Vrijdag vindt er weer een zitting plaats over de strafzaak van de vermoorde Nicky Verstappen. Verdachte Jos B. ging namelijk in hoger beroep. Naast deskundigen die gehoord worden, is er een medegedetineerde die gaat getuigen. Het gaat om Bekir E., de moordenaar van de 16-jarige Hümeyra. Maar kunnen we hem wel vertrouwen?
Bekir E. kreeg afgelopen juli tbs en twintig jaar cel na de moord op de Rotterdamse scholiere. Hij heeft een korte tijd met Jos B. in de penitentiaire inrichting in Vught gezeten, op dezelfde afdeling. Daar zou B. gevoelige informatie hebben gedeeld over de moord op Nicky Verstappen en die informatie gaat E. nu waarschijnlijk delen met de rechtbank.
Motieven
De vraag rest of we Bekir E. eigenlijk wel kunnen vertrouwen. Volgens getuigendeskundige Annelies Vredeveldt hoeft het niets uit te maken dat hij zelf een moordenaar is. "Het gaat om de motieven die hij heeft en op basis daarvan moet er een afweging worden gemaakt door de rechter."

Zo kan zich het zogeheten jailhouse snitchen voordoen: gedetineerden spreken met elkaar over wat ze gedaan hebben. De één stapt ermee naar de rechter in de hoop op strafvermindering of een andere deal. "Daarnaast: als Bekir E. gaat getuigen, is het de vraag of Jos B. hem de waarheid heeft verteld."
Of de getuigenis van Bekir E. standhoudt, is dus moeilijk te zeggen. "Om goed over te komen moet de getuigenis allereerst verifieerbaar zijn. Als iemand zegt waar het pistool ligt, moet de politie makkelijk kunnen controleren of het pistool daar ook echt ligt", zegt Vredeveldt. "Daarnaast moet de getuigenis ook goed overeenkomen met de bewijzen die er liggen. Het moet in grote lijnen kloppen."
Leugens herkennen
Verder kan de rechter een aantal dingen doen om te kijken of de getuige liegt. Bijvoorbeeld door middel van bepaalde interviewtechnieken, zegt Sophie van der Zee, leugenonderzoeker aan de Erasmus School of Economics. "Je kunt vragen of iemand zijn verhaal in omgekeerde volgorde kan vertellen. Als je iets echt hebt meegemaakt kun je 'teruglopen' in je gedachten", legt ze uit.
Leugens worden vaak in chronologische volgorde bedacht. "Dan is het veel moeilijker om het in omgekeerde volgorde te vertellen." Ook kun je iemand onverwachte of hele specifieke vragen stellen, want mensen die liegen bereiden hun verhaal vaak goed voor.

Verder is het zaak om te kijken naar de details die de getuige geeft. "Mensen die liegen geven niet per se meer of minder details dan mensen die de waarheid spreken, maar wel een ander soort details", zegt Van der Zee. "Leugenaars geven vaak details over randzaken, dus de informatie eromheen. Ook geven ze minder vaak details die gecheckt kunnen worden."
'Gedrag is niet zo betrouwbaar'
Als we kijken naar of iemand liegt, zijn er volgens Van der Zee ook een boel dingen die we wat meer los moeten laten. Denk bijvoorbeeld aan naar de linkerbovenhoek kijken of wegkijken. "Daar is eigenlijk geen wetenschappelijk bewijs voor", zegt ze. "Liegen zorgt wel voor gedragsveranderingen, maar mensen letten vaak op de verkeerde gedragingen."
Er zijn in principe wel wat dingen waar je op kunt letten. "Gaat de kin omhoog of perst iemand z'n lippen meer op elkaar? Komt iemand nerveuzer over? Dan kan het zijn dat iemand liegt." Al ligt het altijd genuanceerder dan dat. "Maar deze dingen zijn zo klein en kunnen ook andere oorzaken hebben, dus gedrag is eigenlijk niet zo'n betrouwbare indicator. Het verzamelen van bewijs is dus het belangrijkst."
