De eerste gouden plak is binnen voor de Nederlandse baanwielrenners en ook de rest van de week hebben de sprinters nog goede kansen. Ze hebben daar dan ook keihard voor getraind. Maar onderzoekers hebben ze ook een handje geholpen: de atleten hebben op maat gemaakte fietsen. Topsport en wetenschap gaan tegenwoordig vaker hand in hand.
De nieuwe fietsen waren volgens promovendus fietsdynamica Marco Reijne van de TU Delft hard nodig. "De vorige fietsen waren ontworpen voor de Spelen in 2008. Dat is toch wel weer even geleden. In die tijd is veel kennis ontwikkeld", vertelt hij. En de oude fiets was ook voor lang niet iedereen geschikt. "Er zitten een aantal lange jongens in de selectie die niet goed op de oude fiets pasten."
Per persoon de juiste fiets
Het ontwerpen van de nieuwe fietsen duurde zo'n drie jaar. Het idee was dat de renners er dan nog een jaar mee zouden kunnen trainen. Door het uitstellen van de Olympische Spelen werd dat zelfs twee jaar. "We zijn gevraagd om voor elke renner een fiets te ontwerpen waar hij of zij de optimale fietshouding kan aannemen en waarvan het rijgedrag voldoet aan diens wensen", zegt Reijne. "Zo ontwerp je per persoon de juiste fiets en dat is voor het eerst."
In het verleden werd namelijk eerst een frame ontworpen. De renner paste dan zelf de zadelhoogte, stuurpen en stuurbreedte aan. Reijne: "Dat is niet aerodynamisch en biedt weinig ruimte om het rijgedrag aan te passen. Doordat wij zowel het frame als de stuurtjes tegelijk konden ontwerpen hadden wij deze optie wel." Dat is ook belangrijk, omdat alle renners andere wensen hebben. "Uiteindelijk zijn er vier frames ontworpen en heeft elke renner zijn eigen op maat gemaakte stuur."
De fietsen zijn ook nog eens stabieler, omdat ze een stuk langer zijn geworden. "Het sturen voelt daardoor niet zo nerveus aan: daar bedoelen we mee dat-ie niet zo snel van richting kan veranderen", legt Reijne uit. De renners zijn volgens de onderzoeker ontzettend goed. "Ze hebben natuurlijk goud omdat ze zo hard kunnen trappen. Maar ik hoop natuurlijk dat de fiets iets aan het succes heeft bijgedragen."
Test met poppen
Maar de fiets is niet de enige technische innovatie die de baanwielrenners tot hun beschikking hebben. De TU Eindhoven testte voor de renners wat de snelste pakken en overschoenen zijn. "Ik denk dat de meeste aerodynamische winst uit de fiets gehaald kan worden, maar ook daaruit valt winst te halen", vertelt hoogleraar Bert Blocken. Ook werd gekeken welke wielen de minste luchtweerstand geven en zo dus de snelste tijd opleveren.

De onderzoekers lieten een pop maken die identiek is aan baanwielrenner Harrie Lavreysen. "Die pop hebben we in een windtunnel op de fiets gezet. We hebben telkens een ander pak aangetrokken en zo gekeken in welk pak de pop het snelst gaat", zegt Blocken.
Er is gekozen voor poppen omdat het voor de atleten niet zo aangenaam is om lang in een windtunnel te zijn. "En een atleet zal altijd positie wijzigen, een pop blijft op dezelfde wijze zitten."
Atleet belangrijkste schakel
Naast het baanwielrennen zijn de onderzoekers bezig met meer sporten. "Voor de wegwielrenners die in actie zijn gekomen hebben we ook aerodynamisch onderzoek gedaan. Zo hebben we vorig jaar al met Tom Dumoulin in de windtunnel gekeken wat zijn beste positie is op de nieuwe Cervélofiets. We zijn dan ook enorm blij met de zilveren medaille", vertelt Blocken.
Ook wordt onderzoek gedaan naar speerwerpen. Dat is te laat voor deze Spelen, maar volgens Blocken wel relevant voor de toekomst. "Normaal verwacht je dat je met een speer met een scherpe punt verder kunt werpen. Maar wij hebben aangetoond dat je veel verder werpt met een botte punt."

Technische snufjes, we zien ze steeds vaker, ook tijdens deze Olympische Spelen. Zo trainden BMX-atleten met speciale systemen in hun fiets voor de beste startpositie en krijgen zeilers de optimale windvoorspelling van een nieuw ontwikkeld model. Toch neemt de techniek het volgens hoogleraar Blocken niet over. "De atleet blijft de belangrijkste schakel. Gelukkig maar."