Dieren grootbrengen met als enige doel ze te eten of van ze te eten, is onzinnig vindt Ruud Zanders, co-founder van Kipster. Vorig jaar viel de duurzame kippenboerderij met dit idee in de prijzen.
Het vertrekpunt voor de oprichters van de Nederlandse startup Kipster in 2013 is de verspilling die plaatsvindt in het voedselsysteem. “Wat er nu gebeurt, is dat wij een kilo graan hebben en daar tien mensen mee kunnen voeden. Maar als je diezelfde kilo aan een varken of kip geeft, kun je daar uiteindelijk slechts twee tot vier mensen mee voeden. Bedrijven die roepen dat ze een heel efficiënte veehouderij zijn, hebben gelijk als je naar het gebruik van graan kijkt. Maar het systeem als geheel is heel inefficiënt”, legt Zanders uit.
Functie
Daarom nam Kipster de manier waarop een kippenboerderij is ingericht onder de loep. Van de dierenvoeding tot de slacht en van energieopwekking tot aspecten als de productie van fijnstof; ieder onderdeel van het bedrijfsproces dat verduurzaamd kon worden, is aangepakt, legt Zanders uit: “Het dier zou een logische functie in ons (voedsel)systeem moeten hebben, naast humane consumptie. Bijvoorbeeld het wegwerken van restvoedsel of natuurbeheer en vervolgens de producten van de dieren en/of de dieren eten. Dat doen we bij Kipster.” Het is niet voor niets dat dit bedrijf een 3-sterren Beter Leven keurmerk heeft. Ook bij de jury van de Duurzame Innovatieprijs die Rabobank jaarlijks uitreikt bleef dit niet onopgemerkt.
Terug naar toen
De diervriendelijke en meer duurzame wijze waarop Kipster de kippenboerderij runt, is zowel ouderwets als modern, vindt Zanders. “Eigenlijk gaat het bedrijf daarmee terug naar de jaren ’30, ’40 en ’50.”, zegt hij. “Ons systeem is niets nieuws, vroeger werd dit ook al gebruikt. Maar op een gegeven moment zijn we dat uit het oog verloren, omdat we steeds meer dierlijke producten willen eten en lekker vinden. Wij hebben nu gezegd: onze producten moeten zo dier-, milieu- en mensvriendelijk mogelijk geproduceerd worden.”
Het hele proces
Opvallend is dat bij Kipster alle onderdelen van het bedrijfsproces een duurzame make-over hebben gekregen. Zo worden de haantjes niet gelijk na de geboorte vergast, maar leiden ze tot de slacht een diervriendelijk leven. Op de daken van de immense stal liggen zonnepanelen. De doosjes waar de eieren in worden verpakt, zijn gemaakt van gerecycled materiaal. En voor de voeding van de kippen wordt gebruik gemaakt van reststoffen die anders weggegooid zouden worden. Bovendien zitten de kippen niet op elkaar, maar krijgen de ruimte om uit te lopen.
Inspiratiebron
Vorig jaar won de startup de Rabo Duurzame Innovatieprijs in de categorie Food & Agri. Volgens Zanders een hele opsteker: “In 2017 werd de eerste kippenboerderij geopend. We waren dus net een half jaar bezig toen we de prijs wonnen.” Dankzij het winnen van de prijs, kregen ze veel aandacht. “We hadden al geen gebrek aan publiciteit, maar door het winnen van zo’n prijs krijg je natuurlijk wel een boost. En de waardering die je op dat moment krijgt van Rabobank, maar ook van andere bedrijven, is heel erg mooi. Daarmee hebben we ook meer een voorbeeldrol gekregen.”
Toekomstbeeld
De precieze bijdrage van het winnen van de prijs vindt Zanders moeilijk te duiden. “Maar als Rabobank je eert met een prijs en daarmee uitspreekt dat dit is hoe zij kippenboerderijen zien in de toekomst, heeft dat meer invloed dan wij denken. De waardering die uit het winnen van zo’n prijs spreekt, dat vonden we het mooiste.”
Meer weten of meedoen aan de Rabo Duurzame Innovatieprijs? Bekijk dan de website.