Aziatische Nederlanders krijgen nog te veel te maken met racisme en discriminatie, vindt kunstenaar RuiJun Luong. Dat komt vooral doordat Aziaten vaak over een kam geschoren worden: "Iedereen met spleetogen vinden we op elkaar lijken." Met een levensgrote versie van het spel Wie is het?, dat je nu kunt spelen in de Openbare bibliotheek van Amsterdam, wil de kunstenaar daar een einde aan maken.
In haar jeugd werd Luong er regelmatig op gewezen dat ze er anders uitziet dan de rest. "Vooral door grapjes en opmerkingen werd dat benadrukt", vertelt ze aan EditieNL. En dat heeft alles te maken met het stereotype Aziaat dat we in Nederland kennen, denkt ze. "Het stereotype is dat iemand met spleetogen uit China komt, want daar lijkt toch iedereen op elkaar."
Maar zoiets als 'de Aziaat' bestaat volgens de kunstenaar helemaal niet. "Azië is een continent met veel verschillende landen, gemeenschappen en culturen. Door iedereen in een hokje te vegen, werk je discriminatie en racisme in de hand."
Daarbij is ze ervan overtuigd dat mensen uit Azië worden vergeten: "Als er wordt gesproken over Aziaten, gaat het altijd om Oost-Aziatische etniciteit. Dus er wordt gekeken naar China en Japan, maar Azië is veel groter dan dat."
Verschillende gemeenschappen
Luong heeft een levensgrote versie van het spel Wie is het? bedacht om af te komen van de stereotypen en de vooroordelen over Aziatische mensen. "Je wordt gedwongen om de verschillen te ontdekken tussen mensen met verschillende Aziatische afkomsten." Met foto's van mensen uit heel Azië heb je na het spel een breed beeld van de Aziatische gemeenschappen, belooft Luong.
Discriminatieonderzoeker René Broekroelofs erkent dat veel Aziatische Nederlanders in een hokje worden gestopt, zoals Luong suggereerde. "Ik werk aan een onderzoek om te kijken in hoeverre deze groep racisme en discriminatie ervaart. En wat blijkt: de ervaren discriminatie ligt best hoog", vertelt hij.
Culturen leren kennen
Die discriminatie kan zorgen voor stress. "Minderheidsstress, dan heb je last van stressklachten over de manier waarop je gezien of benaderd wordt. Voor degene die een opmerking of grapje maakt is het er natuurlijk maar een. Maar de ontvanger hoort zoiets vaker en dat is vervelend", legt de discriminatieonderzoeker uit.
Dat sommige mensen discrimineren, kan liggen aan de manier waarop je opgroeit, weet Broekroelofs. "Als je opgroeit in een minder diverse omgeving, dan is de kans ook minder groot dat je verschillen herkent. Je denkt dan al snel bij iemand met een Aziatisch uiterlijk: dat is een chinees."
Het helpt bijvoorbeeld bij kinderen om ze kennis te laten maken diverse groepen mensen op televisie of school. "Dan voorkom je het hokjes denken, omdat ze verschillende culturen kennen."
