Ga naar de inhoud
Cody Hochstenbach

Het Rijk verwaarloost doelbewust de Nederlandse volkshuisvesting

Corporatiebestuurders deelden afgelopen donderdag massaal berichten op Twitter waarin zij zich beklaagden over de grote geldbedragen die zij moeten afdragen aan het Rijk. De oorzaak is de flink bekritiseerde verhuurderheffing die uiterlijk 1 oktober overgemaakt moest zijn. Zo tweette Hester van Buren, voorzitter van de Raad van Bestuur van woningcorporatie Rochdale, dit:

Tel je al die bedragen bij elkaar op, dan kost de verhuurderheffing de corporatiesector in totaal zo'n 1,7 miljard euro per jaar. Daar komen nog eens de oplopende vennootschapsbelasting en ATAD – een maatregel om belastingontwijkende multinationals aan te pakken die gek genoeg ook woningcorporaties treft – bovenop.

Alles bij elkaar bedraagt de belastingdruk volgend jaar zo'n 2,4 miljard euro. Dat komt neer op zo'n 2 a 3 maanden huurinkomsten die direct naar de schatkist gaan. De 100 miljoen euro die minister Ollongren nu terug wil geven aan de woningcorporaties is lachwekkend in vergelijking.

"Wie heft er nou belastingen op sociale huurwoningen? Geen land ter wereld doet dat."

De verhuurderheffing is een onding. Woningcorporaties komen er financieel door in de knel. Als gevolg is de nieuwbouw van sociale huurwoningen in elkaar gestort, loopt de immense verduurzamingsopgave spaak en zijn de huren verhoogd. Het is bovendien bijzonder vreemd dat de heffing alleen maar betaald hoeft te worden over betaalbare huurwoningen. Of, zoals emeritus hoogleraar Johan Conijn het verwoordt: "Wie heft er nou belastingen op sociale huurwoningen? Geen land ter wereld doet dat."

Nou ja, Nederland wel dus.

Tegelijkertijd hoeft de heffing niet betaald te worden over dure huurwoningen in het bezit van pandjesprinsen, gewezen Kamerleden en andere speculanten. Het Rijk straft lage huren. Laat dat nou net precies het idee zijn.

Crisismaatregel of ideologisch project?

De verhuurderheffing wordt doorgaans gepresenteerd als crisismaatregel. Het Rijk voerde de heffing in 2013 in om de overheidsfinanciën weer op orde te brengen. Volg je deze redenering, dan zou ze de heffing nu weer kunnen afschaffen.

Dit is het dominante verhaal, maar is veel te kort door de bocht. De diepe financiële crisis en de misstanden bij woningcorporaties (de kostbare derivatenspeculatie door Vestia voorop) boden enkel de politieke window of opportunity om corporaties af te straffen. De heffing is namelijk geen geïsoleerde maatregel maar onderdeel van een langlopend ideologisch project, gericht op het bevorderen van de markt en het terugdringen van de gereguleerde huursector. Van volkshuisvesting naar woningmarkt.

Om deze reden struinde Stef Blok als minister Wonen buitenlandse vastgoedbeurzen af om buitenlandse beleggers te verleiden Nederlandse sociale huurwoningen op te kopen. Om deze reden zijn zeer strenge maximale inkomensgrenzen ingevoerd waardoor middeninkomens niet langer tot de doelgroep van woningcorporaties behoren. Om deze reden worden corporaties aangemoedigd vooral woningen te verkopen.

"Een kleinere sociale huursector, dat is het doel."

Op haar website is de VVD hier vrij open over: "Woningcorporaties moeten een verhuurdersheffing betalen. Dat is hun bijdrage aan de schatkist. Wij willen die heffing verhogen. De heffing is een prikkel voor woningcorporaties om sociale huurwoningen te verkopen en om efficiënter te werken."  Een kleinere sociale huursector, dat is het doel.

Zo veel mogelijk mensen moesten een woning kopen, om mee te kunnen doen aan het feestje van vermogensopbouw. Een eigen woning zou ook bijdragen aan meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Word een beter mens, koop een huis – dat idee. Op deze ideologie van eigenwoningbezit valt overigens veel aan te merken.

"Als het ook maar even kan, moet je jezelf zien te redden op de markt."

De sociale huursector werd tegelijkertijd vanaf eind jaren tachtig omgevormd van een brede voorziening tot een vangnet voor de allerlaagste inkomens. Als het ook maar even kan, moet je jezelf zien te redden op de markt.

De gevolgen voor de sociale huur zijn niet mals. Het aantal sociale huurwoningen neemt af, de ellenlange wachtlijsten nemen alleen maar toe. De sector wordt bovendien het domein van de allerarmste en meest kwetsbare bewoners. Had in 1990 slechts 12 procent van de corporatiehuurders een zeer laag inkomen (behorende tot de armste 20 procent van Nederland), daar was dat in 2015 opgelopen tot 45 procent

Leefkwaliteit onder druk

Bijna een op de vijf huurders heeft moeite de maandelijkse huur te betalen en zit financieel klem, in 2009 was dat nog 9 procent en in 2002 slechts 5 procent. Een groeiend deel van de corporatiewoningen gaat naar kwetsbare mensen met een zorgbehoefte, met sociale of psychische problemen. In de buurten met de goedkoopste corporatiewoningen staat de leefkwaliteit flink onder druk.

De Rijksoverheid verwaarloost nu al decennia doelbewust de rijke Nederlandse traditie van volkshuisvesting. De verhuurderheffing staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van een lange reeks politieke maatregelen – overigens zeker niet alleen gesteund door rechtse partijen – gericht op het beperken van de corporatiesector.

Het is hoog tijd dat we weer een positief en inspirerend verhaal over volkshuisvesting gaan vertellen, om tegenwicht te bieden aan de dominante ideologie van eigenwoningbezit.

Volkshuisvesting is iets om trots op te zijn!