Niet alle millennials verzuipen op de woningmarkt. De arme dertiger heeft het inderdaad moeilijk. Maar veel pandjes die worden verhuurd zijn van hun rijke leeftijdsgenoten, schrijft Rabo-econoom Carola de Groot in deze gastcolumn.
Vorig jaar tijdens kerst vertelde een van mijn nichtjes dat ze van De Pijp in Amsterdam naar Rotterdam was verhuisd. Haar koophuis, gekocht tijdens het dieptepunt van de crisis, verhuurde ze.
Ik viel bijna van mijn stoel af van verbazing. Want bij buy-to-letters heb ik altijd een wat oudere persoon voor ogen met een goed gevulde bankrekening. Maar wat blijkt? Mijn nichtje, halverwege de 30, is niet uniek.
Veel verhuurders zijn dertigers
Vooral dertigers en veertigers blijken huizen te kopen om ze vervolgens te verhuren. Onderzoek van het CBS laat zien dat zij in 2016 goed waren voor maar liefst 44 procent van alle buy-to-letaankopen. Het is opvallend dat ook dertigers naar verhouding vrij actief zijn op de buy-to-letmarkt. Want we hebben het hier over millennials, geboren in de jaren '80.
Het is een groep waarvan iedereen denkt dat zij slechter af zijn dan voorgaande generaties. Een groep die vaker te maken heeft met studieschulden en tijdelijke arbeidscontracten. Een groep waarvan het CBS heeft laten zien dat zij de stap naar een eerste koophuis en andere belangrijke mijlpalen pas op latere leeftijd bereiken dan de generatie van 10 jaar eerder.
Grote verschillen in inkomen
De ene millennial is de andere dus niet. Zo klopt het dat 25- tot 35-jarigen steeds minder vaak in een koophuis wonen. Maar er zijn grote verschillen naar inkomen. Vooral millennials met een laag of een middeninkomen wonen veel minder vaak in een koophuis en veel vaker in een huurwoning.
Onder millennials met een hoger inkomen is het eigenwoningbezit juist veel minder hard gedaald. Sterker nog: tussen 2015 en 2018 was het eigenwoningbezit nagenoeg stabiel. Het gaat hier om een grote groep millennials. Want bijna 43 procent van alle zelfstandig wonende 25- tot 35-jarigen had in 2018 een hoger inkomen.
Scheer jongeren niet over een kam
Recentelijk constateerde de SER een steeds scherper wordende maatschappelijke scheidslijn tussen jongvolwassenen met meer en met minder kansen. Ook op de woningmarkt is sprake van een duidelijke tweedeling.
Vooral millennials met een laag of een middeninkomen staan op 1-0 achterstand, zeker op de koopwoningmarkt. In de maatschappelijke discussie over de kansen van jongvolwassenen op de woningmarkt, is het kortom te simpel om alle jongvolwassen over één kam te scheren.
Want een aanzienlijk deel van de jongvolwassen, waaronder mijn nichtje, lijkt prima in staat hun eigen boontjes te doppen en een klein aantal van hen ziet zelfs kans om een (mogelijk goed gevulde) boterham te verdienen aan deze door krapte geteisterde woningmarkt.