Een onbemand ruimteschip knalt binnenkort tegen planetoïde Dimorphos aan. Dat zal een flinke klap geven, maar geen zorgen, dat is de bedoeling. Het ruimteschip Dart werd vorig jaar november afgevuurd door NASA richting de planetoïden om te onderzoeken wat we kunnen doen als er ooit zo'n ruimtesteen op de aarde afkomt. Maar hoe bang moeten we daar eigenlijk voor zijn? "Tot nu toe hebben we altijd veel geluk gehad."
Het ruimteschip zal met zo'n 22.000 kilometer per uur inslaan op de planetoïde. Het doel is niet om de deze in zijn geheel op te blazen, maar om Dimorphos met een welgemikte tik uit zijn baan te schieten. Het is de eerste keer dat NASA een dergelijke missie onderneemt en het gaat hier dus puur om een test. Dimorphos zelf vormt geen bedreiging voor de aarde.
Michel van Pelt van de European Space Agency legt uit dat de missie bestaat uit twee fases. "NASA en ESA doen samen onderzoek naar asteroïden. Eerst knalt de Dart van NASA tegen de ruimtesteen aan en vervolgens wordt in 2024 de Herasonde van de ESA de ruimte ingestuurd om te kijken wat er precies is gebeurd. Ook vanaf de aarde kijken we wat de gevolgen zijn."
"Het gaat echt om het verdedigen van de aarde. Tot nu hebben we altijd veel geluk gehad", zegt Van Pelt. "We brengen nu ook in kaart wat de gevaarlijke asteroïden zijn. Daardoor komen er ook steeds meer alarmen voor asteroïden. Dan zien we bijvoorbeeld dat de kans bijvoorbeeld 1 op 1000 is dat hij de aarde raakt."
Modellen
"Maar er is nog niet veel onderzoek gedaan naar wat we precies kunnen doen als zoiets gebeurt", vervolgt van Pelt. "We willen graag een keer zien of de modellen die we hebben ook kloppen."
Dat het inderdaad geen kwaad kan om dit eens te testen, wordt bevestigd door ruimtevaartjournalist George van Hal. "Het gebeurt met enige regelmaat dat zo'n planetoïde richting de aarde komt", legt hij uit. "Eens in de tien of twintig jaar gebeurt dat wel, maar dat zijn dan wel de iets kleinere varianten. In de buurt van Tsjeljabinsk in Rusland sloeg er bijvoorbeeld één in die ongeveer de helft zo groot was en daar raakten ook mensen door gewond."

"Dit zou niet voor alle planetoïden werken", vervolgt Van Hal. "Als een er hele grote komt, zoals bij de dinosauriërs, dan is het niet genoeg." Toch zijn ook de kleine jongens niet geheel ongevaarlijk. "Dimorphos is nog steeds groot genoeg om een stad als New York weg te vagen."
Echt grote inslagen zijn er volgens Van Pelt in de recente geschiedenis niet geweest. "Dan hadden we daar de resten nog wel van gezien. Die inslag in Rusland had niet heel veel gevolgen, maar als die in Amsterdam terecht was gekomen was het een ander verhaal. De kans is klein, maar de mogelijke effecten zijn enorm."