Paella in Spanje, authentieke pasta in Italië en curry in Thailand. Veel vakantiegangers dompelen zich graag onder in de buitenlandse keuken en volgen kookcursussen op reis. Maar wat te doen als je het deze zomer vanwege corona in Nederland moet zoeken?
Thuisblijvers hoeven niet te treuren: ook de Nederlandse keuken heeft veel verrassingen in petto, weet historica Manon Henzen. Zij runt haar eigen kookatelier eet!verleden in Nijmegen, en organiseert kookworkshops met verschillende historische thema's: van de Romeinse tijd tot de middeleeuwen en de Gouden Eeuw.
"Het is ooit begonnen toen ik ging neuzen in historische kookboeken. In de late middeleeuwen en de Gouden Eeuw werd er superlekker gegeten. Dat triggerde mij om het te delen", vertelt ze aan EditieNL.

Denk maar niet dat mensen in die tijd elke dag aan de stamppot zaten. "Dat werd helemaal niet zoveel gegeten. Fermenteren en zelf worst maken werd veel gedaan. Het leuke is dat ik nu chefs over de vloer krijg die hun inspiratie daar weer uithalen."
Pastei
Ook werd er veel pastei gegeten. "Die hadden heel lekkere vullingen en werden heel mooi versierd. Dat zien we ook terug op schilderijen uit de zeventiende eeuw. De pasteien werden dan ook versierd met delen van pauwen of andere mooie dieren."
Kosten
Ieder jaar gaan er 46 duizend Nederlanders naar het buitenland voor een culinaire vakantie. Deze trips zijn kort: twee tot vier dagen. Een populaire bestemming is Italië. Wie daar pasta wil leren maken, betaalt ongeveer 65 euro - inclusief drankjes - voor een vier uur durende workshop. Bij eet!verleden ben je 70 euro kwijt voor eenzelfde soort pakket.
Bron: NBTC, eet!verleden
Daarnaast was duivenvlees vroeger populair. "Je ziet dat nog steeds in de betere restaurants, maar niet iedereen zal het lekker vinden. De smaak zijn we niet gewend. Na de Tweede Wereldoorlog zijn we gestopt met het eten van sommige vleessoorten zoals gans, duif en schaap. Waar je vroeger je eigen dieren slachtte en at, bepaalt de vleesindustrie nu wat we eten."
Verdwenen gerechten
Hoewel smaken nu eenmaal komen en gaan, vindt Henzen het jammer dat dat sommige gerechten helemaal zijn vergeten. "En dan heb ik het echt niet alleen over de vergeten groenten. In veel worst zat vroeger bijvoorbeeld orgaanvlees, maar dat eten we liever niet meer. Men at vroeger echt het hele dier. Dat is nu wel anders." (Scrol naar beneden om een van haar achttiende eeuwse recepten te zien).
Culinair blogger
Helena Smit runt haar eigen culinaire blog Eating Habits. Ze reist de hele wereld over om de buitenlandse keukens te ontdekken. "Vlak voor corona zou ik op culinaire reis naar Indonesië gaan, maar dat ging niet door. Best een domper", zegt ze tegen EditieNL. "Ik verwacht niet dat het er snel weer in zit."

Met culinaire vakanties in eigen land heeft ze geen ervaring. "In Nederland is alles zo naast de deur dat je niet het idee hebt dat het speciaal is."
Lokale bevolking
Ze weet dat er in het buitenland soms net zo over wordt gedacht. "In veel landen vindt de bevolking de lokale eetcultuur niet zo bijzonder. Terwijl wij buitenlanders er helemaal van onder de indruk zijn."
Smit is dit jaar van plan meer te gaan ontdekken in eigen land. "Nu heb ik ook meer tijd daarvoor. Ik ben erg geïnteresseerd in de lokale specialiteiten in Nederland. Boeren die een speciaal kaasje of worst maken, of koekjes die in een bepaald deel Nederland bekend zijn."
Bekijk hier de video:
Oud-Hollands recept
Achttiende eeuwse Hoenderpastei van de Gelderse keukenmeid
Benodigdheden
Vulling:
4 kippenpoten
2 eetlepels bloem
4 sjalotten
½ citroen
1 liter (kippen)bouillon (ongezouten)
2 theelepels zout
1 theelepel nootmuskaat
2 stukjes foelie
2 theelepels zwarte peper
150 gram rozijnen
Bouquet garni van rozemarijn, salie, tijm en laurier
400 gram paddenstoelen
300 gram gehakt
6 artisjokbodems
Deeg:
300 gram bloem
150 gram boter
1 theelepel zout
Scheutje koud water
Bereiding
Vulling:
Wentel de kippenpoten door de bloem en braad ze aan in flink wat boter. Hak ondertussen de sjalotten fijn en snijd de ½ citroen in dunne schijven. Voeg de sjalot toe aan de kip en bak kort even mee. Voeg daarna de citroen, bouillon, zout, nootmuskaat, foelie, peper, rozijnen en het bouquet garni toe. Breng het geheel aan de kook en zet daarna het vuur laag. Laat de kip circa 1,5 uur zachtjes stoven totdat het vlees van het bot valt.
Snijd ondertussen de paddenstoelen in stukjes en bak ze kort op hoog vuur aan in boter. Rol hele kleine balletjes van het gehakt (dat ik nog extra aanmaakte met wat zout, peper, rasp van een ½ citroen en nootmuskaat) en bak ze kort rondom bruin aan in boter. Snijd de artisjokken in kleine stukjes.
Haal de super malse kip uit de bouillon. Voeg de paddenstoelen, gehaktballetjes en artisjokbodems toe aan de bouillon en laat de bouillon met alle ingrediënten inkoken tot een saus. Haal al het kippenvlees van het bot en pluk het uiteen tot kleine stukjes. Als de bouillon is ingekookt haal je de pan van het vuur. Haal het bouquet garni eruit en voeg de kip er aan toe. Laat het mengsel een nacht opstijven in de koelkast.
Deeg:
Doe de bloem en de boter in een schaal en hak de boter met een mes in kleine stukjes. Voeg zout en water toe en kneed er vlug een deeg van. Leg het deeg een uurtje te rusten in de koelkast.
Rol van 2/3 van het deeg een grote lap en bekleed er de bodem en randen van een ingevette pasteivorm mee. Doe de koude vulling in de pasteivorm en druk stevig aan. Rol van het resterende deeg een ronde lap en dek de pastei er mee af. Druk de randen goed aan en maak een luchtgaatje in de deksel. Bestrijk de deksel met wat losgeklopt ei voor een mooie kleur tijdens het bakken. Bak de pastei circa 45 minuten op 200 graden gaar en lichtbruin. Natuurlijk kun je ook kleine pasteitjes maken van dit deeg en de vulling.
Bron: eet!verleden