Nederlandse game-makers doen het goed, terwijl de rest van de industrie een moeilijk jaar lijkt te hebben. Grote bedrijven zoals Sony, Microsoft en Nintendo zien dat mensen minder uitgeven, maar Nederlandse makers lijken juist hun kans te ruiken.
Veel grote gamebedrijven hebben het lastig. Omzetten lopen terug, spelcomputers zijn moeilijk leverbaar omdat er niet aan onderdelen te komen is, en de inflatie drukt zijn stempel op hoeveel mensen uitgeven aan games. En omdat de lockdowns grotendeels voorbij zijn, moet de industrie ineens weer concurreren met activiteiten waarvoor je geen controller nodig hebt.
Vrouwen
Waar de gamereuzen bang zijn voor de effecten van een wereldwijde recessie, lijkt de Nederlandse gamemaker Gamehouse zich geen zorgen te maken. Ze maken mobiele games en verkopen, tegen deze trend in, juist meer.
En dat komt omdat het bedrijf zich richt op een andere doelgroep dan veel andere uitgevers, zegt Iris Kroonstuiver van GameHouse. "Wij richten ons op vrouwen. We zien dat die markt echt booming is. Steeds meer vrouwen identificeerden zich hiervoor niet echt als gamer, maar we zien steeds meer vrouwen naar onze spellen toe komen. Voor ons is dat echt een groeiende business."
Branche heeft een matig jaar
Tijdens de pandemie was het nog kassa voor de game-industrie. Door alle lockdowns waren games en spelcomputers niet aan te slepen.
Tussen 2019 en 2021 groeide de wereldwijde omzet met bijna een kwart tot 191 miljard dollar. Maar dit jaar komt de klad erin en wordt naar verwachting voor 188 miljard dollar verkocht, verwachten analisten van Ampere Analysis. Een daling van 1,2 procent.
Dat is terug te zien in de kwartaalcijfers van een aantal belangrijke bedrijven in de industrie. Microsoft zag zijn omzet dalen met 7 procent en bij Sony en Nintendo was die daling respectievelijk 2 en 4,7 procent. Bij een van de grootste uitgevers, ActivisionBlizzard, kwam er zelfs 29 procent minder omzet binnen.
Sommige bedrijven zien zich genoodzaakt de prijzen te verhogen. Meta maakte VR-headsets duurder, Riot Games, de maker van League of Legends, verhoogt de prijs van de valuta waarmee je in games aankopen kunt doen. En Sony verhoogt de prijs van zijn Playstation 5, in Europa zelfs met 10 procent.
Uitgever Ubisoft trok de stekker uit vier nieuwe games die nog uit moesten komen met het oog op de economische onzekerheden.
Video De duurste Nederlandse game ooit ligt in de winkel, en zo werd ie gemaakt
Dringen om aandacht
Met zo’n 25 andere ontwikkelaars uit Nederland staat het Eindhovense bedrijf op Gamescom. Voor een week zijn de gigantische hallen van het congrescentrum in Keulen het walhalla voor iedereen die iets heeft met games.
Het is er dringen. Tienduizenden gamers, journalisten en zakenlui gaan er van hal naar hal en beursstand naar beursstand om te kijken welke games er binnenkort aankomen.
Ander verdienmodel
GameHouse laat hier een nieuwe puzzelgame zien. En Kroonstuiver verwacht er veel van. Ook omdat het bedrijf juist méér verkoopt. "Tijdens corona is het gelijk gebleven en we zien na corona weer een stijging. Daar zijn we heel blij mee", zegt ze.
Niet alleen de doelgroep speelt daarbij een rol, maar ook het verdienmodel. Ze maken gratis games en verdienen geld met microtransacties, waarbij spelers geld uitgeven om extra levels te kunnen spelen of door voorwerpen te kopen die ze in het spel kunnen gebruiken.
Daarnaast verdienen ze geld met abonnementen en advertenties die spelers te zien krijgen. "Wij zien wel verschuivingen in inkomsten uit microtransacties. Eerst was het de voornaamste inkomstenbron. Maar we zien ook dat inkomsten uit advertenties een vlucht neemt. Nu is dat ongeveer 50/50 wat betreft inkomsten."
Opvallende afwezigen op beurs
Een aantal grote spelers is er dit jaar niet bij op Gamescom. Nintendo en Sony zijn er niet. En ook EA Games, bekend van onder meer FIFA, laat Keulen dit keer aan zich voorbij gaan. Ze kiezen hun eigen moment om aankondigingen te doen en in contact te komen met de gamers.
Kansen voor kleinere game-makers
Waar dat voor fans van die merken jammer is, biedt het voor kleinere gamemakers juist kansen, zegt Jos Hoebe van Blackmill Games. Over een paar weken komt 'zijn' Izonso uit. "Het is een realistische shooter die zich afspeelt in de Eerste Wereldoorlog, op het Italiaanse front."
En dat die grotere bedrijven er niet zijn, betekent dat zijn game minder concurrentie heeft op de beursvloer. Want dat is waarom hij op de beurs staat. "We zijn hier om onze game te laten zien aan de wereld. We hebben er drie jaar hard aan gewerkt en kunnen gamers eindelijk de game laten spelen."
Dan helpt het dat de grote merken afwezig of kleiner aanwezig zijn, zegt ook Kroonstuiver.
Uitstel helpt ook
Maar ook het slechte weer in gameland komt Hoebe niet verkeerd uit. "Het biedt ons als kleine jongens wat kansen." Op 13 september verschijnt zijn game, terwijl in die week ook een andere game uit zou komen. "Maar die grote concurrent heeft zich teruggetrokken."
Hoebe is er niet rouwig om. "Er is een beperkte aandachtsspanne op de grote platformen. Je komt op een voorpagina. Dat biedt voor ons kansen want het is altijd vechten om de aandacht."
Hij kijkt zelfverzekerd naar de dag dat Isonzo in de winkel ligt. "We hebben hoge verwachtingen, omdat relatief veel mensen onze game op hun verlanglijstje hebben gezet."
