Ga naar de inhoud
Cody Hochstenbach

Hoe de overheid van huurders een wegwerpproduct maakt

"Ik heb altijd op het standpunt gestaan dat tijdelijke verhuur niet de norm mag worden", schreef Kajsa Ollongren vorige week in een brief aan de Tweede Kamer. De D66-minister van Binnenlandse Zaken benadrukte het nog maar eens naar aanleiding van een evaluatie van onderzoeksbureau Companen naar de introductie van tijdelijke huurcontracten in 2016.

Die evaluatie laat precies het tegenovergestelde zien. Tijdelijke huurcontracten zijn in hoog tempo de norm geworden op de particuliere huurmarkt. Eind vorig jaar kwamen journalisten Michelle Salomons en Felix Voogt van onderzoekplatform Investico tot een vergelijkbare conclusie: "Flexibel werd de norm."

Het was natuurlijk ook een naïef standpunt van Ollongren en haar VVD-voorganger Stef Blok. Voor particuliere verhuurders is er weinig reden géén gebruik te maken van tijdelijke contracten. Het versterkt hun machtspositie ten opzichte van de huurder.

Het biedt hen regelmatig de mogelijkheid van een lastige huurder af te komen, of simpelweg een nieuwe huurder te zoeken die een hogere huur gaat betalen. Natuurlijk maken roekeloze speculanten gebruik van dit buitenkansje.

Het doel van de flexibilisering was tweeledig. Ten eerste moest het investeringen in private verhuur stimuleren en zo het aanbod vergroten. Daar is geen bewijs voor. Het zijn vooral de particuliere pandjesbazen die bestaande woningen opkopen – en dus niets toevoegen, enkel onttrekken – die tijdelijke huurcontracten inzetten.

Ten tweede moest het de doorstroom bevorderen zodat meer mensen een passende woning zouden vinden. Nogal wiedes dat mensen 'doorstromen' wanneer je ze dwingt te verhuizen. Het getuigt echter van een bijzonder gebrekkig perspectief op de fundamentele, intrinsieke en menselijke waarde van wonen.

In Nederland is tijdelijke verhuur op grote schaal een nieuw fenomeen, maar in bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Australië heeft men er ruimschoots ervaring mee. Die ervaringen zijn ronduit negatief.

Tijdelijke verhuur zorgt voor woononzekerheid, en die onzekerheid trekt een zware wissel op de levens van huurders. Het ene na het andere onderzoek laat zien dat onzeker wonen het welzijn ondermijnt en de kans op mentale klachten aanzienlijk vergroot. Dat geldt voor zowel volwassenen als kinderen.

Je vindt nooit de rust en stabiliteit die een veilig thuis idealiter biedt. Woononzekerheid verzwakt de band die mensen opbouwen met hun buurt en sociale omgeving, met minder cohesie als resultaat.

De negatieve effecten op de mentale gezondheid zijn nog eens extra groot wanneer tijdelijkheid en onzekerheid gepaard gaan met hoge woonlasten. Ook daar heeft vooral Stef Blok ruimschoots voor gezorgd met zijn agenda van huurliberalisering. De Britse woononderzoekers Kim McKee, Adriana Soaita en Jennifer Hoolachan concluderen onomwonden:

"Living with insecure, precarious, expensive housing took significant tolls on people’s well-being and mental health. By undermining their ability to 'settle' and make their house a home under their control, renting contributed to feelings of anxiety, negatively impacted on confidence and self-esteem, and exacerbated (for some) what was already a stressful living situation."

Wat fijn dat de Nederlandse politici dit ook hier met groot enthousiasme hebben geïntroduceerd!

Woononzekerheid is bovendien geen kortstondige onderbreking van de levensloop, maar voor velen een langdurige staat van zijn. De ene onzekere woonplek plaveit namelijk de weg voor de volgende. Dreig je je woning kwijt te raken, dan moet je snel een nieuwe plek zien te vinden. Je bent dan geneigd alles te accepteren wat op je pad komt, ook als dat wéér een tijdelijke woonplek is. Het gevolg is een chaotisch woontraject van langdurige onzekerheid met terugkerende periodes van dak- of thuisloosheid.

Tegelijkertijd wordt de kloof tussen huurders en kopers alleen maar dieper. Kopers genieten al allerlei onverdiende voordelen en cadeautjes van de staat, nu wordt ook woonzekerheid een kopersprivilege.

Wie met een menselijk oog naar de intrinsieke waarde van wonen kijkt, zal tijdelijk en onzeker wonen bestrijden. Wie de academische studies erop naslaat, zal hetzelfde doen.

Drie kabinetten-Rutte deden juist het tegenovergestelde. Duur en onzeker huren was het devies. De Eerste Kamer moest er onlangs nog aan te pas komen om een VVD-voorstel voor nog meer tijdelijkheid en onzekerheid te blokkeren.

Het stimuleren van tijdelijkheid is het opofferen van veilig en prettig wonen om de machtpositie van verhuurders en hun rendement op te krikken. Huurders zijn het wegwerpproduct.