Het is voor veel werkende Nederlanders een moment om naar uit te kijken: de meesten krijgen volgende maand hun vakantiegeld overgemaakt. Maar we boeken lang niet allemaal direct een vliegticket van dat geld. Uit onderzoek van Improof Research in opdracht van booking.com blijkt dat 30 procent van de Nederlanders het geld niet aan vakantie uitgeeft.
Hoge inflatie, het aflossen van schulden, sparen voor later of het doen van grote aankopen zijn volgens de onderzoekers redenen waarom 30 procent van de Nederlanders het vakantiegeld niet aan een vakantie besteedt. Er is zelfs een klein percentage, 7 procent, dat al het vakantiegeld voor andere dingen gebruikt.
Maar er zijn ook mensen die het volledige vakantiegeld aan een vakantie uitgeven. Dat gaat om 50 procent van de respondenten. De steekproef is gedaan onder 1010 mensen van 18 jaar of ouder die zelf verantwoordelijk zijn voor het plannen van vakanties.
We vinden vakantie volgens de onderzoekers dan ook belangrijk. Zo geeft 30 procent aan vakanties belangrijker te vinden dan werk en zegt 25 procent vakanties nodig te hebben om überhaupt te kunnen functioneren op het werk.
Als het aan sommige mensen ligt, is vakantie zelfs een recht: 44 procent van de respondenten meent het recht te hebben elk jaar goed op vakantie te gaan. Voor 45 procent gaat dat om niet minder dan twee vakanties per jaar.
Bezuinigen voor vakantie
Van de jongeren tot 35 jaar bezuinigt 44 procent liever op andere grote uitgaven, om zo toch op vakantie te kunnen gaan. Wat daarin meespeelt is volgens de steekproef een concurrentiegevoel onder deze doelgroep: daar heeft 66 procent last van. Daartegenover schaamt een kwart van de respondenten zich voor het hebben van duurdere en luxere vakanties dan anderen.
