Gelijkere straffen: graag, maar hoger? No way
Zahra Boufadiss is strafrechtadvocaat in Amsterdam. Op deze plek deelt ze iedere twee weken haar visie op haar werk – en de rest van de wereld.
Sanda Dia: de details van zijn dodelijke ontgroening bij Reuzegom – een Belgische studentenvereniging – zijn sinds kort wereldberoemd. Samen met twee andere feuten moest hij gruwelijke opdrachten uitvoeren, terwijl ze doorweekt en ijskoud in een zelf gegraven put crepeerden. Het laatste commando werd hem fataal: slik een levende goudvis door én braak hem weer op. Drink een grote hoeveelheid visolie: dat helpt bij het uitkotsen.
Het hoge zoutgehalte van de visolie is dodelijk. En al gauw communiceerde Sanda op geen enkele manier meer en lag hij in foetushouding op de grond. Urenlang verzuimden de leden van Reuzegom om hulp in te schakelen. Wanneer de 20-jarige eindelijk bij het ziekenhuis aankomt, is hij al ten dode opgeschreven.
De verantwoordelijke Reuzegommers, komen er nu vanaf met geldboetes en taakstraffen. Die straf voelt veel te laag, ook voor mij. Daarom besloot ik het vonnis te lezen. Toen begreep ik het enigszins. De Reuzegommers wisten niet dat visolie in deze hoeveelheid dodelijk kon zijn, en dat zou nodig zijn voor een veroordeling van de zwaarste delicten. Visolie drinken is een jarenlange traditie van de vereniging. En alle eerdere ontgroeningsrituelen waren zonder visolie-incidenten verlopen. Bovendien kennen de meeste mensen én artsen het fenomeen zoutvergiftiging niet. Sterker nog: visolie wordt zonder pardon in grote hoeveelheden verkocht. Op de etiketten staat de onschadelijkheid zelfs expliciet vermeld.
“Een jong leven is te vroeg beëindigd, en tegen dat onrecht is geen straf opgewassen
De rechters leggen de milde straf uitgebreid uit. De daders (vrijwel allemaal zonder strafblad) waren jong en pleegden de feiten binnen een ontgroeningscontext. Sindsdien is alweer vijf jaar verstreken en daarnaast hebben de veroordeelden levenslang te lijden onder de negatieve media-aandacht.
Het vonnis is dus goed gemotiveerd, nou en? Dat is hooguit voer voor juristen, maar de uitkomst blijft onbevredigend. Een jong leven is te vroeg beëindigd, en tegen dat onrecht is geen straf opgewassen. Zeker nu de Reuzegommers in kwestie allesbehalve ideale verdachten waren: ze wisten hun sporen uit, belden de advocaat voordat zij Sanda's familie inschakelden en blonken allesbehalve uit in verantwoordelijkheidsgevoel. Dat deze uitspraak daarom riekt naar klassenjustitie, ontken ik niet. De veroordeelden waren zonder uitzondering afkomstig uit de 'hogere regionen' van de maatschappij. Allen kinderen van dokters, advocaten, politici, en ga zo maar door.
Hoe zou de zaak zijn afgelopen voor daders met migratieachtergrond? Die waren waarschijnlijk voor ernstigere feiten vervolgd én zwaarder gestraft. Het is in deze wereld namelijk een gegeven dat verdachten en daders niet gelijk worden behandeld. Klassenjustitie bestaat in de strafrechtsketen, óók in Nederland. Die blinddoek van Vrouwe Justitia is daarmee louter een prachtig symbool, want in werkelijkheid zijn rechterlijke ogen onbedekt en is absolute onpartijdigheid een onhaalbaar streven.
De voortdurende roep om hogere straffen is gebaseerd op onderbuik, niet op ratio
Gelijkere straffen voor daders van gelijke delicten is een schitterend doel, maar dat bereiken we niet door simpelweg zwaarder te straffen, want veroordeelden komen na een gevangenisstraf veel eerder opnieuw in aanraking met justitie dan na een taakstraf. Strenger straffen leidt eerder tot meer criminaliteit dan minder, dus daar schieten we als samenleving niets mee op.
De rechters die zich over de Reuzegommers-zaak hebben gebogen, hebben daarbij veel oog gehad voor hun resocialisatie. De opgelegde taakstraffen komen niet op hun strafblad en de geldboetes slechts drie jaar. Zonder de online schandpaal zouden ze hun leven vrij ongehinderd kunnen voortzetten. Maar daar is een stokje voor gestoken door hun namen en foto's massaal te delen. Geloof me, die woede en machteloosheid begrijp ik. Maar het feit blijft dat alle veroordeelden het recht hebben om te resocialiseren. In Nederland is dat al veel lastiger, omdat iedere straf blijvend op je strafblad prijkt. Een VOG kun je jarenlang vergeten, ook voor de huis-tuin-en-keukenfeiten. Zo krijgen daders jarenlang een onuitwisbaar stempel en worden ze uitgesloten van een hoop arbeidssectoren, en dat soms al op jonge leeftijd. Veel werkgevers ruiken in dit soort gevallen onraad en nemen liever een andere sollicitant aan. Maar zonder baan en inkomen komt een veroordeelde ook weer sneller in aanraking met justitie. Een vicieuze cirkel waar je maar moeilijk aan kunt ontsnappen.
Dus hoewel de collectieve boosheid en zorgen begrijpelijk zijn, is de voortdurende roep om hogere straffen gebaseerd op onderbuik en niet op ratio. Met vergelding, maar zonder resocialisatie staan we als samenleving uiteindelijk met lege handen. Dat de Belgische rechters oog hebben gehad voor de resocialisatie van de jonge daders is daarom enerzijds prijzenswaardig, al wijst het ook op mogelijke klassenjustitie. Het laat vooral zien dat daders met een andere culturele of migratieachtergrond dezelfde kans moeten krijgen op een succesvolle terugkeer in de samenleving. Hopelijk komt die discussie nu op gang. De dood van Sanda Dia blijft onverteerbaar, maar is dan misschien niet helemaal voor niets geweest.