Het is crisis bij het CDA. De partij is een van de grote verliezers van de afgelopen verkiezingen. Slechts in één gemeente wist het CDA nog de grootste te worden: in het Limburgse Beek. "Wij zijn ook gewoon met carnaval aan de bar aanspreekbaar."
Na de grote verkiezingsnederlaag staat er vandaag bij het CDA een crisisberaad op het programma. Er is een fractieberaad en ook de top van de partij en de regionale voorzitters zitten rond de tafel. Afgelopen vrijdag vond er ook een crisisoverleg plaats.
Waar het CDA bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten van 2019 nog de grootste partij in Friesland, Overijssel, Zeeland en Limburg was, was dat deze verkiezingen nergens het geval. Sterker nog: zelfs op gemeentelijk niveau was het CDA maar op één plek het grootste: in het Limburgse Beek.
Zichtbaarheid
"Het CDA zit hier in het DNA van de inwoners", denkt Ralph Diederen van CDA Beek. "We hebben een heel sterk verenigingsleven. De afgelopen jaren met de gemeenteraadsverkiezingen zijn we hier steeds gegroeid", zegt hij tegen Editie NL.

Zichtbaarheid speelt een grote rol, denkt hij. "Ik denk dat we een heel sterke lokale afdeling hebben die midden in de samenleving staat. Wij staan ook gewoon carnaval te vieren aan de bar en zijn dan ook gewoon aanspreekbaar", zegt Diederen.
Ook lijsttrekker Michael Theuns denkt dat daar hun kracht zit. "We zeggen wat we doen en doen wat we zeggen. We weten wat er speelt in het dagelijks leven van mensen en gaan daarmee aan de slag."
Dat heeft alleen op veel andere plekken niet zo uitgepakt. "Nederlanders zijn heel klaar zijn met de kloof tussen Den Haag en het platteland", zegt Diederen. "Daar heeft BBB slim op ingespeeld. En het CDA krijgt daar de rekening voor omdat wij de partij zijn die juist sterk was in de kleine regio's. Die kloof moeten we zien te dichten."
Einde van partij?
Een reden om de stekker eruit te trekken is het verlies volgens hem niet. "De christendemocratie is een stroming die midden in de samenleving staat. De opkomst van BBB laat zien dat er nog steeds een enorme achterban is. Alleen wordt het een enorme opgave om die terug te veroveren."
Ook politicoloog Roderik Rekker denkt dat het CDA nog niet hoeft te stoppen. "Zo lang partijen nog zetels halen ligt opheffen niet voor de hand. Partijen die klein worden kiezen daarom vaker voor een fusie, zoals mogelijk zou zijn bij PvdA en GroenLinks", zegt hij tegen Editie NL.
Opheffing politieke partijen
In het verleden werden meerdere landelijke politieke partijen opgeheven. Zo had het Algemeen Ouderen Verbond (AOV) tussen 1994 en 1998 zes zetels, maar viel de partij snel uiteen. Het leidde in 2001 tot opheffing.
De LPF werd in 2008 – iets minder dan zes jaar na de moord op Pim Fortuyn en vele ruzies verder – ontbonden.
Ook de partijen VoorNederland (2017) en Niet Stemmers (2018) werden bij gebrek aan stemmers opgeheven.
Bron: Parlement.com
Voor het CDA lijkt een dergelijk scenario nog niet aan de orde. "Die zullen eerst proberen om zichzelf opnieuw uit te vinden, zoals D66 bijvoorbeeld heeft gedaan nadat het in 2006 slechts drie zetels behaalde in de Tweede Kamer."
Het CDA zal zich volgens Rekker moeten gaan onderscheiden van andere partijen. "Op dit moment is met name het verschil met de VVD voor veel kiezers onvoldoende zichtbaar. Het CDA kan er bijvoorbeeld voor kiezen om het weer meer over 'normen en waarden' te hebben zoals Balkenende destijds, maar ook door zich bijvoorbeeld als een socialer of juist conservatiever alternatief te profileren."