Bierbrouwer Bavaria gaat het opnieuw proberen met een eigen brouwerij in Afrika. Het Nederlandse familiebedrijf heeft zijn belang in het Ethiopische Habesha Breweries uitgebreid tot 54 procent.
Bavaria is een middelgrote brouwer, die al zeven generaties in handen is van de ondernemersfamilie Swinkels. De brouwerij in Lieshout was vorig jaar goed voor 5,8 miljoen hectoliter bier, waarvan 2,1 miljoen hectoliter in Nederland werd verkocht. De rest werd geëxporteerd naar 120 verschillende landen. Voor groei richt Bavaria zich vooral op Afrika, het Midden-Oosten en Italië.
Centraal in de Afrikaanse ambities stond aanvankelijk Zuid-Afrika, waar Bavaria tot voor kort ook een eigen brouwerij bezat. Die werd in 2011 echter plotseling verkocht. Eén jaar later bleek dat de familie Swinkels toch een eigen Afrikaanse brouwerij wilde hebben. In de zomer van 2012 ging Bavaria namelijk participeren in de bouw van een nieuwe fabriek in Ethiopië, Habesha Breweries. Bavaria nam een minderheidsbelang van 35 procent; de rest was in handen van een grote groep lokale aandeelhouders.
Uit stukken in handen van RTL Nieuws blijkt dat Bavaria destijds kapitaalstorting van 2,2 miljoen euro deed, met de verplichting om later nog anderhalf miljoen euro bij te storten. Vorig jaar vond echter een veel grotere bijstorting plaats, van ruim 5 miljoen euro. Daar stond tegenover dat Bavaria een meerderheidsbelang van 54 procent in Habesha Breweries in handen kreeg.
Swinkels-actie
De investering in Ethiopië is een typische Swinkels-actie. Op de wereldbiermarkt is Bavaria een kleine speler, die creatief moet zijn om een vuist te maken tegenover brouwgiganten als AB-Inbev, SABMiller en Heineken. Het familiebedrijf moet het hebben van een ongewone aanpak. Zo stuurde het tijdens het WK Voetbal van 2010 vrouwen in sexy Bavaria-jurkjes de tribunes op. Ook de investering in Habesha is een verrassende manier om een rol te kunnen spelen op de Ethiopische biermarkt, die de afgelopen jaren werd ontdekt door de grote spelers. Zo kocht Heineken in 2011 twee voormalige staatsbrouwerijen voor 110 miljoen euro. Drankengigant Diageo kocht datzelfde jaar voor 168 miljoen euro de Meta brouwerij.
Bavaria kan zich dergelijke overnamesommen niet veroorloven. Maar dankzij de relatief geringe investering van 8 miljoen euro is het straks toch aanwezig op de interessante groeimarkt. Wel kent het Ethiopische avontuur ook flinke risico’s. Zo is de concurrentie in het Oost-Afrikaanse land moordend. Het Franse familieconcern Castel heeft 50 procent van de biermarkt in handen. Heineken bezit met de twee brouwerijen een marktaandeel van 18 procent, en de gevestigde nationale merken Harar en Bedele. Dit jaar wil Heineken een derde, nieuwe brouwerij openen. Ook giganten Diageo en SAB Miller willen de markt veroveren.
Bavaria moet zijn positie in Ethiopië met de kleine brouwerij vanaf de grond af opbouwen, en heeft daarbij bovendien te maken met bijna achtduizend kleine lokale aandeelhouders. Uit stukken blijkt dat Bavaria ook rekening houdt met mogelijke restricties op het uitkeren van dividend. Binnen de raad van commissarissen houdt een afzonderlijke commissie de investering in Ethiopië dan ook nauwlettend in de gaten.