Zeventig jaar geleden ging het helemaal mis tijdens de Watersnoodramp in 1953. Grote delen van het land overstroomden en bijna 2000 mensen overleefden het niet. Een van de oorzaken was een springvloed. Is dat iets wat ook nu nog zo'n grote ramp kan veroorzaken?
Ria Geluk is medeoprichter van het Watersnoodmuseum. Als klein meisje maakte ze de ramp zelf mee. Naast de springvloed speelden een grote storm en de slechte conditie van de dijken een grote rol. "Het ging echt om de samenloop van omstandigheden."
De storm is Ria het meeste bijgebleven. "Dat duurde dagen. Het begon op zaterdag en ging zondag de hele dag door", vertelt ze aan Editie NL. "Dat heeft het water enorm opgestuwd. Daardoor kon het op een gegeven moment geen kant op. Dat is - zeggen wij bij het museum - de grootste oorzaak. En het viel samen met de andere genoemde factoren, waaronder dus springtij."

Wat is springtij?
Hoe zit het precies met dat springtij? "De maan de zon zijn beiden verantwoordelijk voor hoog en laat water door hun aantrekkingskracht", legt Theo Gerkema van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) uit.
Het is in Nederland twee keer hoogwater en twee keer laagwater per 24 uur en 50 minuten. Maar eens in de 15 dagen staan de zon en de maan in één lijn en worden de krachtvelden nog groter. "Het hoog water gaat in dat geval nog meer omhoog - dat is springtij."
En dat springtij viel in 1953 dus samen met de storm. "De storm - die vanaf Noorwegen en Schotland kwam - had een enorm effect op de waterstand. Het water werd opgestuwd richting onze kust. Die twee effecten zorgden voor een nog hogere waterstand." Dat noemen we dan springvloed. "Maar het was nog een zwak springtij door de relatief grote afstand van de maan op dat moment, als de maan nog dichterbij de aarde had gestaan had de ramp nog veel groter kunnen zijn."
Springtij komt dus elke twee weken voor en is geen uitzonderlijk fenomeen. Maar ook zo'n combinatie met een storm kan best nog eens gebeuren, zegt Theo Gerkema van het NIOZ. Toch hoeven we ons geen zorgen te maken dat het dan meteen weer zo fout gaat.
"Er was in 1953 sprake van een grote storm die ook nog eens uit een slechte richting kwam - en dat in combinatie met springtij. En natuurlijk had ook de slechte landbescherming een effect op de Watersnoodramp. De dijken waren niet hoog genoeg en niet goed onderhouden", zegt Gerkema.
Stijging zeespiegel
"Als zo'n storm op dit moment zou optreden, dan zouden we het aankunnen", denkt Gerkema. De staat van de dijken is namelijk stukken beter dan zeventig jaar geleden. "Maar richting toekomst is het wel belangrijk om met meerdere factoren rekening te houden. We moeten ook rekening houden met de stijging van de zeespiegel."