Twee Nederlandse weeskinderen van 2 en 4 jaar zijn uit Syrië teruggehaald nadat hun ouders zijn overleden. Voor sommige Nederlanders is dat reden tot angst: wat is de kans dat deze kinderen later radicaliseren?
Nederland heeft in Noord-Syrië twee Nederlandse kinderen van omgekomen jihadisten opgehaald. Dat bevestigde het kabinet gisteren in een brief aan de Tweede Kamer. De kinderen van 2 en 4 jaar oud zijn bij een Nederlandse voogd terechtgekomen.
Het is de eerste keer dat Nederland kinderen van jihadisten terughaalt. Het gaat om een gezamenlijke actie met Frankrijk. In totaal zijn er twaalf kinderen bij betrokken.
Recht op bescherming
War Child is blij dat de kinderen in Nederland zijn. "Het zijn onze kinderen en zij hebben er niet voor gekozen om daar te zijn. Deze kinderen hebben recht op bescherming en psychosociale hulp. Structuur en regelmaat zijn voor hen belangrijk", laat de organisatie weten aan Editie NL.

Angst
Toch heerst er ook angst dat de kinderen geïndoctrineerd zijn en in de toekomst zullen radicaliseren. Volgens pedagoog Herald Hofmeijer hoeft dit niet per definitie het geval te zijn. "Vaak vindt indoctrinatie op iets latere leeftijd plaats. Dat heeft te maken met morele ontwikkeling: wat je goed of kwaad vindt. Dat nemen kinderen vaak op kleuterleeftijd van hun ouders over", legt hij uit aan Editie NL.
Laag zelfbeeld
Wel geldt volgens Herald: hoe minder zelfvertrouwen kinderen hebben, hoe makkelijker ze geïndoctrineerd raken. "Een laag zelfbeeld is een voedingsbodem voor snelle indoctrinatie. Onzekere kinderen zijn erg beïnvloedbaar. Hoe slechter hun eigen identiteit is ontwikkeld, hoe gevoeliger ze ervoor zijn."
Als voorbeeld noemt de pedagoog de IS-aanhangers die vanuit Nederland naar Syrië zijn vertrokken. "Vaak zijn dit jonge mensen die zich hier niet veilig voelen. Zij zijn extra gevoelig voor de eer en het aanzien dat ze in Syrië krijgen. Daar worden ze beschouwd als strijders."
Radicalisering
Hoe groot de kans is dat de kinderen die naar Nederland zijn gehaald radicaliseren, is volgens Herald niet zomaar te zeggen. "Dat ligt er helemaal aan in wat voor situatie ze in Nederland terechtkomen en hoe heftig hun trauma is. Als ze in een stabiele familie belanden – een gezin waar liefde en expertise is – is de kans op radicalisering kleiner."
Hij vervolgt: "Wat je wel vaak ziet, is dat kinderen hier terechtkomen in internaten en tehuizen waar de hulpverleners heel snel wisselen. Dat kan problematisch zijn, want dan kunnen de kinderen zich niet hechten. Daar zijn ze erg gevoelig voor. Maar ook in zo'n geval kun je niet zeggen dat het per definitie terroristen worden."

Heropvoeden
Gewoonweg 'heropvoeden' is volgens Herald niet de oplossing. "Het woord 'heropvoeden' impliceert dat een kind simpelweg opnieuw kan beginnen, maar dat kan niet. Hij of zij kan die jaren in Syrië niet zomaar achter zich laten, alsof ze niet gebeurd zijn. Een kind heeft bagage en is vaak getraumatiseerd. Die ervaringen kun je niet uitgummen."
Op maat gemaakte zorg
War Child benadrukt dat de kinderen goede hulp nodig hebben. "Veel kinderen in oorlogsgebieden ontwikkelen gedragsproblemen, aanpassingsproblemen, hebben nachtmerries, plassen in bed en hebben wantrouwen naar andere kinderen en volwassen. Het is belangrijk dat zij – wanneer ze terugkeren naar Nederland – op maat gemaakte zorg aangeboden krijgen."