Ga naar de inhoud
Geld en Werk

Website? Niet nodig, vindt tweederde van de bedrijven

Beeld © Getty Images

Van alle bedrijven in Nederland heeft tweederde geen website, laat staan een webshop, ontdekte het CBS. Zorgwekkend, zegt hoogleraar en bedrijfskundige Henk Volberda. "Digitalisering is de belangrijkste ontwikkeling van de vierde industriële revolutie waar we nu middenin zitten."

Bedrijven moeten volgens hem juist veel meer werken met digitale businessmodellen en online communiceren met hun klanten. "Ben je niet online te vinden, dan maak je jezelf wel heel erg kwetsbaar als bedrijf." Gevolg: de klant gaat naar de concurrent en als bedrijf loop je omzet mis.

Volberda vervolgt: "We praten de hele dag over disruptie in de markt en nieuwe spelers. Als ondernemer kun je de boot niet missen. Klanten moeten in staat zijn jou online te vinden als bedrijf." 

Veel eenmanszaken online afwezig

Nederland telt 1,5 miljoen bedrijven, waarvan tweederde geen site heeft, zo blijkt uit de zojuist gepresenteerde analyse van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in samenwerking met Google. Van de bijna 1 miljoen bedrijven zonder website, zijn er 800 duizend (83 procent) van één persoon wat mogelijk het lage percentage van de websites verklaart.

Een verklaring die deels begrijpelijk is, zegt Volberda, al "zou je bij de bakker om de hoek ook je brood online moeten kunnen bestellen". Wie zoekt naar een fietsenmaker in zijn buurt wil ook online iemand kunnen vinden.

Drie procent haalt omzet uit webshop

Hoewel met name retailgoeroes hameren op het belang van een webshop naast een fysieke winkel, haalt slechts 3 procent van de Nederlandse bedrijven (50.000) omzet uit webshops en online diensten. Bijna 2 procent van de Nederlandse bedrijven heeft een of meerdere webshops waarmee ze het grootste deel van hun omzet behalen.

Van de bedrijven die wel een site hebben, gebruikt een derde deze passief, dus alleen om informatie te verstrekken. Conceptstore Plek, met een winkel in Deventer en één in Rotterdam, is zo'n bedrijf met een passieve site. Er staan foto's op van de winkel, waar kleding, meubels, woonaccessoires en sieraden verkocht worden, en er is een overzicht van de merken die er verkocht worden.

Eenheidsworst

"Wij hebben geen webshop, dus klanten die naar onze site komen, doen dat hooguit om te kijken naar de openingstijden", vertelt eigenaar Hidde Boerma. Volgens hem kan hij de service die hij in de winkels biedt nooit online bieden. "Misschien lopen we wel omzet mis, maar een webshop betekent een fulltime medewerker erbij."

Daarnaast vindt hij, moet je niet alleen met een fysieke winkel in de retail, maar ook met een webshop boven de rest kunnen uitsteken. "Anders wordt je zo'n eenheidsworst." 

Assortiment niet geschikt

Langerak IJzerwaren in Utrecht heeft ook alleen en summiere, verouderde website. Dat heeft een simpele reden. "Als je wat nodig hebt, kom je maar hier heen", zegt eigenaar Willem Langerak. Naast 'het gedoe', vindt hij zijn assortiment ook niet geschikt voor online verkoop. "Wij verkopen vooral kleine dingen: lampjes, snoeren en schroeven."

Hij denkt dat mensen die online kopen in zijn branche vooral voor grote producten gaan, zoals grasmaaiers of groot gereedschap. "Er zijn klanten die hier voor advies komen en vervolgens online kopen. Daarom zorg ik ook dat ik producten heb die je online niet snel kan vinden."  

'Ingewikkeld en duur'

Overigens zijn het niet alleen maar kleine bedrijven die online niets verkopen. 'Leukespullenwinkel' Flying Tiger toont alleen nieuwe producten en ook kledingigant Primark heeft geen webshop.

In het AD zei Paul Lister, verantwoordelijk voor corporate governance bij moederbedrijf Associated British Foods, hierover: "Een webshop openen is makkelijker gezegd dan gedaan. De logistiek en retourzendingen zijn ingewikkeld en duur."

Thumbnail

Interneteconomie: 4,5 procent van de banen

Volgens het CBS zijn de 'internetafhankelijke bedrijven' goed voor een omzet van 104 miljard euro in 2015. Dat is bijna 8 procent van de omzet van het totale Nederlandse bedrijfsleven. De interneteconomie voorzag in 2015 in 345 duizend banen, zowel fulltime als parttime. Dat is 4,5 procent van het totaal aantal banen.

Het gaat om webshops, online diensten (datingsites, reisbemiddeling en prijsvergelijkingssites) en internetgerelateerde ICT-bedrijven. Online diensten zijn onder deze groep de nieuwkomers: een groot deel hiervan is jonger dan vijf jaar: bijna 40 procent.

In het onderzoek zijn geen bedrijven meegenomen die bijvoorbeeld geen website hebben maar wel een Facebookpagina.