Musea in ons land zijn inmiddels weer open voor publiek, maar ze weten lang niet allemaal weer bezoekers te trekken. Vooral kleine musea hebben het moeilijk: ze hebben sinds de coronacrisis weinig bezoekers, of kunnen juist geen vrijwilligers vinden. En die kleine musea zijn in ons land misschien minder bekend dan grote spelers als het Rijksmuseum, maar hebben zeker waarde.
Het Flessenscheepjes Museum in Enkhuizen is niet open vandaag. Er zijn niet genoeg vrijwilligers om de boel draaiende te houden. De oorzaak? "Door corona zijn er mensen afgehaakt", zegt medeoprichter Jan Hetteling. "Zonder vrijwilligers kunnen we niks. We zijn nu in staat om drie dagen per week open te gaan. Corona heeft er flink ingehakt."
1100 flessenscheepjes
Hetteling hoopt maar dat het goed komt. Juist omdat 2022 een bijzonder jaar is. "We bestaan dit jaar dertig jaar. Ik weet nog niet of het een feest wordt, dat hangt af van hoe het de komende maanden zal gaan."
"Het zou toch zonde zijn. We zijn het enige flessenscheepjesmuseum ter wereld. We hebben 1100 stuks, waarvan we er 800 hebben tentoongesteld", vertelt Hetteling. "Hier in Enkhuizen ademt de zee, dus het is een topplek om te zitten. Aan ons enthousiasme ligt het niet. Als we open zijn, gaat het wel goed."
Uit de hand gelopen hobby
De bezoekersaantallen van museum de Bommelzolder, met een grote collectie van het werk van Marten Toonder, in Zoeterwoude zijn tijdens de coronacrisis ook flink teruggelopen. "Doordat ik gratis ben, weet ik nog wel bezoekers te trekken", vertelt directeur en conservator Pim Oosterheert.
Zijn kleine museum is eigenlijk een uit de hand gelopen hobby. "Ik had al een verzameling over Marten Toonder, want ik ben helemaal gek van die man. Ik ben toen verder in Bommel (het stripfiguur, red.) gedoken. Ik ben wel anders dan andere musea, want ik zet niet de deuren open om iedereen binnen te laten. Dan moet ik de hele tijd thuis zijn en daar heb ik geen zin in."
Het kleine museum van Oosterheert zal nog maar twee jaar bestaan. "Een selectie gaat naar kasteel Bommelstein in Groenlo. Dan neem ik afscheid van mijn kindje. Hoognodig, want ik ben inmiddels al 79 jaar."
Sociale waarde
Marketeer Leanne Bongers van marketingbedrijf Juno zal het jammer vinden als dit soort kleine musea verdwijnen. "Kleinere musea hebben grote sociale waarde, omdat mensen erbij betrokken en verbonden zijn", zegt ze. Ook dragen ze soms bij aan de identiteit van een bepaalde plaats of streek.
Hoe zijn die kleine musea dan toch te redden? "Door veel mond-tot-mondreclame te hebben en dus ook te stimuleren dat mensen doorgeven aan hun omgeving dat een museum het bezoeken waard is. Je moet de reisbereidheid naar een museum vergroten: doordat je iets echt alleen in dát museum kan zien."

Bongers denkt ook dat de kleine musea zich meer moeten gaan richten op jongeren en kinderen. "Door meer op social media in te zetten en te zorgen dat er een educatief gedeelte is voor kinderen. Alleen dan zijn de kleintjes te redden."