Sinds de coronacrisis zijn er op steeds meer plekken plantenbiebs te zien. Je kunt er zaden en planten meenemen, en in ruil daarvoor kun je een plantje terugzetten. Inmiddels zijn er tientallen van dit soort ruilpunten in ons land te vinden. Cato (23) heeft zo'n plantenbieb. "Mensen staan in de rij."
De plantenbiebs duiken overal in ons land op. Zo is er eentje te vinden in Hengelo, maar ook in Den Haag, Veendam en in Hilversum. De 23-jarige Cato heeft er ook één. Deze staat bij haar in de voortuin, aan de kant van de weg. "Mensen kunnen een plantje neerzetten en weer een plantje meenemen. Het principe is het brengen van iets leuks en weer iets leuks mee naar huis nemen", vertelt ze aan EditieNL.
In de rij voor de bieb
Het idee voor de plantenbieb kwam overwaaien uit de Verenigde Staten. "Daar staan de kasten langs de grote wegen. Dat vond ik een heel leuk idee, en op Facebook kwam ik in contact met iemand die in Veendam een plantenbieb was begonnen. Toen stond het binnen een week in mijn voortuin."
Cato begon vorig jaar met een klein kastje langs de weg, maar ze merkte al snel dat die te klein was. Vanwege de groeiende populariteit heeft ze hem vorige maand uitgebreid, en is er een nieuwe kast bijgeplaatst. "Afgelopen zomer stonden er rijen voor de bieb 's avonds. Nu is de bieb lekker groot en staat hij helemaal vol."
De eigenaresse van de plantenbieb merkt dat naar haar kast komen een echt uitstapje is geworden voor mensen. "Er komen hele diverse mensen langs: veel kinderen met ouders, maar ook ouderen. Mensen komen speciaal uit andere dorpen en steden voor de plantenbieb."
Makkelijk delen
En dat we meer met elkaar zijn gaan delen is geen toeval, vindt auteur Robert Visscher. Hij schreef het boek 'Delen doe je zo' waarvoor hij anderhalf jaar zo veel mogelijk spullen deelde. "Het is steeds makkelijker geworden om dingen met elkaar te delen. Delen en ruilen neemt fors toe de afgelopen jaren. Dat is ook zo bij deze plantenbieb", vertelt hij aan EditieNL.
Volgens hem maakt de plantenbieb onderdeel uit van onze deeleconomie. "Iedereen kan iets met elkaar ruilen en iets met elkaar delen. En dat gebeurt niet alleen met niet-waardevolle dingen, maar ook met huizen en auto's." Delen is iets menselijks volgens de schrijver. "Dat doen we graag. Ik heb het idee dat we het logischer vinden sinds de coronacrisis om meer met elkaar te delen."
Ook de opkomst van apps heeft delen toegankelijker en makkelijker gemaakt. "Door social media heb je een veel makkelijker bereik. En je kunt veel specifiekere dingen gaan delen. Soms wordt dit een hype zoals de minibiebs."
'Dollartekens in de ogen'
Op grotere schaal worden ook spullen met elkaar gedeeld. "Peerby is een onderdeel daarvan. Dat is een platform waarop mensen tegen betaling spullen van elkaar kunnen lenen en delen." Eerst was deze dienst gratis, tegenwoordig zet het bedrijf meer in op huren. "Dan krijg je dus een verschil in mensen met bezit en mensen zonder bezit. Er ontstaat dan een tweedeling onder mensen."
Soms komt het dus voor dat deelinitiatieven veranderen. "En dan krijgen mensen dollartekens in hun ogen. Net als bij AirBNB. Dat begon super tof; je verblijft in een huis van iemand en was het vooral ruilen en uitlenen aan elkaar. Maar nu is het vooral bedoeld om winst te maken. Je hebt dus toegankelijke en vriendelijke initiatieven, zoals boeken en moestuinen delen, maar je hebt ook deelinitiatieven die eigenlijk uit de bocht vliegen."
