Ga naar de inhoud
Onderzoek naar Fyra-debacle

NS schatte aantal reizigers HSL veel te hoog in

Het bod waarmee NS het reizigersvervoer op de hogesnelheidslijn binnenhaalde, kende veel risico's. Het aantal reizigers werd te hoog ingeschat, er waren niet voldoende treinen en ook ontbrak het aan voldoende reservematerieel.

Verder kon de NS de belofte niet waarmaken dat alle reizigers konden zitten.

Dat zei Kees van Krieken, namens het minsterie van Verkeer en Waterstaat betrokkken bij de beoordeling van de biedingen, woensdag tegen de parlementaire enquêtecommissie die het debacle van de Fyra onderzoekt. De enquête moet antwoord geven op de vraag waarom de Fyra-treinen vijf jaar te laat ging rijden tussen Amsterdam en Brussel en er door grote technische mankementen al snel mee op moest houden.

ZIE OOK: Wat ging er mis met Fyra? Commissie hoort eerste getuigen

,,Bijna elke morgen zouden er reizigers moeten staan", zei Van Krieken over het tekort aan treinen in het bod van de NS. De reistijd van 93 minuten naar Brussel, die de NS voorspiegelde, was gebaseerd op een kale, technische rijtijd, en dus niet realistisch. "Als het ware zonder tussenstations", zoals Van Krieken het omschreef.

Volgens hem werd er doorgegaan met de NS omdat er anders geen bieder meer zou zijn op het vervoer op de HSL-Zuid. Ondanks de risico's voldeed de NS wel aan de basisvoorwaarden, dus werd ervan uitgegaan dat later op de risico's zou worden teruggekomen. Het ministerie wilde dat de risico's zoveel mogelijk bij de NS kwamen te liggen. Maar met een meer coöperatieve houding tussen NS en het ministerie van Verkeer en Waterstaat had het project wel degelijk kans van slagen gehad, aldus Van Krieken.