Hij is gewoon te koop bij het tuincentrum: de gele bieslelie. Een mooi plantje om te zien maar het gele bloemetje is erg schadelijk voor de natuur. Hij woekert zo snel dat hij andere planten verdringt. Staatsbosbeheer heeft er de handen vol aan om het plantje te verwijderen. Waarom is het dan wel gewoon te koop voor de consument?
De gele bieslelie komt oorspronkelijk uit Canada. In ons land komt het plantje van nature niet voor. De planten komen in de natuur terecht door ons eigen tuinafval: het plantje is namelijk gewoon in tuincentra te koop.
Tuincentra
Volgens Baudewijn Odé van FLORON, een organisatie voor de bescherming van de Nederlandse Flora, is er een lijst van de EU met planten die niet meer verkocht mogen worden. De gele bieslelie is hier nog niet aan toegevoegd.
FLORON voert campagne om mensen te bewegen om de invasieve exoten niet meer te kopen. "Denk aan de cotoneaster – leuk met bloemetjes en besjes. Vogels komen erop af en daar gaat het ook mis. Zo worden de pitjes verspreid en uitgepoept en dan komen die struiken in natuurgebieden terecht waar ze niet horen."
Odé ziet de ernst van de toenemende hoeveelheid gele bieslelies. "Één struik is niet erg in het bos, maar we zien dat die soorten hand over hand toenemen. En op een gegeven moment ben je te laat." Daarom zou hij nu de aanschaf van de plant vooral willen ontmoedigen.
Klein plantje, grote gevolgen
Marijke Lieman is boswachter bij Staatsbosbeheer. Het gevaar van de gele bieslelie viel haar niet direct op toen ze de plant voor het eerst zag. "Ik dacht eerst nog: leuk plantje, die zet ik thuis neer. Maar dat heb ik gelukkig niet gedaan", vertelt ze aan EditieNL. Dit jaar heeft ze al 110 gele bieslelies verwijderd. "Ineens schoot-ie als een idioot omhoog en werd het een probleem. Op de Grevenlingendam stond twee hectare vol met het plantje."

De gele bieslelie vormt een bedreiging omdat andere planten er niet meer door kunnen groeien. "Het grote probleem is dat dit juist de plekken zijn waar onze zeldzaamste planten groeien: de ogentroost, duizendguldenkruid en de orchidee. Dat zijn planten waar je blij van wordt als boswachter."
Ook de insecten lijden onder de komst van de nieuwe plant. "Bij de planten op de kale zandgronden horen bepaalde insecten. Als er ineens een andere plant bijkomt, dan hebben die insecten niks meer te halen." Dat is ernstig, vindt Lieman. "Je raakt de insecten kwijt en daarmee ook de vogels die bij die insecten horen en daarmee ook de soorten die vogels eten. Het begint bij één plantje maar heeft grote gevolgen."
Proef
Sinds afgelopen vrijdag wordt door Staatsbosbeheer een proef uitgevoerd met vier methodes om te kijken hoe de plant het beste verwijderd kan worden. "Ze spreiden zich met name door de zaadjes. De eerste methode is de plag – de bovenste laag grond met de wortels van de plant – erafhalen, de bieslelie verwijderen, dan de plag weer terugplaatsen zodat de kwetsbare, zeldzame soorten het minst te lijden hebben."

Bij de tweede methode wordt de volledige plag verwijderd. "In de hoop dat er voldoende zaad van de oorspronkelijke soorten in de bodem zitten." Bij de derde methode wordt er met stroom gewerkt om de plantjes stuk te maken. "Dat was succesvol bij de Japanse duizenknoop", legt Lieman uit. "De laatste methode is maaien en afzuigen."
Niet in de groene bak
Mocht je zelf een gele bieslelie spotten, dan moedigt boswachter Lieman zeker aan om deze te verwijderen. "Ik denk nu elke keer: nu heb ik ze. Maar als ik verder kijk dan zit er weer eentje verstopt. Je moet er echt bovenop blijven zitten. Als je ‘m ziet staan: ruk 'm eruit en gooi de plant weg in de grijze bak. Niet in de groene bak."