Directeur Paul Römer (59) van Talpa vindt het fijn dat staatssecretaris Gunay Uslu (49) (Cultuur en Media) niet met vingers wijst in de mediastorm rond het programma 'The Voice'. De talentenjacht ligt inmiddels twee weken onder vuur vanwege seksueel wangedrag op de werkvloer. Tientallen kandidaten hebben melding gemaakt van incidenten, er zijn diverse aangiften gedaan.
''Het was een goed, mooi, open gesprek''
John de Mol en Paul hadden woensdag een eerste gesprek met Gunay over de kwestie. "Het was een goed, mooi, open gesprek", vertelde Paul donderdag op NPO Radio 1. "Er werd niet met vingers gewezen of schuld gezocht. Er werd gekeken: wat is hier gebeurd en hoe kunnen we dit breder trekken? Het is niet een probleem van één bedrijf of één programma."

Paul beklemtoont dat de discussie moet gaan over de slachtoffers en daders om ervoor te zorgen dat de cultuur waarin dit mogelijk is zo snel mogelijk verandert: "We moeten op de kortst mogelijke termijn sectorbreed bij elkaar komen en stappen nemen."

Hij zegt zich niet te herkennen in de angstcultuur waar veel oud-medewerkers over spreken als het gaat om het bedrijf van John de Mol. "Ik ken wel een enorme gezagscultuur en kan mij voorstellen dat dat als buitenstaander of talent in een programma als The Voice heel overweldigend kan zijn", aldus Paul. "Maar een hiërarchie is nodig bij een programma als The Voice. Tussen de 120 en 150 man moeten op exact hetzelfde moment klaar zijn voor opname. Dat is een militaire operatie."