Ga naar de inhoud
Piet Rietman

Wie geen loongolf wil, moet prijsstijgingen tegengaan

COLUMN | Zijn de loongroei en looneisen niet te hoog? Die suggestie wordt nogal eens gewekt door – verrassing – werkgevers. En helaas gaan veel mensen er blind van uit dat wat goed is voor werkgevers, goed is voor de economie.

Als argument tegen hogere lonen wordt vaak de loon-prijsspiraal genoemd. Bij een loonprijsspiraal leiden 1) hoge prijzen tot hoge looneisen, die 2) worden ingewilligd waarna 3) de gestegen loonkosten weer worden doorberekend in de prijzen. En dat dan 4) meerdere malen, vandaar het woord 'spiraal'. 

Vrees
Lees ook:
Vrees voor loon-prijsspiraal terecht? Vier vragen en antwoorden

Van deze vier kenmerken is alleen de eerste waar in de huidige economie. Nummer twee hangt van de organisatiegraad van vakbonden af. Maar ook als die hoog was en de automatische prijscompensatie in alle cao's stond, ontstond er nog geen loon-prijsspiraal.

Binnenlandse arbeid maakt maar een klein deel uit van de prijsvorming zodat een spiraalbeweging niet eens in zicht is. Ook binnenlandse consumptie speelt een veel kleinere rol dan een halve eeuw geleden – toen er nog wel eens zo'n spiraal wilde ontstaan in Nederland.

"Maar kijk eens naar hoe hoog de loongroei aan het worden is", zou je kunnen zeggen. "Dat gaat toch ergens mis? Bijvoorbeeld bij bedrijven die dat niet kunnen betalen?"

Gek genoeg zijn het diezelfde bedrijven die de prijzen verhogen. Zij hebben de afgelopen maanden ervoor gekozen om de hogere inkoopprijzen te compenseren – soms meer dan nodig was – met hogere afzetprijzen. Je kúnt er ook voor kiezen om die hogere inkoopprijzen ten koste te laten gaan van de winstmarges, in plaats van de consumentenprijzen. Maar logischerwijs doet niemand dat, totdat de consumptie daalt en zo de wal het schip keert.

Bonus
Lees ook:
Bonus en fors meer salaris voor ambtenaren? Nee, adviseert Financiën

Wat ook logisch is, is de looneis. De FNV eiste ook vorig jaar automatische prijscompensatie. Ze eisen dit in een economie met 2 procent inflatie maar ook in een economie met 17 procent inflatie. Die automatische prijscompensatie is niet alleen consequent maar ook broodnodig als we niet willen dat mensen in de armoede en schulden belanden.

Met een hoge organisatiegraad van vakbonden en automatische prijscompensatie in alle cao's, zou de bal bij werkgevers en overheid liggen. Als je dan die hoge loongroei zo vervelend vindt, of vreest voor een loon-prijsspiraal, kun je als reactie de prijzen beperken. Dat scheelt weer hogere loonkosten. Bedrijven zouden dit zelf kunnen doen maar lopen daarbij tegen een zogenoemd collectief actieprobleem aan: de lonen stijgen toch al omdat andere bedrijven hun prijzen verhogen.

Dus kijken we naar de overheid. Die kan een prijsplafond op energie instellen of op andere producten en diensten. Die kan de huren voor een jaar bevriezen, of het openbaar vervoer gratis maken. De overheid kan bovendien, door belastingen te verhogen, geld uit circulatie halen en zo de inflatie bestrijden. Een combinatie van zulke maatregelen heeft betere sociale uitkomsten dan weer een renteverhoging van de ECB, wat feitelijk neerkomt op het bewust laten oplopen van werkloosheid.

Maar bij zo'n actievere rol van de nationale overheid in het bestrijden van inflatie ontstaat natuurlijk wel een nieuw strijdtoneel. Sector X vreest voor de winstgevendheid en bepleit een prijsplafond in sector Y. En we krijgen het argument: u moet meer belasting gaan betalen, want uw koopkracht daalt. Op zulke discussies moeten werkenden dan voorbereid zijn.

Bij een nieuw economisch instrument hoort ook dat bedrijven nieuwe argumenten zullen vinden om hun winstgevendheid te beschermen. Die spiraal bestaat wél. 

Kijk ook: waarom loonsverhoging de inflatie alleen maar erger maakt

03:09