Ga naar de inhoud
Cody Hochstenbach

Demonstreer vóór het recht op een thuis

"Het zal voor mij de eerste keer zijn dat ik de straat op ga, en hopelijk doen velen met mij mee!" Dit mailde een student mij over het woonprotest komende zondag 12 september op de Dam in Amsterdam. Het protest komt geen dag te vroeg.

Ongeveer een jaar geleden vroeg ik mij in een RTL-column nog hardop af waarom zo veel mensen stil blijven over de wooncrisis die zij ervaren of om zich heen zien gebeuren.

Mijn
September 2020:
Mijn generatie blijft stil over de wooncrisis

Het animo voor het woonprotest lijkt op voorhand groot, zeker onder jonge mensen. Aankondigingen voor het woonprotest worden al wekenlang gretig gedeeld. Steeds meer mensen lijken zich te realiseren dat we hier te maken hebben met een structurele wooncrisis. Het gaat niet om individuele woonproblemen, maar om collectieve uitwassen die een structurele oplossing vereisen.

Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek is het aantal dakloze volwassenen de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld tot bijna 40.000. De werkelijke omvang van dak- en thuisloosheid in Nederland is nog aanzienlijk groter. Brancheorganisatie Valente telde in 2019 100.000 dak- of thuisloze 'cliënten'. Daaronder bevinden zich bijvoorbeeld 8.500 kinderen.

Meer
Lees ook:
Meer daklozen slapen op straat: 'Door corona is de groep veel groter geworden'

Huurders zijn een steeds groter deel van hun inkomen kwijt aan woonlasten. Tot een kwart van alle huurders heeft inmiddels moeite de huur te betalen. Iedere maand opnieuw. Toch betalen zij bijna altijd netjes de huur, maar aan het eind van de maand is er geen geld meer over voor warm avondeten. Als de wasmachine stuk gaat zitten zij met een probleem. Iedere tegenslag kan hen in een diep financieel dal storten.

Ruim 835.000 twintigers woonden begin 2020 – nog voor de coronapandemie – bij hun ouders, 30 procent meer dan in 2010. Steeds meer jongeren slagen er niet in het ouderlijk huis te verlaten of keren er noodgedwongen als boemerangkind terug, simpelweg omdat er geen betaalbare woningen meer voor hen zijn.

Tijdelijke verhuur is sinds de grootschalige invoering in 2016 aan een gestage opmars bezig. Tot de helft van alle nieuwe huurcontracten in de particuliere sector is inmiddels van tijdelijke aard. Een groeiend aantal huurders wordt geconfronteerd met woononzekerheid en de stress en angst die daarmee gepaard gaan. Zij stellen belangrijke levensstappen uit omdat zij geen stabiele woonplek hebben. 

Hoe
Augustus 2021:
Hoe de overheid van huurders een wegwerpproduct maakt

Daarnaast is er een grote en groeiende groep woningzoekenden dat nét te duur, te krap of anderszins ongeschikt woont en graag zou willen verhuizen maar daar niet in slaagt. Zij worden overboden door kapitaalkrachtige beleggers, of zien dat zij nog jaren moeten wachten voordat zij kans maken op een sociale huurwoning.

Je zou hopen dat de heersende politiek deze wooncrisis serieus neemt, en met krachtig beleid aanpakt. Helaas. Deze wooncrisis is een politieke crisis. Waar de politiek de woonprivileges van de bezittende klasse met hand en tand verdedigt, heeft het aan de onderkant een genadeloze stoelendans gecreëerd. Drie kabinetten Rutte hebben betaalbare huren en woonzekerheid te grabbel gegooid om private rendementen mogelijk te maken.

"Je zou hopen dat de heersende politiek deze wooncrisis serieus neemt, en met krachtig beleid aanpakt. Helaas. Deze wooncrisis is een politieke crisis."

Daarom juich ik het woonprotest toe. Werkelijk progressieve verandering wordt nooit van bovenaf op een presenteerblaadje aangereikt. Het moet van onderop afgedwongen worden.

Het is belangrijk te realiseren dat we hier niet te maken hebben met allerlei gefragmenteerde en concurrerende deelbelangen, maar met slachtoffers van dezelfde wooncrisis. De lange wachtlijsten voor sociale huur zijn niet de schuld van scheefwoners of statushouders, maar van een politiek die de volkshuisvesting uitknijpt. De dakloze persoon en de thuiswonende twintiger zijn geen concurrenten, maar lotgenoten. Zij zijn beide slachtoffer van dezelfde wooncrisis. 

"De lange wachtlijsten voor sociale huur zijn niet de schuld van scheefwoners of statushouders, maar van een politiek die de volkshuisvesting uitknijpt."

De inzet van het woonprotest – en dat protest beperkt zich niet tot een enkele demonstratie op de Dam – moet niet zijn het huidige woonsysteem te tweaken, net iéts beter te maken. De inzet moet niet zijn dakloosheid te verminderen, maar volledig uit te bannen en onvoorstelbaar te maken. De inzet moet niet zijn een iets lagere huur, maar betaalbaar, zeker en prettig wonen voor iedereen.

"A truly radical right to housing", schrijven socioloog David Madden en planoloog Peter Marcuse in hun boek In Defense of Housing uit 2016, "would not be a demand for inclusion within the horizon of housing politics as usual but an effort to move that horizon."

Niet het schaven aan de status quo, maar een inspirerende alternatieve visie op de fundamentele waarde van wonen moet centraal staan. Het recht op een thuis kan alleen afgedwongen worden.

Tot op de Dam!