ondergrondse leidingen. Dat is een belasting die gemeenten mogen heffen op het gebruik van openbare ruimte, zoals ondergrondse waterleidingen. Deze tarieven worden opgelegd aan het drinkwaterbedrijf en de beheerder van het energienetwerk. Die berekenen dat weer door aan hun klanten.

Begin vorig jaar stelde minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken) voor om die belasting te verbieden. Hij zou ondoorzichtig en ondemocratisch zijn. De bedoeling was dat de negentig gemeenten die de belasting in 2015 al inden, daar tot 2027 mee doorgaan. Daar waren de andere gemeenten het niet mee eens en na een flinke lobby is er een versoepelde overgangsregeling ingegaan. 

Zeventig bedrijven voerden daarom volgens de Volkskrant op de valreep nog even een precariobelasting in. Rotterdam verdient er volgens de Universiteit Groningen het meest aan: 9,8 miljoen euro.