Grote kans dat je het geluid herkent als je het hoort: gezang van een merel. Maar het gaat niet goed met de vogel. Waar je er eerst nog vier in je tuin had, zijn dat er nu drie of twee geworden. De merelpopulatie is volgens vogelonderzoek van Sovon ongeveer met een kwart afgenomen in tien jaar tijd. Wat kunnen we doen om deze vogel te redden?
Volgens de cijfers van Sovon zijn er nu twee tot drie miljoen merels in het hele land. Albert de Jong, vogelonderzoeker bij de organisatie, vertelt dat we het laatste decennium tussen de 150.000 en 200.000 broedparen zijn verloren. "We hebben een klein idee waardoor dat komt. Er is een virus – het usutuvirus – dat tussen 2016 en 2019 rondging onder merels. Daardoor is een kwart tot een derde van die vogels gestorven."
Roofdieren in de stad
Al is de afname van de vogels al ongeveer sinds 2011 gaande, zegt De Jong. "Waarschijnlijk is-ie er ook minder omdat meer nesten sneuvelen. Dat kan komen door een toename van roofdieren in de stad, bijvoorbeeld katten of eksters." Daar hebben ook de lijster, de zwartkop en de roodborst last van. Ook verdwijnt het struikgewas en is er minder leefruimte voor de merel. "Ze nestelen zich vooral in coniferen of de Amerikaanse vogelkers. Sowieso op een beschut plekje."

Bovendien dragen de droge zomers niet bij aan de voortzetting van de vogel, want daardoor is er minder voedsel te vinden. En niet alleen met de merel gaat het over het algemeen minder. "Met de spreeuw gaat het ook minder, die gaat nu naar landelijk gebied", zegt De Jong. Verder moet de huiszwaluw het ontgelden door de insectenafname, die de vogel graag eet. "En de huismus is tot de eeuwwisseling afgenomen, nu is hij laag stabiel. Het is een zwaar beschermde soort."
'Elke tuin doet ertoe'
Even terug naar de merel: kunnen we iets doen om de vogel te redden? "Bijna iedereen heeft wel een merel in z'n tuin – jouw tuin doet ertoe", zegt woordvoerder Marieke Dijksman van de Vogelbescherming. "Al heb je een tuin ter grootte van een postzegel, alles bij elkaar heeft wel degelijk effect."
Op korte termijn is het volgens Dijksman het belangrijkst dat mensen eind januari meedoen met de tuinvogeltelling, en daarbij goed letten op de merel. "We willen inzicht krijgen in welke tuinen die merels zitten."
Maatregelen voor de merel
In de tussentijd kan je alvast wat maatregelen treffen om je tuin merelproof te maken. Zorg bijvoorbeeld voor gras, want de merel pikt wormen in de zomer. "En ze zijn dol op appels. Leg ze op de grond, vlakblij een plek waar ze kunnen schuilen." Denk ook aan het vervangen van de schutting door een klimop of hagen.

Dijksman gaat verder: "Struiken met besjes zijn goed voor voedsel in de winter", zegt ze. "En veeg bladeren op om zo te zorgen voor een rommelhoekje. In de winter kunnen ze daar ook insecten eten. We zijn te netjes geworden in onze tuin, laat het wat meer."