Als er vannacht een trein ontspoort bij Voorschoten, staat het binnen een mum van tijd vol met politie, ambulances en brandweer. Wat treedt er in werking als een melding van zo'n grote calamiteit binnenkomt? "Dit is precies waar veiligheidsregio's voor oefenen."
Het is rond 3.25 uur als een goederentrein en een passagierstrein in botsing komen met een bouwkraan. De passagierstrein, met daarin ruim 50 mensen, ontspoort. 19 passagiers raken gewond en worden naar verschillende ziekenhuizen in de omgeving gebracht. Eén persoon komt om het leven: een kraanmachinist van bouwbedrijf BAM.
Team bijeen geroepen
De hulpdiensten waren dus snel ter plaatse. Hoe gaat dat in zijn werk bij een groot incident als dit? Er wordt dan snel opgeschaald, weet Sanneke Kuipers. Ze is hoogleraar crisis governance aan de Universiteit Leiden.
"Ze hebben vrij snel in de gaten dat dit groter is dan normaal. Bij een trein met passagiers weet je dat het veel mensen zijn", legt Kuipers uit aan Editie NL. "Dan wordt er gelijk opgeschaald en een beleidsteam bijeen geroepen."

Zo'n team brengt de regionale impact in kaart en regelt de nodige respons daarvoor. "Met zoveel slachtoffers is dit echt een regionale aangelegenheid." Dat betekent dat de veiligheidsregio aan zet is. Er zijn in Nederland 25 van die veiligheidsregio's, de treinramp vond plaats in veiligheidsregio Hollands Midden. "Die coördineren de hulpverlening."
Daar wordt een 'commando plaats incident' opgezet. "Een soort klein, mobiel kantoortje op de plaats van het incident. Alle apparatuur die nodig is wordt naar die plaats toegebracht."
Draaiboeken
Er zijn draaiboeken voor zulke incidenten. Kuipers: "Dit is het type incident waar de veiligheidsregio heel goed op voorbereid is. Dit is precies waar ze voor oefenen." Dat iets 's nachts gebeurt, maakt daarin niet uit. "Ook dan is er in de acute zorg voldoende geregeld. En brandweer en politie wordt opgepiept, die springen gelijk in de houding."

Waar ook snel opgeschaald werd, was het calamiteitenhospitaal in het UMC Utrecht. Dat wordt ingezet bij grote calamiteiten, waarbij veel slachtoffers zijn. Medisch manager en trauma-arts Mirjam de Jong werd vannacht uit haar bed gebeld en stond een half uur later in het ziekenhuis. Toen waren er nog niet meteen patiënten.
"Het eerste belletje vanuit de meldkamer was een inschatting van dertig patiënten. We kunnen er 150 aan", vertelt De Jong aan Editie NL. Uiteindelijk hebben ze tien patiënten gezien en geholpen. "Het ging voornamelijk om de wat lichter gewonden. Bijvoorbeeld met botbreuken en hoofdletsel. Zwaargewonde mensen wil je zo snel mogelijk zorg bieden, die worden in ziekenhuizen in de omgeving geplaatst."
Binnen half uur operationeel
Het calamiteitenhospitaal wordt dus niet vaak ingezet. Maar ze staan in het UMC Utrecht altijd klaar om de boel op te tuigen: binnen een half uur kan het hospitaal operationeel zijn. Er zijn drie afdelingen: intensive care, mid care en low care. Ook zijn allerlei disciplines aanwezig.
"Het is ook voor het ontzorgen van ziekenhuispersoneel in de regio, die grote aantallen slachtoffers niet aankunnen."