Kleuters met een uurtje Engelse les per week. Scholen kunnen er net zo goed mee ophouden. Uit onderzoek van de Radboud Universiteit blijkt namelijk dat dit nauwelijks effect heeft.
Kleuters die een uur per week Engels krijgen, werden in het onderzoek vergeleken met kinderen die vanaf latere leeftijd Engels leren. Conclusie? Er zat nauwelijks verschil in de opgebouwde woordenschat.

"Ik heb bijvoorbeeld gekeken of leerlingen klanken kunnen onderscheiden, zoals tussen 'pen' en 'pan'. Het blijkt dat leerlingen die al vanaf groep 1 Engels hebben dit niet beter kunnen", vertelt Claire Goriot, taalwetenschapper bij de Radboud Universiteit. "Alleen kinderen die tweetalig zijn opgevoed, kunnen dit beter."
Flink meer uren
Het heeft dan misschien weinig nut, maar kwaad kan dat uurtje Engels ook niet. "Er zijn geen negatieve effecten voor de Nederlandse taalontwikkeling", stelt Goriot gerust.
Toch denkt ze dat het beleid moet worden aangepast. "De positieve effecten van een uurtje Engels zijn minimaal, maar het kost wel geld en energie. Dat is zonde. Ik denk dat je dus of meer uren moet maken, of gewoon in groep 7 moet beginnen." Maar hoeveel uur les kleuters moeten krijgen om wel een positief effect te zien, is volgens de onderzoeker niet helemaal duidelijk.

Rekenen in het Engels
Sinds een paar jaar loopt er een pilot van de overheid waar een aantal scholen tot de helft van de tijd in het Engels onderwijs mag geven. Basisschool De Wilge in Hilversum doet daaraan mee. "Het is niet zo dat je Engelse les krijgt, maar je krijgt les in het Engels. Het kan zijn dat je bijvoorbeeld rekenen in het Engels krijgt", vertelt directeur Lidwien Vos.
Het gaat dus niet om het leren van Engelse grammatica of woordenschat. "Doel is om leerlingen vertrouwd te maken in het spreken van een andere taal", legt Vos uit. "Als de inhoud ingewikkelder wordt, leggen we het uit. We gebruiken Engels ook in de omgang. Als de kinderen in de rij moeten staan, zeggen we dus 'stand in line'."
Vos is positief over de pilot. "We merken dat het taalgevoel groter wordt. Het heeft ook een goede invloed op het Nederlands."
Pilot tweetalig onderwijs
Negentien basisscholen doen mee aan de pilot tweetalig primair onderwijs, die in 2014 begon. Deze basisscholen verzorgen onderwijs in het Engels en in het Nederlands en zijn de eerste tweetalige scholen van ons land. De scholen mogen dertig tot vijftig procent van de lessen in het Engels geven.
De tussenevaluatie van de pilot laat positieve resultaten zien. Leerlingen die eraan deelnemen hebben een significant grotere toename in hun beheersing van het Engels. Daarom is de pilot verlengd tot 2023.
Er is in Nederland één drietalige school. De Pôlle in Marsum biedt naast Engels en Nederlands ook Friestalig onderwijs aan.