Dogma's duwen de arbeidsmarkt naar de afgrond
Met de naderende verkiezingen worden er druk plannen gemaakt voor Nederland voor de komende jaren, met als een van de belangrijkste thema's: de arbeidsmarkt.
En dat is hoognodig. De Nederlandse arbeidsmarkt is de meest flexibele van Europa. Tellen we flexibel werkenden en zzp'ers bij elkaar op, dan heeft ruim 35 procent van de werkenden geen vast contract meer.
De flexibele arbeidskrachten hebben weinig financiële zekerheid en stellen daarom belangrijke keuzes - een huis, een kind - uit. Nog zo'n zorgelijk punt: vergeleken met andere landen is onze grote groep flexwerkers ook nog eens heel slecht beschermd tegen arbeidsongeschiktheid. Zelfstandigen hebben geen plek in het stelsel van sociale zekerheid.
In Nederland is een vast contract ook heel vast. De ontslagbescherming is een van de meest strenge van de Westerse landen. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) wijst erop dat werkgevers aarzelen om personeel in dienst te nemen vanwege de rompslomp rond de vele regelingen.
Bovendien zijn de verplichtingen van werkgevers rondom ziekte groot: de duur van de loondoorbetalingsverplichting van twee jaar is veel langer dan bijvoorbeeld onze oosterburen (6 weken).
Na 10 jaar Rutte, die nota bene campagne voerde onder de slogan 'werk moet lonen', valt op dat Nederland ten opzichte van andere landen relatief veel belasting heft op inkomen en relatief weinig op vermogen.
Het meestal zo gematigde en genuanceerde OESO luidt de noodklok. Onze arbeidsmarkt is niet opgewassen tegen de (technologische) veranderingen die er op komst zijn.
Maar gelukkig was daar Commissie Borstlap. Begin vorig jaar publiceerde de commissie een uitstekend rapport die alle problemen op de arbeidsmarkt – en de bijbehorende oplossing – in kaart bracht.
Ik doe de aanbevelingen eigenlijk tekort door ze hier kort op te sommen, maar het komt neer op: minder flex, minder vast en meer opleiden en omscholen.
Bij uitstek een onderwerp waar de linkse coalitiepartijen zich op kunnen profileren. En inderdaad, sommige van de aanbevelingen uit het rapport zijn letterlijk terug te vinden in de partijprogramma's.
Groenlinks wil dat vaste contracten de norm worden. Dat doen ze door tijdelijke contracten duurder te maken voor werkgevers. De PvdA wil de wildgroei aan (flexibele)contractvormen aanpakken en meer sociale zekerheid voor zzp'ers. Allemaal maatregelen om de toenemende flexibilisering tegen te gaan.
Toch slaan de linkse partijen hier de plank volledig mis. Het probleem in de Nederlandse arbeidsmarkt is niet dat het te flexibel is, maar dat het te flexibel en te vast is.
Maken we de arbeidsmarkt minder flexibel, maar geven we bedrijven niet de ruimte om hun arbeidspotentieel te laten meegroeien en krimpen met de activiteiten, zal dat onvermijdelijk leiden tot hogere werkloosheid.
Bedrijven zullen heus niet zomaar al die schijnzelfstandigen, payrollers en nul-urencontractanten een contract aanbieden.
De aanbevelingen van Commissie Borstlap om vast minder vast te maken schitteren in afwezigheid in de partijprogramma's van de linkse partijen. Her en der wordt zelfs een suggestie gedaan om vast nog vaster te maken.
Los van het feit dat dat vanuit economisch perspectief onverstandig is, gaat het ook in tegen de filosofie die de linkse partijen uitdragen in hun partijprogramma's. Bedrijven moeten een grotere maatschappelijke rol spelen, meebewegen met nieuwe innovaties en werknemers moeten meer vrijheid krijgen in hoeveel ze werken en wanneer ze werken.
Maar, om deze doelstellingen te verwezenlijken moeten bedrijven intern wendbaar zijn. Of zoals de Commissie Borstlap dat mooi verwoord: binnen het contract moet er ruimte zijn voor werkgevers om arbeidsomvang, salaris maar ook functie, werklocatie en arbeidstijden te wijzingen.
Dat zal ervoor zorgen dat bedrijven werknemers sneller een contract aanbieden en meedenken met welke omscholing werknemers nodig hebben om mee te bewegen in deze snel veranderende wereld.
Alleen dan zijn werknemers en werkgevers voorbereid op de toekomst en kunnen de linkse dromen, waarin bedrijven een belangrijke maatschappelijk rol bedienen, waarheid worden.