Kan poedervlees tippen aan de traditionele gehaktbal? 'Smaakt melig'

Je neemt wat plantaardig poeder, gooit er water bij, even husselen en voilà: daar is je gehaktbal. Het klinkt misschien onrealistisch, maar sinds kort is er daadwerkelijk poeder op de markt waarmee het kan. Maar is deze bal net zo smeuïg en smaakvol als de traditionele?
Het 'poedervlees' is gelanceerd door de Duitse start-up Geenforce. Het bestaat uit plantaardig erwteneiwit waar de consument zelf water aan toevoegt om een gehaktbal, schnitzel of burger te maken.

Duitse start-up komt met vleesvervanger in poedervorm: 'Juist voor vleesliefhebbers'
Erwin Rovers moet nog even aan het idee wennen. Hij is kok bij De Ballentent, een restaurant dat zich specialiseert in 'echte' gehaktballen. "Mijn eerste reactie is: niet doen. Ik ben sowieso niet van de vleesvervangers. Al zijn ze niet allemaal slecht", zegt hij tegen EditieNL.
Vlees vs. vleesvervanger
De gemiddelde Nederlander eet jaarlijks zo'n 870 gram aan vleesvervangers. Dat zijn zo'n 50 vegaballen. Ter vergelijking: we eten zo'n 39 kilo echt vlees per jaar. Dat zijn zo'n 2200 ballen.
Bron: WUR/Nielsen/ProVeg
Hij is naar eigen zeggen een 'echte ballenliefhebber'. Toch waagt hij zich vandaag voor EditieNL aan de poedervariant. "Alles verdient een kans in het leven."

Tijdens de bereiding valt het de kok op dat de structuur van het poedervlees heel fijn is. Als hij na het bakken een hap neemt, kijkt hij niet blij. "Nee, niets voor mij. Het is heel melig." Andere restaurantgasten zijn positiever. "Best oké voor een vleesvervanger", zeggen ze.
Innovatief
Hans Dagevos, consumptiesocioloog aan de Wageningen University & Research, vindt het concept innovatief klinken. "De voordelen zijn voornamelijk pre-consumptie: je hebt geen koeling nodig, het is licht qua transport en je hebt geen last van vlees dat over de datum gaat. Op de camping lijkt het me handig."

Astronauten gaan mogelijk kweekvlees eten in de ruimte

Maar hij ziet ook nadelen. "Je moet het zelf maken en het is duur. Ik vrees dat het meer gezien gaat worden als voedsel voor sporters of astronauten."
Dagevos denkt dat deze fase – waarin we op zoek zijn naar steeds betere vleesvervangers – tijdelijk is. "Op dit moment zie je dat alles nog 'vleesnamen' krijgt en dat we het zoveel mogelijk op echt vlees willen laten lijken. Maar vleesvervangers zijn een soort tussenfase. Uiteindelijk gaan we door naar iets wat écht nieuw is. Iets wat wel het eiwitcomponent bevat, maar niet lijkt op een burger, bal of schnitzel."