Ga naar de inhoud
Onderzoek

Robotbij moet honingbij redden: 'We kunnen veel van hun gedrag leren'

Koos Biesmeijer, bijendeskundige en wetenschappelijk directeur van Naturalis Beeld © Editie NL

Kan een robotbij de echte bij redden? In Engeland willen onderzoekers de honingbij helpen door robots in te zetten. Deze moet de bijenkoningin eiwitrijke voeding brengen, waardoor ze meer eitjes gaat leggen. Dat leidt tot meer bijen die op hun beurt extra planten bestuiven. En dat is weer goed voor ons als mensen, want bijen zijn nodig om onze gewassen te bestuiven.

Een interessant initiatief, vindt Koos Biesmeijer, bijendeskundige en wetenschappelijk directeur van Naturalis. "Het is leuk dat de computerwetenschap dit probeert te begrijpen, en kijkt wat er nodig is om het systeem te beïnvloeden", zegt hij tegen Editie NL.

Toch denkt hij niet dat het zal opleveren waar de wetenschappers op hopen, omdat het onderzoek zich focust op de honingbij. "Ze zeggen dat dit het hele ecosystemen gaat beïnvloeden. Maar de honingbij is in de evolutie al sterk ontwikkeld. Hij is gekweekt om defensief te zijn en veel honing te produceren. En de koninginnen zijn geselecteerd om veel eitjes te leggen."

Zo
Lees ook:
Zo maak je een hotel en drinkplaats voor vlinders, bijen en andere insecten

Imker Ben Bus is ook sceptisch. "Als je kijkt naar een bijenkolonie, dan zie je dat de koningin heel goed verzorgd wordt door haar bijen. Dat zorgt ervoor dat ze goed gevoed wordt en gemotiveerd is om eitjes te leggen. Het is maar de vraag of een robotbij hetzelfde effect heeft of het beter kan."

Er zijn maar liefst 360 soorten bijen in Nederland. De honingbij is daar slechts één van. "Die bestuiven meer dan de helft van onze gewassen. Ze zijn dus belangrijk, maar er speelt ook een discussie dat de honingbij de wilde bijen verdringt. En die wilde bij is juist in gevaar. Ik heb het idee dat een robotbij weinig uithaalt. Biodiversiteit is het allerbeste."

Robotica

Voor de robotica kan het gedrag van de bij wel interessant zijn, denkt Koos Biesmeijer van Naturalis. "De dieren communiceren namelijk op een bijzondere manier. Er is geen bij die snapt wat het volk wil, maar toch nemen ze de juiste beslissing voor het volk. Ze hebben geen Mark Rutte die hen leidt. Op grond van gebrekkige informatie nemen ze een beslissing."

"Als je dat kan toepassen op robots, dan zouden ze zelfstandige taken kunnen uitvoeren en hoeven ze niet constant worden aangestuurd", gaat Biesmeijer verder. "Stel je toch eens voor dat zo'n zwerm robots op eigen houtje een ingestort gebouw kan inspecteren en mensenlevens kan redden." 

Meer mogelijkheden

Maarten Steinbuch, hoogleraar robotica aan de TU Eindhoven, ziet ook mogelijkheden. "Er zijn niet veel andere voorbeelden van robots die in de natuur op deze manier ingrijpen. Er zijn wel bijvoorbeeld kunstmatige vogels die andere vogels bij vliegvelden wegjagen, maar dat is niet zo ingrijpend als deze robotbij."

Het staat nog in de kinderschoenen, benadrukt Steinbuch. "De andere kant op wordt wel vaker gedaan. De robotica kijkt veel af van de natuur. Hoe bewegen bepaalde dieren? Hoe vinden ze hun weg? Die technieken worden dan nagebootst door robots en kunnen zorgen voor verbetering in de techniek."

Robots en dieren

Het dierenrijk is een bron van inspiratie voor robotonderzoekers wereldwijd. 

  • Zo is er een robotvariant van de tonijn. Tonijnen zijn hele snelle zwemmers. Door dit na te bootsen, leren onderzoekers veel over het zwemgedrag. Die kennis kan weer toegepast worden bij het verbeteren van onderwaterrobots of bijvoorbeeld waterscooters.
  • Er bestaat een mierrobot, gebaseerd op de woestijnmier die in de woestijn makkelijk de weg terugvindt naar het nest. Dit kan worden toegepast op kleine robots die bijvoorbeeld worden ingezet bij zoekoperaties.
  • Ook is er de DelFly, een vliegende robot die zich gedraagt als fruitvlieg. Deze robot ontwikkelden we in Nederland. Een fruitvliegje is extreem wendbaar, en zijn techniek kan worden ingezet op drones.

Bron: UVA Engeneering/Julien Dupeyroux/DelFly