De onzin die je al snel voor waar aanneemt
Vorige maand schreef ik in mijn column dat de stijgende lijn in het aantal burn-outs voor het eerst is gedaald sinds 2015. Dat wierp vragen op bij oplettende lezers. Zij kwamen met diverse artikelen waarin werd aangetoond dat er wel degelijk meer burn-outs zijn door het thuiswerken. Als je een artikel of onderzoek snel of oppervlakkig leest, kan je inderdaad al snel tot verkeerde conclusies komen. Dat heeft een aantal redenen.
Psycholoog en schrijver van de bestseller 'Nooit meer te druk', Tony Crabbe, haalt in zijn boek cijfers aan die aangeven dat de hoeveelheid content die we gemiddeld produceren van 1986 tot 2011 maar liefst 200(!) keer zo groot is geworden.
Alleen in Nederland al zijn er vele honderden nieuwskanalen en vele duizenden journalisten om die content te produceren. Die zoeken allemaal naar die ene scoop om zoveel mogelijk lezers te bereiken. Die bereik je als eerste met een pakkende titel die aangeeft dat hetgeen je gaat lezen ook echt nieuwswaardig is. Als dat niet lukt verlies je de lezer op voorhand.
Zo kon het voorkomen dat afgelopen juli een artikel werd gepubliceerd dat aangaf: 'Verzuim om psychische redenen blijft vooralsnog opvallend laag' en in augustus stond in diezelfde krant: 'Een toename van ziekteverzuim door psychische klachten'. Dat lijkt behoorlijk tegenstrijdig. Tenzij het bijvoorbeeld over verschillende sectoren of regio’s gaat, maar daarvoor moet je wel eerst het artikel volledig lezen.
Datzelfde geldt ook bij de vertaalslag van die bronnen (bijv. wetenschappelijk onderzoek) naar redactionele content. Want zeg nou zelf: had jij ooit over het blauwe licht van je mobiel nagedacht als niet uit onderzoek was gebleken dat het slecht voor onze nachtrust zou zijn? Dat onderzoek blijkt dus alleen niet bewezen. Maar intussen is het wel een internationale overtuiging geworden.

Recenter voorbeeld hiervan was het in februari gepubliceerde onderzoek van het Nationaal Centrum Preventie Stress en Burn-Out. Hierin werd aangekondigd dat 80 procent van de jongeren op omvallen zou staan. Het persbericht werd zelfs nog aangedikt met termen als 'zelfdoding onder jongeren' en 'kans op verslaving en schooluitval'. Bijna alle Nederlandse media namen het bericht meteen klakkeloos over. Het zorgde zelfs voor behoorlijk wat ophef.
Gelukkig verdiepte de factcheckers van de Universiteit van Leiden zich wel iets verder in het onderzoek en kwamen al snel tot de conclusie dat het bedrijf achter het onderzoek alles behalve onafhankelijk was. Het NCPSB is een commercieel trainingsbureau op het gebied van stress en burnout. Het onderzoek en de opzet ervan bleken op zijn zachtst gezegd onbetrouwbaar.
Saillant detail: het bericht staat nog steeds op alle mogelijke nieuwssites (google maar), maar in de meeste gevallen nu wel voorzien van een klein rectificatie - die je als lezer eerder verwart, want waarom zou je een foutief artikel op je site laten staan? En zo komt er wel vaker ‘nieuws’ in de media dat gepresenteerd wordt als iets sensationeels, maar wat achteraf pure fictie betreft.
De betreffende artikelen waaruit zou blijken dat er meer burn outs zouden zijn, bleken uiteindelijk ook meer aan creatief schrijven onderhevig dan dat de content daadwerkelijk overeenkwam met de werkelijkheid. In de genoemde artikelen werd inderdaad veelal in de kop over burn-out gesproken, maar als je dan verder leest wordt die term volledig vervangen voor 'psychische klachten'.
Nou is een burn-out wel een psychische klacht (een hele ernstige), maar een psychische klacht is niet per definitief een burn-out gelukkig. Zo onderbouwde ook burn-outspecialist Dr Wilmar Schaufeli al snel op zijn LinkedIn. Burn-out klinkt alleen duidelijker, en heftiger, dan psychische klachten. En verkoopt dus ook beter.
Natuurlijk is de journalist verantwoordelijk voor het checken van de feiten in zijn of haar artikel, maar laat je als lezer ook niet te snel in de maling nemen. Hou er dus rekening mee dat als je iets leest, je voor jezelf nagaat wat er nou daadwerkelijk geschreven wordt (en hoe dat onderbouwd is). Neem niet alles meteen voor waar aan. Scheelt ook weer een hoop stress.